1. Op weg naar Sevilla
Spanje was de bestemming van onze korte voorjaarsreis.
Om de een of andere reden trok het land ons nooit zo maar na de week die we een paar jaar geleden in Barcelona en Madrid doorbrachten, was dat veranderd. En Andalusië lag als keuze voor een tweede bezoek voor de hand.
Een rondreisje langs verschillende plaatsen was het eerste plan maar daar kwamen we al rap van terug. Dat wil zeggen van een georganiseerde rondreis met een groep. Dat betekent dat je in betrekkelijk korte tijd tussen de 1000 en 1500 kilometer moet rijden met de bus. En voor elk van de drie of vier steden die je bezoekt is niet meer dan twee dagen beschikbaar.
Dat kunnen we dan net zo goed zelf regelen met een wat langer verblijf in Granada of Sevilla was de volgende gedachte geweest. Prima voor wie er een hekel heeft aan met dertig man door de diverse bezienswaardigheden te sjokken maar zelfs als je de hotels en het vliegen door een reisbureau liet verzorgen niet een echt goedkope manier van reizen.
Als we nu eens gewoon naar één stad gaan en die als uitvalplaats gebruiken voor een paar dagtrips naar andere plaatsen was onze derde optie. Heeft als voordeel dat je niet steeds van hotel naar hotel hoeft te hoppen, zelf je tijd kunt indelen en geen hinder ondervindt van die mevrouw die altijd een kwartier na de afgesproken tijd bij de bus arriveert omdat ze haar koffer nog niet had ingepakt.
Dat deden we dus en we kozen Sevilla als verblijfplaats. Een reisje van acht dagen inclusief vliegen van en naar de bestemming. Doordat we een vroeg tijdstip van vertrek kozen voor onze eerste dag en een laat op de vertrekdag hadden we een volle week tot onze beschikking om kennis met de stad te maken.
In een week leer je een stad natuurlijk niet kennen. Maar we hebben ontzettend veel gezien, de blaren op onze voeten gelopen, zijn met de trein naar een aantal andere plaatsen geweest. Noem het daarom maar een verkenningstocht, om de cultuur op te snuiven en even iets te proeven van de sfeer.
Een kennismakingsgesprek met een land waar ze uitstekend Spaans spreken waar het bij het merendeel van de bevolking dan verder bij blijft. ‘Hablo sono espanol’, kregen we vaak als antwoord maar met gebaren en twintig woorden Spaans kwamen we een eind.
Hablar con Sevilla heb ik dit verhaal daarom genaamd. Spreken met Sevilla. Het werd een heerlijk gesprek waarover we voorlopig nog niet uitgepraat raken.
Vroeger ging dat anders
Half vijf op voor onze vlucht naar Spanje. Het viel me een beetje rauw op de nuchtere maag maar we hadden nu eenmaal voor een vroege vlucht geboekt, om acht uur, en aangezien je nog steeds twee uur voor het vertrek op Schiphol wordt verwacht, moesten we wel vroeg uit de veren.
De avond tevoren sliep ik in met de herinneringen aan vakanties vroeger. Meestal naar Frankrijk en hoe we dan nog vroeger moesten opstaan. Hoe we ons dan altijd voornamen om vier uur ’s nachts te vertrekken om de vakantiefiles voor te zijn. Stond ik ’s nachts om half vier in het donker buiten, met een slaperige kop, om de bagage in de auto te proppen plus een bungalowtent met toebehoren. Veel in de auto en heel veel er bovenop.
Dat vertrek om vier uur werd nooit gehaald. Meestal werd het half vijf voor we de straat uitreden en Pa, als ik de zonen mag geloven, op de eerste de beste straathoek al stopte om een touwtje van het dekzeiltje op de Imperial nog beter vast te knopen.
Dan gaat zo’n reisje als we nu maakten toch een stuk eenvoudiger.
Het is groen en gestippeld
Van Amsterdam naar Madrid is maar een paar uur vliegen en na de overstap in Madrid nog een klein uurtje naar Sevilla. Het duurde echter langer dan ik gedacht had. Met een ontbijtje als break vlogen die uren vroeger voorbij maar Iberia is daarmee gestopt en het deed me nu een beetje aan die eindeloze vluchten naar China of Zuid Amerika denken.
Maar tegen half een arriveerden we dan eindelijk op onze plaats van bestemming. Eerst de koffers van de band. Die stond nog stil maar kwam na een paar minuten in beweging. De eerste drie koffers van ons groepje waren al snel binnen maar mijn kleine groene koffertje ontbrak. Op een gegeven moment stopte de band en een van de personeelsleden riep dat het finito was of iets dergelijks. Drie koffers bleven liggen, even dacht ik de mijne er tussen te ontwaren maar het ding had een heel andere kleur.
Er zat niets anders op dan naar de counter te gaan onder het bord Servizio, hoewel, zag ik daar niet iemand met een groen koffertje naar de uitgang lopen. De klungel zal toch niet …. en vastberaden holde ik hem achterna om hem in de kraag te vatten. Helaas, ik was te snel in m’n oordeel geweest. De man droeg inderdaad een groen koffertje maar van een heel ander model dan het mijne en geërgerd liep ik weer terug om bij de servizio de vermissing van mijn bagage aan te geven. Dacht ik maar een ijverige beambte versperde me met een vriendelijke lach de weg. No senor, dat gaat niet. U bent zojuist de douane gepasseerd en dat betekent dat u hier niet meer naar binnen mag.
“Ja, maar beste man, m’n koffer is weg, ik moet naar de servizio en …..”
Gelukkig had Hans gezien wat er gebeurde en gezamenlijk probeerden we de man uit te leggen wat er aan de hand was. Vergeefs, waarschijnlijk was hij bang dat ik via deze slinkse methode probeerde om een bom naar binnen te smokkelen en je kunt op het vliegveld tegenwoordig niet voorzichtig genoeg zijn.
We besloten daarom dat ik zou blijven staan en dat hij met de anderen de ontbrekende bagage zou aangeven. Maar hij kon niet nalaten om nog even te vragen of ik echt zeker wist dat m’n koffertje niet bij de drie resterende stuks bagage op de band lag.
“D’r ligt nog een grijsblauwe, die ongeveer dezelfde afmetingen heeft als die van jou. Heb je op de label gekeken?”
Ik moest bekennen dat ik dat niet had gedaan. Nee, logisch, de mijne is groen en …
“Ga ik toch even kijken,” zei hij vastberaden. “Blijf jij nou maar rustig hier wachten.”
De rest laat zich gemakkelijk raden. Ik had helemaal geen groene koffer bij me maar een blauwe. Die geduldig op de band stond te wachten op z’n eigenaar. Op mij dus.
De taxi die voor ons klaar zou staan was er daarna niet. Maar ach, wat maakte dat nog uit. Ik had m’n koffer terug. En er stonden voldoende andere taxi’s klaar om ons naar ons hotel in het centrum te brengen.
Wel gelachen om die koffer, ja. En om mij, het optreden van de ervaren reiziger.
Pff, je zult toch met een groepsreis een dergelijke oude man in je groep hebben.
Dat bedoel ik, voor mij geen groepsreizen meer.
20 mei 2008