121. NEGEN PLUS
Het was achter in de middag op een maartse dag waarbij de lente nog niet echt besloten had om met een substantiële bijdrage iets te doen aan de terreurstemming waarin het land volgens vader des vaderlands Balkenende zou verkeren. Voldoende reden voor een bezoekje aan de Ingooi vond Gajus die niet geheel toevallig in de buurt was.
“Wat een drukte hier,” zei hij nadat hij zich door de bezoekers een weg had gebaand en een stoel bij schoof aan de tafel van de vaste supporterskern. “t Lijkt wel of er tegenwoordig niet meer gewerkt hoeft te worden.”
Z’n opmerking bleef even hangen in de Ingooi, waar inderdaad nog maar nauwelijks een bezoeker bij kon.
“Maar hoe is het met de mannen? De seizoenkaart voor het volgende seizoen al besteld, Fransie? Wat zeg je? Is meneer C. al weer vertrokken? Nou ja, dat hadden we al min of meer voorspeld, toch? En hoe zit het met jullie vakanties? Al een verweg bestemming gereserveerd? Vertel eens Bram, wordt het Turkije dit jaar of de Costa Brava?”
“Bram is een beetje in de contramine,” fluisterde Fransie hem in. “Laat hem maar effe met rust” maar de waarschuwing kwam te laat. Grommend gaf de oude marktkoopman te kennen dat hij wel iets beters te doen had. Had Gajus dan niet gehoord dat je als Nederlander er beter aan deed om niet naar Verweggistan te gaan omdat ze ons daar niet meer pruimden. “En dat komt allemaal door die mooie politieke vriendjes van Karel. Die moeten zo nodig een film maken om die koranjongens te pesten. Alsof er niks belangrijkers is. Betalen die koranjongens m’n AOW? Zorgen die ervoor dat ik straks met m’n Saartje een mooie ouwe dag heb? Mooi niet. Schiet op met die flauwekul.”
Het was duidelijk dat een goeie discussie over details als de vrijheid van meningsuiting voorlopig weinig kans maakte vandaar dat Gajus een ander gespreksonderwerp aansneed. Het nieuwe restaurant van de Ingooi en hoe het daar mee ging. Of het geen goed idee was om daar straks met z’n allen een stukkie te gaan eten.
“Je bedoelt in la Remise en Jeu,’’ kwam van wel vijf kanten de verbaasde reactie. “Heel leuk idee, beste man maar dan had je wel een paar weken geleden moeten reserveren.”
Er was een rondje van Nico voor nodig en de geduldige uitleg van de anderen voor het Gajus duidelijk was dat er iets was veranderd. En nadat Frits hem een knipsel uit de krant had getoond viel het dubbeltje. La Remise en Jeu was een paar keer door Johannes van Dam bezocht en deze kenner had het restaurant met een negen beloond.
“Niet te geloven,” was de verbaasde reactie van Gajus geweest. “Niet te geloven. Maar dat betekent dus dat er in het café dat ik een paar jaar geleden als aandeelhouder van de ondergang heb gered, nu geen plaats meer voor me is als ik een happie wil eten omdat mevrouw Gajus met een vriendin naar een toneelvoorstelling is. Waar is Frits? Dit kan toch niet waar zijn. Frits, Frits?”
Hij had zich de moeite echter kunnen besparen omdat de uitbater het veel te druk had met een groepje oudere heren dat kennelijk wel had gereserveerd. “Iets met OLO,” fluisterde Mehmet hem in het voorbijgaan toe. “Maar ik wil wel even vragen of tante Jans misschien iets voor jullie kan klaar maken. Een lekkere gehaktbal brood of een dubbel sateetje.”
En dat deden ze uiteindelijk maar. Met een paar drankjes werd daarna de juiste stemming voor een goed gesprek gecreëerd waardoor er nog heel wat werd afgepraat over onderwerpen als de zegeningen van de vrije markt, het verdwijnen van de postkantoren, de toegangsleeftijd voor de film van Wilders, de zinloze oorlog in Afghanistan en de bloeiende markt die voor Nederlandse vlaggen in al die verre landen is ontstaan.
Of de gehaktballen van tante Jans smaakten? Die werden beoordeeld met een tien en daar kan zelfs Johannes van Dam niet tegen op.
7 maart 2008
Gajus