116. Over stoommachientjes
“Het zonnetje schijnt dus ik maak me niet druk,” zei de rijkelijk getatoeëerde fietser die ons maar net passeren kon.
En hij reed door, het steegje in dat onze nieuwsgierigheid geprikkeld had. Wij liepen ook nog wat verder maar het verwachte hofje bleef uit en we keerden terug naar de Grote Houtstraat om onze wandeling naar de Grote Markt te vervolgen.
Weer eens een keertje naar Haarlem hadden we ’s ochtends tegen elkaar gezegd. Misschien is er iets leuks in de Vishal. Of ontdekken we de lamp waar we al zo lang naar op zoek zijn.
Maar daar voorzag de grote Houtstraat niet in. Wel in kleding, schoenen, telefoons, brillen, lekkere luchtjes voor haar en hem, en nog meer schoenen.
Bij de Palace waren bouwvakkers met stalen balken aan het werk en niets herinnerde meer aan het rijke bioscoopverleden van het gebouw. De bioscoop heeft in januari na zo’n kleine honderd jaar z’n deuren gesloten en de nieuwe bestemming van het gebouw is niet moeilijk te raden. Inderdaad, mode dus.
Hoewel het geen maandag was zag de Vishal op de Grote Markt er ook al erg gesloten uit. Alsof Halbe Zijlstra persoonlijk de deuren op slot had gedaan. Maar het bleek slechts tijdelijk te zijn en verband te houden met het inrichten van de voorjaarstentoonstelling.
“Dat ding is volkomen nutteloos,” zei de knorrige oude man tegen z’n echtgenote. “Allemaal gedraai en gedoe zonder dat er iets uit komt”.
En hoofdschuddend liepen ze verder.
Ik stond bij de Heureka van Jean Tinguely op de Apollolaan. De installatie was net in werking gezet en een dertigtal liefhebbers keek gefascineerd naar de bewegingen van het monumentale kunstwerk. Kinetische kunst noemt men het maar het deed mij vooral denken aan het stoommachientje waar ik als kind mee speelde. En de Trix waarmee ik dingen maakte die achteraf gezien misschien wel wat op schaalmodelletjes van de Heureka leken.
De kleine man nam de prijs voor z’n overwinning die hem door de in een zalmkleurige mantel met bijpassende hoed geklede Queen werd overhandigd, met een flauwe glimlach in ontvangst.
Naast hem stond de eigenaar van het paard te stralen terwijl ook de trainer even mocht delen in de vreugde over deze gebeurtenis. Winnen van een hoofdnummer tijdens de Royal Ascot races.
Iedereen die wel eens een boek van Dick Frances heeft gelezen weet wat dat betekent. Paardenraces, de wereld van jockeys die voortdurend een strijd moeten leveren om niet te zwaar te worden en edele viervoeters die soms met slaag aangespoord worden om hun concurrenten op de finish voor te blijven.
Of zoals het spreekwoord luidt: Wie de eigenaar van het paard liefheeft spaart de karwats niet.
Ascot ligt vlak bij Windsor, de residentie van het Britse koningshuis en viert dit jaar van 14 t/m 18 juni z’n 300-jarig bestaan. Reden genoeg voor de BBC om daar de gehele week aandacht aan te schenken.
Was de stoommachine al uitgevonden in 1711? Ik dacht het niet. Net zo min trouwens als de publieke omroep in Engeland.
Als het aan Marja van Bijsterveldt ligt haalt die in Nederland in ieder geval geen 300 jaar.
Marja en Halbe. De Henk en Ingrid van wakker Nederland.
17-6-2011
erJeetje