135. De Orangeburger
“Is Nico al binnen?” De voor de gelegenheid in een gele overall gestoken ome Bram keek zoekend rond in de Ingooi waar vijf mannen geconcentreerd bezig waren met het opbouwen van een kleine tribune. Er kwam daarom uit die hoek geen antwoord op z’n vraag. Wel het verzoek van een van de werkers om effe een staander vast te houden zodat daar een ‘nokkie’ aan bevestigd kon worden.
De handjes laten wapperen was het parool en de waarschuwing die Fransie kort daarop te horen kreeg omdat hij een hete soldeerbout had laten liggen paste volledig in dat sfeertje. “Leg dat ding ergens anders druiloor, straks gaat de hele boel hier nog in de hens.”
Het was duidelijk dat er iets bijzonders stond te gebeuren in de Ingooi en Frits gaf vanaf z’n plaats achter de bar aan een stel klanten uitleg over wat er aan de hand was. Dat het niet met de uitslag van de verkiezingen te maken had hoe belangrijk die ook waren voor het dagelijks brood van hardwerkend Nederland. Dat deze activiteiten het gevolg waren van die andere factor die een rol speelt bij de menselijke satisfactie, namelijk de spelen.
Dat de Ingooi een naam hoog had te houden waar het EK’s en WK’s voetballen betrof. Dat vooral de leden van Amsterdams oudste supportersclub daarin de grote gangmakers waren en dat die gisteren besloten hadden om er een feest van te maken waar ze weer een paar jaar op konden teren. “Maar als de heren me nu even willen excuseren ga ik ook weer aan het werk. Als het even kan willen we vrijdagmiddag klaar zijn voor de openingswedstrijd in Johannesburg.”
Daar kwam hij echter niet aan toe omdat de deur van de Ingooi open ging en er een rijtje van vijf rode zitkuipjes naar binnen werd geschoven door twee grijnzende mannen. “Pak es effe aan, Gajus,” riep de langste in wie we Nico herkenden. “Dan pak ik met Karel de rest van die stoelen uit.” Even dreigde er een chaos te ontstaan omdat er voor tien rijtjes stoelen een tijdelijke plaats moest worden gevonden. Zolang even buiten zetten werd er daarom geopperd maar dat werd door haagse Karel gelijk van de hand gewezen.
“Weten jullie wel waar deze stoeltjes vandaan komen? ”vroeg hij met een stem waarin een lichte trilling te horen was. “Dit zijn stoeltjes die de succesperiode onder Lowie in de Meer hebben meegemaakt.”
Er ontsnapte een zucht aan het gemoed van de mannen van de oude supporterskern die het werk even hadden gestaakt. “Bedoel jij daarmee te zeggen dat deze van de Reynoldstribune afkomstig zijn?” De vraag die afkomstig was van Gajus junior bleef in de lucht hangen terwijl de gedachten van de mannen wegdwaalden. Naar een andere plaats en naar een andere tijd.
Met het ‘zeker weten’ van de man die na een carrière van twaalf ambachten en dertien ongelukken nu op weg was naar een plaatsje in de club van meer dan een miljoen Euro bezittende Nederlanders kwam iedereen weer in de wereld van vandaag terug. Vooral nadat hij eraan toe voegde dat een van rijtjes stoelen jaren als hun vaste plaats had gefunctioneerd tijdens de thuiswedstrijden van het glorieuze roodenwit.
Verdere vragen werden daarna onmogelijk gemaakt door tante Jans die stilletjes met een grote afgedekte schaal naar beneden was gekomen die ze voorzichtig neerzette op de tribune in wording. Met een moederlijk gebaar maande ze haar ‘jongens’ tot stilte omdat ze een mededeling voor ze had. Op de gezichten van de mannen was een lichte verwondering te lezen die toenam toen ze verder ging.
“Voor jullie verder gaan met werken wil ik jullie mede namens Fritsie vertellen dat we besloten hebben om met de gehaktballen in de Ingooi te stoppen.”
De stilte die daar op volgde was te vergelijken met de stilte in de kleedkamer van het Nederlands elftal na de blessure van Robben.
Het was meneer Piet die als eerste de teleurstelling van de oudste supportersclub wilde verwoorden maar tante Jans gaf te kennen dat hij nog even moest wachten omdat ze nog niet uitgesproken was.
Haar vervolg was verrassend. “Dat we met de gehaktbal stoppen houdt natuurlijk niet in dat er dan niets meer besteld kan worden. Frits en ik vinden juist dat we tijdens de WK met iets bijzonders moeten komen. En omdat jullie je zo voor de Ingooi inspannen heb ik de eer en het genoegen jullie als eerste onze speciale hamburger te mogen aanbieden.” En terwijl ze voorzichtig het deksel van de grote schaal verwijderde zei ze met een twinkeling in haar ogen: “Asjeblieft jongens, pak een bord en tast toe, de nieuwe specialiteit van onze zaak, de Orangeburger.”
Moet ik nog vertellen hoe het verder ging? Nou vooruit. Kort dan. Er ging een klein hoeraatje op voor het uitbaters echtpaar. En Gijssie die een naam op te houden heeft waar het hamburgers betreft, verklaarde na z’n tweede exemplaar dat dit de beste waren die hij in jaren had gegeten.
Of die tribune en de verdere aankleding van de Ingooi vrijdagmiddag klaar zijn om in gebruik te worden genomen? Geen twijfel aan. En mocht u de eerste wedstrijd van Oranje maandagmiddag in de Ingooi willen meebeleven dan is het verstandig om al ruimschoots voor de klok van twaalf aanwezig te zijn anders is de kans gering dat er nog een plaats beschikbaar is.
Tot slot, voor liefhebbers van een bijzondere hamburger verschijnt het recept van Tante Jans Orangeburger eerdaags op onze website.
De orangeburger van de Ingooi, het zou wel eens het begin kunnen zijn van een fantastisch WK.
10 juni 2010
Gajus