21. Op weg naar Nha Trang
Maandag, 25 december. We vertrekken vandaag uit Hoi An. In Danang stappen we op de trein die ons naar Nha trang zal brengen. Maar het verloopt allemaal minder gladjes dan we dachten.
Vandaag staan we weer eens een keer bijtijds op. Kwart voor zeven, beetje vroeg voor Kerstmis maar het moet maar. Het is tijd om de koffers in te pakken en afscheid te nemen van onze stijlvol ingerichte slaapkamer.Het busje dat ons naar Danang zal brengen komt om half negen en we willen de chauffeur niet op ons laten wachten. Maar eerst gaan we nog even lekker op ons gemak ontbijten. Buiten is het echt somber Nederlands (Kerst)weer. Nou ja, dat hebben we al meer meegemaakt in de paar weken dat we hier zijn en meestal wordt het in de loop van de dag beter.Bij de ingang van de ontbijtzaal worden we opgewacht door een kerstman met een kleine surprise en een “Happy Christmas for you”.
Gisteravond hebben we genoten van het kerstdiner in het hotel. Toen we ruim een half jaar geleden onze reis boekten konden we al opgeven of we met de Kerst in het hotel wilden eten of ergens anders. Laten we dat maar in het hotel doen hadden we toen besloten, een juiste keuze want het was gisteravond heel bijzonder met kerstliedjes van het personeel, een toespraak van Cathy McConkey, de general manager en een fantastische maaltijd. En net zoals alle andere dingen in dit hotel perfect georganiseerd, met een vooraf vastgestelde tafelindeling.
Wij zaten aan tafel bij twee Japanse echtparen. Een met een dochtertje van een jaar of vier. Leuk gezichtje en lekker verlegen hoewel ze later los kwam. Als ik het goed begrepen heb werkte hij sinds een paar maanden voor een Japanse firma in Hanoi en genoten ze nu van vier dagen verlof. Het andere paar was jonger.
Hij had een prachtige woeste kop met haar, met gel in bedwang gehouden. Zij was meer ingetogen, met sierlijke, soms verlegen gebaartjes. Maar beide met in mijn ogen heel kenmerkende Japanse trekken. Anders dan Chinezen, andere ogen en ook een andere vorm van de neus.Wat ik er bijna nog vergeet bij te vertellen was onze kleding. De dames hadden namelijk op vrijdag besloten om helemaal op chique te gaan en hadden bij een van de vele kleermakerijen in deze plaats allebei prachtige kleding in Vietnamese stijl laten maken.
Daar kunnen wij dan niet bij achterblijven hadden Ton en ik tegen elkaar gezegd. Een pak ging ons wat te ver maar een mooi zijden hemd met opstaande boord was toch wel het minste wat we konden doen. Met passen en meten had het natuurlijk wel wat meer voeten in aarde dan hier in een paar regels beschreven is maar het resultaat was fraai en gaf veel voldoening. Nee, ik vertel niet wat het gekost heeft, ik zou geen bedragen meer noemen, maar laag, lieve lezer, heel laag. De zaak waar we het hebben laten maken was een familiebedrijf, denk ik. Werd gerund door een jonge vrouw die vertelde dat haar moeder het naaiwerk voor haar rekening nam.
We zagen trouwens nog veel meer kleermakerijen waarvan eentje zich in de etalage liet aanbevelen door een brief van een paar Duitse toeristen. Anja en Wolf waren ons dus al voorgegaan.
Kortom, het was een mooie avond en we gingen pas na elven moe naar bed.We vertrekken exact om half negen. Niet dat we echt haast hebben maar het is de bedoeling om in Danang een bezoek te brengen aan het Chammuseum voor we met de trein van elf uur naar Nha Trang gaan.
Van Hoi An naar Danang is het maar een half uur rijden, de weg volgt de kustlijn. Het weer is nog steeds somber en zo nu en dan valt er lichte motregen.
Onderweg passeren we een immens groot kerkhof. Het is me wel meer in allerlei buitenlanden opgevallen hoe verwaarloosd de kerkhoven er daar vaak bij liggen. Zo ook hier. Op een open plaats is een man aan het graven, een eind verder zijn twee mannen bezig om een groepje betonnen kisten een geel kleurtje te geven. Maar het decor blijft troosteloos.
Danang is overigens niet zo maar een stadje, het telt een miljoen inwoners. Wel oud maar de plaats is eigenlijk pas na de splitsing van Vietnam in 1954 goed tot ontwikkeling gekomen, ondermeer door de groei van de haven.
De stad heeft een belangrijke rol gespeeld in de Vietnamoorlog. De eerste Amerikaanse marinebataljons gingen in 1965 hier aan land en de Amerikanen bouwden er een gigantische luchtmachtbasis.
Wij bereiken de buitenwijken van de stad. Net zoals donderdag toen we hier langs kwamen op weg naar Hoi An, verbaas ik me over de wijze waarop er gebouwd wordt. Alles staat kriskras door elkaar, hoog naast laag, vlak bij de weg, ver weg van de weg. Het begrip rooilijn zie ik er in ieder geval niet in terug.
Er zal vast wel een stratenplan zijn maar dat weten ze dan uitstekend te verbergen. Het lijkt wel of er alleen maar voorschriften bestaan voor de gevelbreedte waardoor er veel van die merkwaardig smalle huizen staan.
De staat van onderhoud doet me aan China denken. Ook daar wordt er na het gereedkomen van een gebouw niets of nauwelijks iets aan onderhoud gedaan waardoor veel gebouwen er al na korte tijd verwaarloosd uitzien. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat het sombere weer er ook geen goed aan doet. In Nederland ziet Amsterdam om maar eens wat te noemen er in de stralende zon ook een stuk beter uit dan op een regenachtige dag in de herfst.
Ander onderwerp, sportbeoefening in Vietnam. Valt daar iets over te vertellen? Weinig tot nog toe, in wezen hebben we nog maar nauwelijks iets gezien wat op een levendige sportcultuur wijst. Maar als we een groot terrein passeren waar van alles in aanbouw is ontdek ik een geheel overdekt stadion van Arenaformaat in aanbouw. Later, in de stad, komen we ook langs een groot stadion. Wat ze er spelen weet ik niet. Voetbal, of door de Amerikanen geïmporteerd honkbal? De televisie zendt welke elke avond voetbalwedstrijden uit. Soms rechtstreeks en meestal uit de Engelse premier league.
Wij arriveren bij het Chammuseum. Bewierookt in de reisgidsen en inderdaad de moeite waard. Het gebouw is in 1915 gebouwd tijdens de Franse overheersing van het land in de voor die tijd kenmerkende koloniale bouwstijl. De verzameling bestaat vooral uit beelden, delen van monumenten, kleding en allerlei andere stukken die uit alle delen van het vroegere keizerrijk afkomstig zijn. Groot, veel en imponerend. Voor ons ook een voorproefje wat ons in Angkor te wachten staat.
Uiteraard is er een museumwinkel met souvenirs. Ik ontdek in een vitrine de bekende sigarettenaanstekers van Zippo. Zouden het echte zijn? De deskundigheid om dat te beoordelen, ontbreekt me. In een van onze reisgidsen staat dat er meer namaak dan echt op de markt is.
De Zippo, hoe lang bestaat die al? Ik hoorde voor het eerst van zijn bestaan toen ik boeken over de tweede wereldoorlog las. GI Joe droeg hem overal en altijd bij zich. In Europa, Azië, waar ook ter wereld, want GI Joe rookte nog in die jaren. En in elk boek of elke film over die tijd komt wel een scène voor waarin een soldaat ’s nachts wordt getroffen door een vijandelijke kogel. Als gevolg van het opgloeiende puntje van z’n sigaret. Aangestoken natuurlijk met een Zippoaansteker die het altijd deed.
Ook tijdens de Vietnamoorlog behoorde hij waarschijnlijk nog tot de standaard uitrusting en na die oorlog werden ze een gewild verzamelobject. Ze komen voor in allerlei uitvoeringen, eenvoudige exemplaren maar ook duurdere met opgelaste plaatjes met de naam van de bezitter en spreuken in de geest van: “wie hier komt laat elke hoop varen”.
Pas na afloop van die oorlog kwamen de felle antirookcampagnes op gang met opschriften op de sigaretten-pakjes dat ijzeren Hein op de loer ligt bij elke sigaret waarvan jij de rook door je longen jaagt. Stap voor stap is de roker daarna teruggedrongen. Nog wordt het roken hier en daar gedoogd maar over een paar jaar is ook dat over.
Diezelfde Hein ontbreekt ook in Irak en Afghanistan niet op het appèl. En weer sneuvelen ze bij bosjes, de GI Joes. Maar deze keer niet door meneer Virginia en consorten. Ik geloof namelijk niet dat er nog veel gerookt wordt.
Daarom zullen er na afloop van deze oorlog maar weinig Zippo’s worden verkocht in de Irakese souvenirwinkeltjes.
Ze maken me niet vrolijk, die verzameling aanstekers in de glazen vitrinekast. En ik ben bang dat die eindeloze reeks van oorlogen ook zonder Zippo’s nog wel even door zal gaan. Zowel verheerlijkt als verafschuwd. Oorlog, het ultieme spelletje voor sommige mannen.
Wij verlaten het museum waar het druk begint te worden met groepen toeristen en laten ons met de bus bij het station afzetten. Tien uur, we hebben dus tijd genoeg. Een flinke rit van negen en een half uur wacht. Maar in een slaapcoupé, we kunnen dus altijd onderweg nog een uurtje horizontaal gaan.
Als we ons bij een loket melden blijkt er iets mis te zijn met onze tickets. Wij zijn veel te vroeg krijgen we te horen. Onze kaartjes vermelden dat ze bestemd zijn voor trein SE3 en die vertrekt pas om 13.13 uur. We hebben de verkeerde tickets ontvangen, ons programma vermeldt namelijk dat we met de SE1 om elf uur zullen vertrekken. Niet de juiste tickets dus. Onze chauffeur overhandigde ze ons vier dagen geleden toen we in Danang pauzeerden voor onze lunch. Keurig in een envelopje dat ik zonder te kijken had weggeborgen. Als we toen meteen goed hadden gecontroleerd of de nummers klopten maar ja, als geldt niet in dit soort gevallen.
Het gevolg is dat we drie uur kunnen rondhangen bij het station maar dat doen we maar niet. We geven onze koffers af bij een kruier en gaan op stap. Danang bekijken en koffie drinken.
Toch vreemd van die kaartjes zeggen we tegen elkaar. En ik verwijt mezelf nog een keer dat ik niet gekeken heb of de nummers klopten toen we ze ontvingen. Zou de chauffeur ons bedrogen hebben? Als we dit geweten hadden was het niet nodig geweest om zo vroeg te vertrekken vanochtend. Maar misschien doe ik hem onrecht aan. Heeft het bureau waarvoor hij werkt voor de kaartjes gezorgd en tegen hem gezegd dat het voor de rit SE1 is. De trein met dat nummer is kwalitatief beter, doet er wat korter over en zal wel wat duurder zijn.
Hoe het ook zij, het blijft gissen naar de oorzaak.
Wij wandelen door Danang. Het miezerige weer van vanochtend is weggetrokken. De verkeersdrukte doet aan Hanoi denken. Het is dan wel Kerstmis maar hier gewoon een maandag waarop gewerkt moet worden. Met kinderen die onderweg zijn naar school. Er wordt wel heel wat afgetrouwd in Vietnam tijdens de Kerst. We passeren twee keer een restaurant dat volledig op orde is gebracht voor een bruiloft. De gasten zijn er al, de muziek schettert oorverdovend en het wachten is op de aankomst van het bruidspaar.
Ik verbaas me ook hier weer over de hoeveelheid bagage die ze op een fiets of brommer weten te laden. Bij een groentewinkel blijven we even stilstaan om te kijken hoe een man twee grote zakken met gember op z’n fiets wil laden. Het is een exemplaar dat daar speciaal voor is aangepast waarbij de bereider op de bagagedrager moet zitten. Met hulp van de winkelierster en nog een man weet hij dat voor elkaar te krijgen waarna hij zich onverschrokken in het verkeer stort. Een scène die wel vijf minuten duurt, wij leven er ons op uit met fototoestel en videocamera.
Weer terug op het stationsplein bestellen we bij een eetcafé een broodje kaas en wat te drinken. De kaas blijkt dan een driehoekje vache qui rit te zijn en het broodje een stokbroodje. Die Fransen hebben in tegenstelling tot de Nederlanders toch aardig hun stempel gezet op hun vroegere koloniën. Probeer jij maar eens een broodje kroket te bestellen in Indonesië.
Kwart voor een gaan we naar het station om te kijken of er misschien wijzigingen in de vertrektijd zijn gekomen. Maar dat is gelukkig niet het geval. De Vietnamese spoorwegen zijn kennelijk nog niet geprivatiseerd. Omdat we pas om kwart voor elf in Nah Trang zullen aankomen, slaan de dames bij een Bakery nog snel wat belegde broodjes in. Ton en ik gaan op zoek naar de kruier die onze bagage onder zijn hoede heeft genomen. Als we het perron oplopen komt hij al grijnzend op ons af. Hallo, yes, of hij onze kaartjes even mag zien. Het gaat hem om het nummer van onze coupé en hij wijst daarna waar we ons moeten opstellen voor als de trein arriveert.
Die komt ten slotte met oorverdovend gefluit het station, een kopstation voor de liefhebbers van spoorwegdetails, binnen en kwart over een hijst de kruier die er inmiddels een hulp bij heeft, de koffers in de trein.
Een paar minuten later hebben we ons in de slaapcoupe geïnstalleerd. Wat mij betreft kunnen we vertrekken en dat gebeurt dan ook .
Nah Trang, we komen er aan.