3. De Duitse inval op 10 mei
De oorlog, die centraal staat in dit boek, begon op 10 mei 1940 met een verrassingsaanval van onze oosterburen. Zonder enige waarschuwing trokken de Duitsers in de eerste uren van die dag met een overmacht aan vliegtuigen en legereenheden ons land binnen.
Het was mooi weer die vrijdag, het was al een aantal dagen mooi weer en het vrije weekend van Pinksteren stond voor de deur. Je zou je kunnen voorstellen dat iedereen al plannen had gemaakt om er op uit te gaan, naar het strand, naar de bossen, sporten. Lekker onbezorgd genieten.
Ik twijfel echter of dat laatste waar is. Duitsland had namelijk al een aantal jaren plannen voor de stichting van een groot duizendjarig rijk en daarin paste de neutraliteit van Nederland niet. En er waren al een paar maanden voortekenen die erop wezen dat er een aanval zou komen op ons land.
Ik kreeg een aantal jaar geleden een verzameling oude clubbladen van m’n voetbalvereniging in handen; het ging om bladen uit die tijd. Daarin las ik dat de club al maanden problemen had om met volledige elftallen uit te komen omdat veel spelers gemobiliseerd waren en niet elk weekend verlof kregen om te spelen. Voor het Pinksterweekeinde waren zelfs alle verloven ingetrokken. Niks te onbezorgd weekeinde dus
Ik werd die vrijdag vroeger dan normaal wakker door gerommel en gedreun buiten en ik dacht eerst, half slaapdronken nog, dat het onweerde. Maar ik had al snel door dat het enorme lawaai buiten van iets anders afkomstig moest zijn. Waarvan of waardoor was me niet duidelijk. Pas later die dag heb ik gehoord dat het een combinatie was van het geluid dat vliegtuigen in duikvlucht maken en de knallen van een batterij luchtdoelgeschut, die een gordijn van granaten de lucht inschoot. Plus zo nu en dan het doffe gedreun van explosies uit de richting van de haven.
Misschien heb ik daarna nog wel een tijdje met m’n hoofd onder de dekens gelegen maar op een gegeven moment ben ik ongerust naar de huiskamer gelopen waar ik de rest van de familie ontdekte. Die zaten bij elkaar naar de radio te luisteren. Door de ramen zag ik dat er op straat geen mens te bekennen was. De hemel was echter bezaaid met honderden kleine kringvormige wolkjes; alsof er iemand al rokend kringetjes aan het blazen was.
Ik moest meteen van dat raam vandaan. Het was veel te gevaarlijk om daar te staan. Die wolkjes werden veroorzaakt door ontploffende luchtgranaten, de scherven suisden zo nu en dan door de lucht en je wist maar nooit of er niet eentje naar binnen zou vliegen. Het was oorlog!
“Oorlog?”
“Ssst, stil, de radio”.
De verbazing moet van m’n gezicht te scheppen zijn geweest. Zoals gezegd stond de radio aan en ik luisterde ook maar mee naar allerlei berichten die vooral over gevechten handelden. Het verloop van de strijd bij de afsluitdijk, bij Noordwijk waar parachutisten waren geland en over de ‘heldhaftige tegenstand’ die overal werd geboden. De vliegtuigen, die nog steeds in de lucht zoemden, hadden het op olieopslagtanks in het havengebied gemunt en op Schiphol.
Later op de ochtend werd het weer rustig en ging iedereen de straat op. Jong en oud liep met stukjes van ontplofte luchtdoelgranaten in de hand. Behalve ik. Onder geen voorwaarde mocht ik daar van mijn moeder aankomen. Straks ontploft zo’n ding in je hand en ben je je vingers kwijt. “Ja maar, iedereen is ze aan het zoeken, mam, en ik kijk echt wel uit”.
Haar nee was echter onverbiddelijk en toen ik mopperend naar buiten ging was alles al verdwenen.
Hoewel ik me verder niet meer veel details kan herinneren moet het een chaotische dag voor iedereen zijn geweest. M’n school ging die dag natuurlijk niet door en de eerste dagen van de week daarop ook niet. We hadden drie of vier dagen Pinkstervrij.
Kranten kwamen wel uit, nog diezelfde vrijdag met extra edities, met grote koppen op de voorpagina natuurlijk en veel foto’s. De krant van zaterdag 11 mei, het ochtendblad, begon met een voorpagina die bijna volledig in beslag werd genomen door berichten over het verloop van de eerste oorlogsdag. De opperbevelhebber bracht in een dagorder de dank van de koningin aan het Nederlandse leger over. Ook de bevolking kreeg een pluim voor z’n houding want de ‘flinke houding onzer troepen weerspiegelt zich in de stemming van ons volk, die van vastberadenheid getuigt’.
“De Duitse overval kon als mislukt worden beschouwd, meer dan 100 Duitse vliegtuigen waren door ons neergeschoten en ook de aanval op België was op alle punten gestuit.”
Wat ontbrak in de kranten was de reactie van de Amsterdammers op de plotselinge oorlogstoestand. Op 12 mei was het bijvoorbeeld Moederdag. Wat deden alle vaders en kinderen met die dag? In de avondkrant van het Algemeen Handelsblad van zaterdag zette ene Flip de moeders voor één dag op een voetstuk waarbij alle andere nieuws in de krant verbleekte. Onder de titel “Morgen is het Moederdag ” joeg hij iedereen de deur uit om alsnog iets voor moeder te kopen. Jammer alleen dat het bericht voor velen te laat kwam omdat B&W van Amsterdam hadden verordend dat alle winkels op zaterdagavond om acht uur gesloten moesten worden.
Of wij op school gekleurde plakwerkjes voor moeder maakten weet ik niet. Alle herinneringen in die richting zijn in m’n geheugen gewist.
Een onderwerp dat in de krant volledig ontbrak was een verslag over de jaarlijkse luilakviering die altijd op de zaterdag voor Pinksteren plaatsvond. Ik denk dat daar deze keer weinig van is gekomen. Dit folkloristische gebruik in Noord Holland waarbij de jeugd voor dag en dauw door de straten trok om met veel lawaai iedereen wakker te maken was een dag eerder overgenomen door andere drukteschoppers.
Waar eveneens niets over werd geschreven waren de gevolgen van de luchtgevechten boven de stad. Waren er bommen gevallen in de havens of op Schiphol? De krant zweeg er over in alle talen.
In Amsterdam was het met die ene dag oorlog in de lucht overigens afgelopen maar dat betekende niet dat iedereen weer gekalmeerd was. De onheilspellende sfeer bleef hangen, hoe zou het verder gaan, zou het leger standhouden? Er waren onmiddellijk strenge verduisteringsmaatregelen ingesteld waarbij woningen en bedrijven verplicht waren om te verduisteren. Iedereen en alles werd gecontroleerd op ontsnappende lichtstraaltjes door leden van de luchtbeschermingsdienst.
Al met al werden het vreemde Pinksterdagen. Alle sportwedstrijden waren afgelast. Theaters en bioscopen waren gesloten evenals de meeste café’s. Adviezen hoe je het weekend het beste kon doorbrengen ontbraken. Mocht je de stad eigenlijk nog wel verlaten?
Na zondag werd de berichtgeving in de kranten geleidelijk minder optimistisch
Zoal bekend hebben de gevechten vijf dagen geduurd. Na het bombardement op het centrum van Rotterdam en de dreiging van bombardementen op andere steden werd verder verzet zinloos geacht en werden de gevechtshandelingen gestaakt. Nederland capituleerde, het koningshuis en het kabinet vertrokken naar Engeland om daar de strijd voort te zetten.
In Amsterdam arriveerden de Duitse soldaten op 16 mei.
Een deel van de troepen reed via de Hoofdweg, vlak bij ons huis dus, de stad in. Zo trokken de Germanen dus opnieuw de lage landen aan de Noordzee binnen. Alleen dit keer niet in uitgeholde boomstammen via de Rijn maar marcherend, met auto’s en met motorfietsen.
In een eindeloze colonne trokken ze langs, gadegeslagen door de bewoners van de buurt, die zich langs de kant van de rijweg hadden verzameld. Ik stond er met m’n moeder tussen een dikke rij mensen. Iedereen keek zwijgend toe. Voor de meeste toeschouwers moet het de eerste kennismaking met de Duitse Wehrmacht zijn geweest. Honderden soldaten in muisgrijze uniformen met zwart leren laarsen en de typische Duitse helm.
Ik geloof niet dat ze zongen, anders was me vast wel de overeenkomst met de liedjes van het Duitse groepje in Zandvoort opgevallen.
(links) Vverwoesting van Rotterdam.
(rechts) In tocht van de Duitsers in Amsterdam
De foto op de volgende bladzijde is genomen op de Berlagebrug. De toeschouwers op die plaats, het moeten wel NSB’ers zijn geweest, juichen de bezetters toe en brengen de Hitlergroet. Zo begon een periode waarin alles anders werd, niet alleen in Nederland maar ook op al die andere plaatsen waar oorlog werd gevoerd.
Het duurde vijf jaar voor de bevrijders via diezelfde brug in Amsterdam arriveerden. Vijf lange jaren waarover ik in de volgende hoofdstukken iets zal vertellen.