146. De kop is er af
Of ie zich de befaamde mistwedstrijd tegen Liverpool nog kon herinneren had ome Bram op een gegeven ogenblik aan Gajus gevraagd en toen deze daarop bevestigend had geantwoord waren ze steeds verder afgedaald in die reusachtige grijze geheugenbank met herinneringen. De beslissingswedstrijd van Ajax tegen Benfica in Parijs, de 6-5 nederlaag tegen het Heerenveen van Abe Lenstra, het landskampioenschap van het DWS-A van Solleveld, de teloorgang van Blauw Wit en nog veel meer.
Het was gezellig druk in de Ingooi. De kop van het nieuwe jaar was eraf en dan voeren de benen je zoals Nico het uitdrukte, je bijna op de automatische piloot naar Amsterdams oudste supporterscafé. Om daar de andere mannen een gelukkig Nieuwjaar te wensen, om de ideetjes en plannen voor het nieuwe jaar uit te wisselen, om even bij te praten over hun pensioen en de problemen met de Euro. En om even terug te kijken in de tijd want daar zitten vaak de oplossingen voor de toekomst verborgen.
Of ik nog iets weet van voor de oorlog zei Gajus met een peinzende blik nadat hij Frits met het bekende inschenkgebaar had gewenkt om even met de fles langs te komen voor een nieuwjaarsrondje.
“Dan moet ik wel graven Bram. M’n oudste broer vertelde wel eens dat ie met m’n vader naar Ajax ging maar daar was ik nog te jong voor. Kan me ook niet herinneren dat we op straat voetbalden. Wij waren meer van het knikkeren, tollen en verstoppertje. Maar op zondag maakten we regelmatig met de familie vanuit West een wandeling richting stad, door de Jan van Galenstraat en dan kwam je langs een paar voetbalvelden. Daar werd gevoetbald maar met die beelden van hardlopende spelers en een bal houden m’n herinneringen op. Ik heb er kort na de oorlog nog wel eens een wedstrijd gespeeld, tegen VVA. Kan ook een toernooi zijn geweest. Maar dat complex is verdwenen, ik denk voor woningbouw of zoiets.
Toen we in ’43 weer terugkeerden in Amsterdam was m’n eerste kennismaking met voetbal een tekst over het voetbal van Ajax dat in Zuid niet zo geliefd was. ‘Aa jee aa iks Ajax is een club van niks’ of zoiets. Stond met grote letters op een schoolmuur en werd ook gezongen. Op m’n lagere school hadden ze meer op met Blauw Wit en de Volewijckers dat in ’43 of ’44 zelfs landskampioen werd.
Andere tijden Bram, met ander voetbal en de supporters stonden elkaar ook nog niet naar het leven.”
Er viel een korte stilte in de Ingooi die werd verbroken door de binnenkomst van Haagse Karel die even over was voor familiebezoek. Het lid uit de hofstad zag er verkleumd uit omdat het buiten een stuk kouder was dan de thermometerstand suggereerde en moest door Frits eerst met een kop warme koffie tot leven gebracht worden voor hij in staat was om z’n wensen en verlangens voor het nieuwe jaar uit te ruilen. Om een beetje te voeren vroeg Gijssie daarna quasi belangstellend hoe het met Karels vriendje La Ling ging. Hij verbrak daarmee de afspraak om niet meer over de sores bij de roodwitten te praten maar voor hij door Nico terecht kon worden gewezen gaf Karel al te kennen dat La Ling nooit een vriendje van ‘m was geweest. Een jaar of dertig geleden had hij wat zaken met Ling gedaan en dat was toen niet helemaal goed afgelopen. Na de voetbalcarrière van laatstgenoemde was deze een bedrijfje begonnen dat jasjes van kurk op de markt probeerde te brengen. Zonder het beoogde succes evenwel, net zo min als een aantal investeringen geld in het laatje bracht. Gecombineerd met gokactiviteiten stond de oud-voetballer op een gegeven moment voor bijna een miljoen rood. Weliswaar in guldens maar evengoed een aardig bedrag.
“Maar het schijnt ‘m nu goed te gaan,” eindigde Karel z’n verhaal. “Wie met kurk omgaat, komt uiteindelijk altijd weer bovendrijven.” Een beeldspraak die door de aanwezigen na enig nadenken zonder verder commentaar werd geaccepteerd, ook al omdat Karel er de voorkeur aan gaf om verder te zwijgen.
De Nieuwjaarstraktatie van tante Jans zorgde er daarna voor dat het verleden weer even werd opgeborgen. Bovendien kwamen er vijf zonen van de mannen binnen die voor de nodige jeugdige reuring zorgden tot Nico informeerde bij wie de anderen hun ziekteverzekering hadden afgesloten. Hij had iets gelezen over ouderdomskwalen zoals blaasontsteking en voetschimmel die niet meer vergoed zouden worden wat door meneer Piet gecorrigeerd werd met de opmerking dat het nog alleen maar een plan betrof waarop Hansie argumenteerde dat dit soort voorzetjes meestal een voorbode zijn van verdere uitkleding van de zorgverzekering waarop Fransie naar voren bracht dat de ouderen niet alleen daarom de komende jaren in het verdomhoekje zouden komen te zitten waarop Gijssie zich afvroeg of het de bedoeling was om de recent gestegen gemiddelde levensduur weer met een jaar of wat terug te brengen waarop een van de veelbelovende zonen het gemopper onderbrak met de opmerking dat hij zich niet aan de indruk kon onttrekken dat de heren bezig waren om zichzelf het graf in te praten waarop Frits van achter de bar als mening ventileerde dat geregeld bezoek aan de Ingooi weliswaar geen garantie voor onsterfelijkheid verschafte maar op grond van zijn ervaring als uitbater zeker levensverlengend kon werken waarbij de kosten van een gemiddeld bezoek aan de Ingooi beduidend lager lagen dan die voor een gemiddelde medische behandeling. Een uitnodiging waaraan niemand zich vervolgens onttrok.
Gesterkt door het bezoek en met de afspraak tussen Gajus en ome Bram om bij een volgend bezoek hun gesprek over het voetbal van vroeger af te maken ging iedereen tegen vijf uur op huis aan met een nieuwjaarsgeschenk dat Frits ze voor de dames thuis meegaf. Een flesje Cranberrysap met de complimenten van tante Jans.
Ja, de kop van 2012 is er af. En eigenlijk kan je nu al concluderen dat er maar weinig ten opzichte van 2011 is veranderd.
9-1-2012
Gajus Sr.