27. Nog meer eerbetoon.
De erebegraafplaats Loenen
Na de oorlog heeft de Nederlandse overheid zich veel moeite getroost om al diegenen die als gevolg van het verzet het leven lieten, een waardige laatste rustplaats te bezorgen. Het ging daarbij zowel om mensen die overleden waren in een concentratiekamp als degenen die gefusilleerd waren als gevolg van een doodsvonnis.
Het terugvinden van de stoffelijke resten was in talloze gevallen moeilijk en in sommige gevallen, wanneer de betrokkene in één van de Duitse concentratiekampen was gecremeerd, onmogelijk.
In Nederland waren de lichamen van gefusilleerden soms gecremeerd in Westerveld. Maar het was ook voorgekomen dat de slachtoffers in massagraven werden begraven, zoals op de fusillade-plaatsen op de Waalsdorpervlakte in Scheveningen en bij het concentratiekamp Vught.
Wat m’n vader betreft wist m’n moeder dat hij in 1943 was gefusilleerd maar ze had nooit te horen gekregen wat er met zijn lichaam was gebeurd.
De Dienst Identificatie en Berging was de instantie die na afloop van de oorlog als taak kreeg al het mogelijke te doen om de stoffelijke resten van de gevallenen op te sporen, te identificeren, te bergen en te begraven. Daarbij werd in overleg met de nabestaanden een plaats voor de herbegrafenis vastgesteld.
De resten van Jan Dieters en mijn vader zijn toen teruggevonden in een massagraf op de Waalsdorpervlakte.
Mijn vader is eerst herbegraven in Wassenaar en later op de Erebegraafplaats van de Oorlogsgravenstichting in Loenen op de Veluwe. Een beetje terug naar de roots van z’n voorouders. Die waren namelijk afkomstig uit deze streek.
Hij ligt daar naast z’n makker in de strijd Jan Dieters. Op nummer 486 van vak A, onder een kleine witte steen, net als alle andere oorlogsslachtoffers die daar hun laatste rustplaats gevonden hebben.
Het Louis Jansenplein
Slotermeer is één van de tuinsteden in Amsterdam West die in de jaren vijftig in de naoorlogse woningnood moesten voorzien. Een deel van de straten in die wijk werd bij het gereedkomen van de bouw genoemd naar verzetshelden uit de jaren 40-45, een gebeurtenis die zonder veel ophef heeft plaatsgevonden. Op deze manier ontstond het Louis Jansenplein.
Na de oorlog kwamen het verzet en degenen die aan het verzet hadden deelgenomen pas een jaar of dertig – veertig na de bevrijding door publicaties in kranten en tijdschriften weer meer in de belangstelling te staan. Ik kan niet meer nagaan welke instantie of vereniging het initiatief heeft genomen maar in Amsterdam werd besloten om het eerbetoon uit de vijftiger jaren met enig ceremonieel te herbevestigen.
De familie van alle naamgevers werd daartoe voor een feestelijke bijeenkomst uitgenodigd in hotel Slotania. Na afloop van de bijeenkomst werd er gezamenlijk een rondje door de betreffende straten gemaakt waarbij nieuwe straatnaamborden werden onthuld die naast de naam een korte beschrijving van de betrokken personen vermelden.
En zoals de foto op de volgende bladzijde laat zien werd er ook een bloemetje gelegd.
Over Jan Dieters
Jan Dieters heeft nooit de bekendheid gekregen waarop hij recht had. Net zoals mijn vader verdween hij in 1950 uit de publiciteit. Dat wil zeggen dat zij niet meer in de Waarheid genoemd werden.
Tot ik in het voorjaar van 2023 twee Emails ontving van Richard Groothedde.
De tekst was verrassend.
In de tweede mail maakte hij zich bekend als een kleinzoon van Jan Dieters. en schreef het volgende: “Doordat steeds meer archieven op internet worden geplaatst kom ik meer te weten over mijn opa. Ik zou graag met u over hem willen praten omdat in mijn familie niet over mijn opa werd gesproken.”
Inmiddels zijn mijn moeder en ooms als kinderen van Jan Dieters overleden.
Het gevolg was een briefwisseling die voor mij de volgende verrassende feiten opleverden.
Het huwelijk tussen Jan Dieters en Maria Roos was in 1938 in een scheiding geeindigd. Maria Roos had Jan er namelijk op betrapt dat hij een verhouding had met een anderen vrouw. (Dirkje Mandemakers)
Zij had haar echtgenoot daarop met medename van de kinderen voorgoed verlaten.
Na de oorlog kwam de vrouw van Dieters een aantal keren bij mijn moeder in de Scheldestraat op bezoek. Een keer had zij daarbij haar dochter Dikkie meegenomen. Als ik achteraf moet schatten hoe oud Dikkie was denk ik dat zij zo oud was als mijn jongste zus.
Vaag herinner ik me het verhaal van mijn moeder dat de nieuwe relatie een garagebedrijf had in Deventer of Apeldoorn. Later contact tussen Maria Roos en mijn moeder is er bij mijn weten niet geweest.
Richard, die een zoon is van een dochter van Maria Roos, twijfelt of laatstgenoemde (zijn oma) mijn moeder na de oorlog heeft bezocht. Het is goed mogelijk dat de vriendin van Jan Dieters, Dirkje M., zich als zijn wettige vrouw heeft voorgesteld.
In de rechtzaak tegen Vosveld = zie hoofdstuk – wordt de vrouw van Dieters een aantal keren als getuige opgeroepen. Het is onduidelijk of hier sprake is van Maria Roos of van Dirkje Mademakers.
Of Richard er nog in geslaagd is om dit probleem te ontrafelen, weet ik niet.
Op de vraag waarom Jan Dieters niet wordt genoemd in de verzetsliedenbuurt in Amsterdam moest ik het antwoord schuldig blijven. Ik hoop dat hij er in geslaagd is om in contact te komen met de groep die de verzetshelden van een gezicht voorziet.
Verzetshelden krijgen een gezicht
Voorjaar 2921 las ik een ingezonden stuk in het PAROOL waarin een organisatie werd genoemd die zich al een aantal jaren bezig houdt met het verfraaien van de straatnaamborden. ‘Geef straten een gezicht’ was de naam die ik in het PAROOL zag. Voor de straten in Amsterdam West die naar verzetshelden werden genoemd kwam ik ook de naam ‘geef verzetshelden een gezicht’ tegen.
De borden, met afmetingen van ca. 60 bij 90cm, zijn voorzien van een portret van de naamgever, een beknopt CV en de activiteiten waarmee hij of zij zich tegen de Duitse bezetter van ons land verzette.
Via internet kwamen we achter een adres van de initiatiefnemers en een naam. Stadsfotograaf Paul F. was de initiatiefnemer en In het contact dat we met hem hadden bleek dat ze jaarlijks een aantal straten van zo’n nieuw bord voorzagen. Nee, het Lou Jansenplein was nog niet aan de beurt maar stond wel bovenaan in de wachtlijst.
Ik heb daarna een paar keer contact gehad met Paul F. over een portret van m’n vader en de tekst die op het bord zou komen. Daarna volgde eigenlijk een klein jaar stilte tot ik begin mei een Email ontving waarin de afzender vertelde dat hij had gezien dat er op het Lou Jansenplein zo’n nieuw bord was geplaatst. Via internet was hij in de website ‘De Wereld van Gajus” terechtgekomen en ons adres.
Wij zijn er nog dezelfde zondag naar toe gereden en een half uurtje later wandelden we van een parkeerplaats naar het plein. Het Lou Jansenplein is niet echt een fraai plein. Meer een groot verkeerspunt met rondom huizenblokken. Half achter een boom en een grasveldje zagen we een naambord tegen de zijkant van een woning. Was hij het? Geen twijfel aan.
Het was geen echt mooie foto van m’n vader die me van het bord aankeek.
We hebben overigens geen goede foto’s van hem. Die zijn er niet, dat wil zeggen dat we nooit een exemplaar hebben kunnen vinden.
Met uitzondering van grofkorrelige krantenfoto’s zijn ze na zijn arrestatie in ’43 ingenomen door de SD.
Maar wel mooi dat hij op dit plein weer voor het voetlicht treedt. Lou Jansen of Louis Jansen zoals zijn officiële naam luidt. Beide namen worden op het plein genoemd. Bijna tachtig jaar na datum heeft hij een gezicht gekregen.