22. Dalat aflevering 2
Na het bezoek aan de Lang Biang Mountain besluiten we de rest van Oudejaarsdag aan een verkenning van het centrum van Dalat te besteden. De stad is rondom een meer gebouwd en doet me daardoor een beetje aan Hanoi denken. Het Xuan Huongmeer is echter een kunstmeer dat begin vorige eeuw op initiatief van de eerste Franse bewoner van de stad werd aangelegd.
Jammer genoeg vindt de zon het alweer voldoende en valt er zo nu en dan wat miezerige regen. Onze Bao zet ons af bij de Villa Crazy House. Een wonderlijk gebouw dat lijkt op een mengeling van de Anton Pieckhuisjes op de Efteling en het Park Guell van Gaudi. Het is gebouwd door Dr. Hang Viet Nga, een architect die zijn of haar opleiding genoot in Moskou en in 1990 met dit bouwwerk begon. In een toelichting bij de entree lees ik dat de architect vanaf het begin van de bouw heeft gebroken met traditionele praktijken.
Hij maakte gebruik van de holle stam en wortels van een aantal bomen en werkte in z’n vormgeving met willekeurige ronde vormen en structuren die niet uitgingen van de klassieke bouwprincipes met rechte lijnen en rechthoekige vlakken.
Daar is hij dan aardig in geslaagd. Buiten wordt m’n aandacht getrokken door het beeld van een giraffe die boven alles uittorent. Binnen verdwaal je bijna in tientallen kamers en kleine zaaltjes die via sluipdoor gangetjes met elkaar zijn verbonden. De naam van het bouwwerk was oorspronkelijk Hang Nga Villa. Hang Nga staat daarbij voor ‘Maan”. De naam Crazy House is er later aan gegeven. Bijzonder is de memorial room of the president secretary general of the Vietnam Communist party die er enige tijd schijnt te hebben doorgebracht. Foto’s en allerlei gebruiksvoorwerpen herinneren aan zijn bezoek.
Aan de achterzijde wordt nog gebouwd. Mogelijk dat het aantal hotelkamers wordt uitgebreid maar nu al is het resultaat een trekpleister voor toeristen.
Of de huidige eigenares de ontwerpster is van dit fraais of dat ze de dochter is van de architect wordt me niet duidelijk. Ze zou namelijk ook de dochter zijn van een vroegere president van Vietnam.
Wij gaan op zoek naar een kop echte koffie en stuiten bij het meer op een restaurantje dat reclame maakt voor z’n cappucino. Dan zullen ze ook wel espresso maken is m’n voor de hand liggende gedachte maar helaas. Espresso no, cappucino yes. Er arriveren na enige tijd vier grote koppen met een schuimlaag waarop een zoet smakend versierinkje is aangebracht. Maar onder het schuim zit inderdaad koffie, zoete koffie en ik heb het idee dat ie uit een pakje van meneer Nescafé komt.
Geld wisselen bij de Vietnambank lukt daarna niet omdat die gesloten is. Of middagpauze houdt, wat andere –particuliere- banken in het centrum niet doen. Die zijn wel geopend. Ik kies er op goed geluk eentje uit om te informeren of ze Euro’s wisselen en tegen welke koers. Yes, lacht een vriendelijke jongeman me toe na mijn vraag en wijst op een bord bij de deur. Het lijkt me een prima koers en ik geef aan dat ik driehonderd Euro wil wisselen. Samen met een assistente gaat hij aan het werk om Dongs uit een brandkast te halen. Een tweede assistent berekent ondertussen op z’n computer het precieze bedrag en print dit uit. Met z’n drieën maken ze vervolgens een stapeltje van het bedrag dat ik zal ontvangen. Het duurt een paar minuten en ik krijg nog niets want eerst wandelen ze met het wisselformulier en het geld naar de chef die in een hoek van het vertrek de transactie nauwlettend in de gaten houdt.
Is het in orde? Ja, het is in orde, het formuliertje wordt door hem afgetekend.
Er wordt een dikke stapel Dongs voor me uitgeteld en ook nog drie geldstukjes van een halve Dong of iets dergelijks. Ik ben weer miljonair en uitgezwaaid door alle aanwezigen verlaat ik tevreden het kantoor.
Wat kan je nog meer doen in het centrum. In ieder geval een lekker belegd broodje eten bij een bakkerij en een beetje rondwandelen. Langs souvenirwinkels, goudwinkels, eetcafés, elektronicazaken en horlogewinkels. Bij een van de laatste kopen we een horloge voor onze oudste kleinzoon. Met stopwatch en nog veel meer tijdkunstjes voor een bedrag dat je in Nederland al gauw kwijt bent als je een nieuw ‘knoopje’ voor je horloge nodig hebt.
In het vorige hoofdstuk vertelde ik al dat Dalat een centrum is van tuinbouw en bloementeelt. De producten daarvan zijn overal te verkrijgen in de stad. Bij bloemenstallen waarop alle kleuren van het spectrum vertegenwoordigd zijn. Bij vrouwen die aardbeien en ander fruit verkopen.
We lopen daarna de grote centrale markt op die in een lelijk betonnen gebouw is ondergebracht. Hier is letterlijk alles wat je op eetgebied kunt bedenken, te koop. Ook een mals stukje hond? Zeg maar hoeveel je hebben wilt, dan snijden we even een stukje voor u af.
’s Avonds eten we weer bij Long Hoa eethuis. Het is er weer druk, veel toeristen, dank zij de vermelding in Lonely Planet en de Trottergids.
Geen wandeling vanaf het hotel deze keer maar een ritje met het busje. Bao nemen we mee, hij behoort gewoon bij ons groepje en we proberen wat Vietnamees van hem te leren. Omdat zijn kennis van de Engelse taal ook niet overhoudt steken we zo allemaal wat op. Een leerboekje Engels-Vietnamees dat we voor hem gekocht hebben bewijst daarbij goede diensten.
De zoon van de eigenaar neemt onze bestelling op, vraagt daarbij of we uit Nederland komen en vertelt dat zijn zuster in Hoorn woont. Gevlucht na het vertrek van de USA? Ik vraag het hem maar niet. Misschien heeft ze in Hoorn een nieuw bestaan opgebouwd met een Vietnamees restaurant of een marktstal met Vietnamese loempiaatjes.
Long Hoa is een eethuis waar je komt om te eten en daarna weg te wezen. Gezellig natafelen is er niet bij. Opa houdt alles in de gaten. Een jong stel toeristen dat misschien nog best een dessertje had gewild krijgt op zijn aanwijzingen de rekening gepresenteerd met het verzoek om te vertrekken. Ze zijn te verbluft om te protesteren. Als ze na het betalen opstaan worden er gelijk drie tafels aan elkaar geschoven voor een groep Chinezen die buiten staat te wachten.
Wij gaan om half tien terug naar het hotel om het oude jaar uit te luiden.
De volgende aflevering van ons verblijf in Dalat vertelt er meer over.
8 juli 2009
erJeetje