4. Goede morgen, Hanoi
Hoe laat is het eigenlijk? Half tien pas. Ik moet me even in m’n arm knijpen om me te realiseren dat we koffie zitten te drinken bij het Hoan Kiemmeer. Een dag geleden zaten we nog in het koude Amstelveen en nu kijken we vanaf het terras neer op de verkeersdrukte beneden ons. Bij een temperatuur van 22 graden en een zonnetje dat pogingen doet om door de ochtendnevel te dringen.
Vergeten is de lange vlucht in het vliegtuig van Vietnam Airlines, een oude bak met zitplaatsen die me berekend lijken op de grootte van een gemiddelde Vietnamees. Dat wil dus zeggen, twee koppen kleiner dan deze Nederlander die het na de maaltijd en een uurtje vliegen al helemaal gezien had. Opgevouwen als de zure bommen in een pot van Kühne, in een ongemakkelijke stoel met de inmiddels slapende passagier voor me bijna op m’n schoot.Vliegen in de Economy klasse is op zo’n lang traject geen lolletje.Wat te doen als je de kunst van het slapen in een vliegtuig niet meester bent? Je kunt proberen wat te lezen, naar een film kijken op een minischermpje voor je of naar muziek luisteren. Ik geef dan altijd de voorkeur aan m’n Ipod boven het programma dat in het vliegtuig wordt aangeboden.
Een ding moet ik VNA nageven, de ravitaillering was prima verzorgd met de hele nacht hapjes en drankjes in de pantry. Sandwiches, stukjes fruit en kommen soep. De laatste, een Vietnamese variant uit een pakje, verspreidde na het opgieten van heet water een kruidige lucht die door het hele vliegtuig trok.Het vliegtuig was tot de laatste plaats bezet. Waarom ze na het inchecken zo’n problemen hadden met onze seatnummers was me niet duidelijk geworden. Evenmin of er andere passagiers waren achtergebleven.
Wat een opluchting toen we in alle vroegte in Hanoi arriveerden en we het vliegtuig konden verlaten. Snel naar het hotel was m’n enige wens maar dat viel tegen omdat bij het passeren van de douane dezelfde chaos ontstond als bij onze vorige reis. Je komt het land namelijk pas binnen als je niet alleen over een paspoort met een geldig visum beschikt maar ook een formulier kunt laten zien waarop je allerlei gegevens over het doel van je eis hebt ingevuld. Vaak ontvang je dergelijke formulieren al vooraf in het vliegtuig zodat je ze daar in alle rust kunt invullen maar in Hanoi gaat dat anders. Daar krijg je dat ding pas op het vliegveld en moet je het ter plaatse, op de luchthaven dus, invullen. Wel eens gezien hoe driehonderd mensen op trappen, stoelen en wat er nog meer kan dienen als ondergrond om te schrijven, proberen een formulier in te vullen dat je paspoortnummer vraagt, de plaats waar je naar toe gaat, je vluchtnummer, wanneer je weer weggaat uit het land? Dat bedoel ik, dat duurt even, vooral als je geen pen bij de hand hebt, maar ook hier was het gezegde van toepassing dat aan elk nadeel een voordeel kleeft. Als bij het passeren van het groene gilde dan eindelijk het begeerde toegangsstempel in je pas wordt gezet hoef je nauwelijks te wachten bij de kofferband.
No luggage had ik een paar weken eerder gedroomd maar dat was gelukkig niet het geval. Alle bagage draaide reeds een rondje en konden we zo meenemen.
Alles was daarna verlopen zoals je hoopt dat het zal gebeuren. Een chauffeur met een grote bus stond buiten al op ons te wachten, tijdens de rit naar het hotel zag ik dat het verkeer weer drukker was geworden dan de vorige keer en dat er ijverig werd gewerkt aan verbetering van de infrastructuur. En in het hotel werden we begroet als oude vrienden. Yes, wellcome, we remember you, de meisjes waren al bezig om onze kamers schoon te maken en als we trek hadden stond het ontbijt klaar. Daar hadden we wel trek in en omdat we uitzagen naar een hernieuwde kennismaking met het kloppend hart van de stad waren we daarna op stap gegaan. Naar dat restaurant op de vierde verdieping bij het Hoan Kiemmeer en daar werk ik nu bij een tweede Espressootje m’n dagboek bij.
Hanoi is klaar wakker, dat is duidelijk en ik heb het gevoel of ik er nooit weggeweest ben.
Good Morning, Hanoi.
Good morning, sir. Where do you come from?
erJeetje