05 feb 2010

4. Disadvantaged youth

0 Reacties

Maandag 11 december-vervolg. Je wilt met een fietstaxi op stap. Voor je hotel staan ten minste tien berijders van een dergelijk voertuig te wachten op een liefhebber voor een ritje. En je vraagt of ze bijvoorbeeld de weg weten naar the Bakery. Yes, roept de groep dan in koor. Yes, I will bring you.
Op goed geluk kies je er eentje uit en start de onderhandelingen over de prijs voor een ritje. Hundredthousand krijg je te horen en omdat je hebt gelezen dat men altijd teveel vraagt trek je een zuinig mondje om aan te geven dat je je niet kunt vinden in dat bedrag. How much, how much, dringt de aspirant vervoerder vervolgens bij je aan. Wat wilt u dan betalen? Je doet of je nadenkt en zegt vervolgens met het gezicht van een rasonderhandelaar – die je overigens niet bent – dat twentythousand je een heel redelijk bedrag lijkt voor het ritje. Kreunend proeft je tegenstander het aanbod. Twentythousand voor dat hele stuk naar the Bakery. Maar goed, hij wil je tegemoetkomen en verlaagt z’n aanbod naar eightythousand. Na nog wat heen en weer praten en je dreigement om dan maar te gaan lopen word je het uiteindelijk eens over fiftythousand en met een zucht neem je plaats in de overtuiging dat alles geregeld is en je kunt vertrekken.
Te snel echter deze conclusie. Waar je naar toe wilt, vraagt je fietser. The Bakery, beste man. Daar hebben we toch een deal voor gemaakt?
Ah yes, bakery en hij zet het voertuig in beweging om een paar honderd meter bij het naderen van een collega even te stoppen en bij hem te informeren. Bakery, of die ander misschien weet hoe je daar komt? Het antwoord kan je nu wel haast zelf bedenken. The Bakery, yes. Dat yes betekent dus no en je pakt er je plattegrondje van de stad bij om te wijzen waar je heen wilt. Here look, Tran Hung Dao. Ah yes roepen er nu drie vier, er zijn wat passanten bij komen staan. Trang Thuong,  yes.
No, ho, no Trang Thuong. Tran Hung Dao, the Bakery.
Zes mensen buigen zich inmiddels over je kaart van Hanoi, draaien hem alle kanten op tot een ten slotte wijst hoe er gereden moet worden. Die kant op, en dan immer gerade aus op z’n Vietnamees.
Met wat geluk en na nog een paar keer vragen arriveer je dan vaak toch nog op je bestemming. Yes.

Waarom eigenlijk naar the Bakery? Is daar iets bijzonders mee?
Dat kan je wel zeggen ja. Een van de redenen is dat je er goed schijnt te kunnen eten maar belangrijker is de functie die het als opleidingsinstituut voor probleemjongeren vervult. Die leren er zowel brood bakken als opdienen, koken en al die andere vaardigheden die je in de horeca moet beheersen. Opgericht in 1995 wordt het tegenwoordig gesteund door twee Franse NGO’s en met ons bezoek dienen we ook nog een beetje een goede zaak.
De Bakery dus, niet naast de deur maar aan de andere kant van het meer en dan nog een stuk verder, te ver om te lopen vinden we en na onderhandelingen zoals ik hierboven schetste, gaan we op weg. Het is al avond, de straatverlichting brandt en dat is maar goed ook want om een of andere reden zijn fietstaxi’s niet van licht voorzien. Beetje gevaarlijk maar nu nog terugkrabbelen kan niet meer. Het wordt een bloedstollende tocht waarbij je op de kruispunten het beste je ogen even kunt sluiten en onze twijfel of we het doel ooit zullen bereiken groeit gaandeweg. Maar dan arriveren we na een dikke twintig minuten eindelijk in een smal donker straatje. Is hier the Bakery? Yes en onze fietsers wijzen ons stralend op de verlichte ingang van iets wat van alles kan zijn. Maar een bordje geeft aan waar we ons bevinden en inderdaad, we staan voor de Ecole Hoa Sua. Pour les jeunes en difficultes. Hotellerie, Restauration, Tourisme of zoals vele boekjes vermelden The Bakery.
Toch nog gelukt en we willen onze fietsers betalen maar dat is niet de bedoeling. In de wereld van verschil gaat dat anders. Betaalt u nou maar niet, begrijpen we uit hun verhaal. U moet straks weer terug en wij wachten gewoon. Dan kunt u ons na afloop betalen.
Eh ja, maar dat kan wel even duren, hoor. Wij nemen er altijd de tijd voor om te eten en dan staan jullie hier maar …..
No problem, sir, we wait for you. En aangezien een wandeling terug ons sowieso niet aantrekkelijk lijkt omdat we geen idee hebben welke kant we dan op moeten, geven we maar toe en gaan naar binnen.
Het is er niet druk, vier andere mensen en minstens vijf disadvantaged jongelui om ons te bedienen.
De keuken is hier Frans georiënteerd wat gezien de steun uit dat land voor de hand ligt. Wat we willen drinken? Lekker glaasje witte wijn en we bestellen een fles Franse die ons even later door de jongedame die de leiding heeft, wordt getoond. Gelijk maar openen besluiten we maar wel in een emmertje ijs want de fles voelt niet echt koel aan. Ze maakt er een beetje een ritueel van en daar mag ik altijd met graagte naar kijken. Alleen gaat er iets mis bij het openen van de fles. Ze draait de kurkentrekker scheef in de kurk. Als ze die eruit wil trekken verbrokkelt ie en breekt halverwege af. Een beetje hulpeloos kijkt ze ons daarna aan, tijd om haar een helpende hand toe te steken. Can I help you? Er komt een trek van opluchting op haar gezicht en ik mag het even overnemen. Geen best sommeliersmes waar ze mee werkt, de punt van het schroefgedeelte zit niet goed in het midden. Voorzichtig probeer ik om deze in het midden van het resterende kurkdeel te krijgen en ik voel me plotseling als  een disadvantaged jongere tijdens z’n eerste werkdag in een sterrenrestaurant aan wie de baas vraagt waar hij in Godsnaam mee bezig is. Langzaam zet ik wat druk op de trekker en draai deze in de resterende halve kurk. Nou niet te ver draaien, hij mag er niet doorheen schieten. Dit gaat wel lukken maar nu eerst alle kurksnippertjes van de hals weghalen en dan het pootje van de hefboom op de rand plaatsen. Voorzichtig probeer ik de hefboom omhoog te trekken. Lukt het? Ja, hij komt omhoog en met een zucht van opluchting uit vijf kelen wordt het karwij voltooid. De presentatie van de kurk om te beoordelen of die in orde is laten we maar achterwege.
Zoals ik al zei, je kunt van het openen van een fles wijn een mooi ritueel maken en dan praat ik nog geeneens over het inschenken van een bodempje wijn en de keuring op kwaliteit. Brengt de fles wat je ervan verwachten mag? Onze witte, een Sauvignon blanc, blijkt na een minuut of tien verblijf in de koeler aangenaam van temperatuur en smaak te zijn. Het bevestigt het goede gevoel dat we vanaf het begin van deze eerste dag hadden. Dit wordt een leuke reis.
We eten daarna lekker en praten nog wat met de jongedame die de leiding heeft. Als we na een dik uur afscheid nemen van dit restaurant staan onze fietsjongens buiten trouw op ons te wachten. Yes, back to your hotel.
De rit terug levert geen problemen op. Bij het afrekenen spreken we gelijk af dat ze ons morgenochtend om tien uur zullen afhalen. Oom Ho wacht en een paar musea.
Nemen we nog een afzakkertje? Nee, we zijn moe en om half elf liggen we erin. We hebben wel wat rust verdiend. Eenmaal ingeslapen komt daar echter niet veel van met woeste ritten op een Solex waarbij ik word achterna gezeten door een groep disadvantaged jeugd in fietstaxi’s die het op m’n schoudertas heeft voorzien.
Maar gelukkig een prima Solex en ik weet te ontsnappen. Daarna eindelijk genoten van de welverdiende rust.

 


[begin]