21 mei 1995

En omdat ’t zo’n lekker rustig weer was dacht ik na de afwas en de krant: “Weet je wat, we gaan lekker nog effe een blokkie om. Wandelen, als ontspanning, om de geest tot rust te brengen”.
Maar mevrouw Gajus had geen zin en zei dat ik maar alleen moest gaan. En ik moest niet vergeten dat ik om acht uur effe moest stoppen vanwege de herden­king.
Maken jullie ook wel eens zo’n wandelingetje?  Moet je doen. Is goed voor je. Nee, echt. Je vergeet alles en vooral de tijd. En hoewel ik zo nu en dan op m’n horloge had gekeken kwam ik er daardoor pas 5 over acht achter dat ik de stilte had gemist.
“Verrek”, dacht ik. “Is ’t me verdorie toch nog ontgaan. Maar het was ook helemaal niet stil”!
Even voor half negen was ik weer thuis en viel pardoes in een TV verslag van de herdenkingsplechtigheid op de Dam. Net op het moment dat Beatrix en de kloonplins in marine uniform en Claus en nog een hele schare geuniformeerde heren langs het monument liepen. Je kon wel zien dat ze wisten hoe het hoorde want ze hadden allemaal hetzelfde uitdrukkingsloze gezicht opgezet.
Alleen Claus was zichzelf gebleven en zag er daardoor maar ook door de wijze waarop ie naar de kransen keek als enige menselijk uit.
“Sag mir wo die Menschen sind, wo sind sie geblieben”? neuriede ik even zachtjes voor me heen.
En daarna kwam er een klasje met schoolkinderen. Niet zo maar een klas, kom nou, die waren al weken van te voren zorgvuldig geselecteerd en geïndoctrineerd. Was wel grappig om te zien hoe die kinderen zich gedroegen. Een paar meiden giechelig van “Oohhh, we zijn op de televisie”.  En d’r liep ook een jongetje met zo’n gezicht van alsof ie d’r eigenlijk niet bijhoorde. Ze hadden allemaal een bloemetje in de hand om  neer te leggen naast die protserige kransen en je kon zien  dat ie blij was dat ie het kwijt was.
Ik kan me wel ongeveer voorstellen hoe dat is gegaan op school, in die klas. De meester die vertelt over de oorlog en hoe erg dat wel was, van die dingen.
“Maar d’r zijn toch veel meer oorlogen geweest, meester Gajus. Waarom is deze dan zo bijzonder”? riepen d’r een paar door de klas.
“Daar hebben jullie natuurlijk gelijk in, jongens”, gaf de al wat oudere paedagoog als antwoord. “Maar deze oorlog is zo bijzonder omdat ie ons land zo rechtstreeks raakte. En omdat er daardoor zoveel mensen gedood zijn”.
Gelukkig was er daarna een meisje dat iets over de bevrijding wilde weten en hoe dat allemaal gegaan was en hoefde hij geen verdere uitleg te geven over iets wat eigenlijk niet uit te leggen valt.
“Hoe wisten jullie nou dat de oorlog afgelopen was, meneer Gajus?”
“Dat is natuurlijk logisch hè, d’r werd niet meer geschoten”, riep één van de kinderen van het geselecteerde klasje.
“En ze lieten het natuurlijk op de TV zien”, riep een ander.
“En de mensen vierden feest”.
Een beetje pijnzend bekeek meester Gajus z’n door elkaar pratende klas. Hoe moest ie die nou uitleggen dat het allemaal heel anders was gegaan. Televisie? Hij kon zich geeneens meer herinneren of de radiodistributie het toen nog deed. Waren d’r toen nog kranten?
In ieder geval ging het nieuws op een of andere wijze op een avond als een strovuurtje door de stad. Maar iedereen reageerde een beetje terughou­dend omdat er al eerder van dat soort berichten waren geweest. En omdat je na achten ’s avonds niet buiten mocht zijn bleven de meesten maar binnen.
Hij was vroeg naar bed gegaan die dag en hoorde het pas de volgende ochtend maar ook toen was er niet zoveel te merken.
Het sombere weer van die dag werkte ook niet echt mee aan een feeststemming. Vanuit de buitenwijk, waar ie woonde was ie toen naar de binnenstad gelopen om te zien of daar al wat gevierd werd of zo maar ook daar dezelfde terughoudend­heid. Alleen in het plantsoentje bij het Wetering­circuit, waar de moffen toen die mensen hadden gefusilleerd, waren veel bloemen neerge­legd.
Gelukkig kwamen er in de loop van de dag steeds meer berichten los dat het echt waar was en aarzelend verschenen d’r zelfs hier en daar wat vlaggen uit de huizen. De oorlog was afgelopen en de Canadezen zouden komen om iedereen te bevrijden.
Dat heeft toen nog een paar dagen geduurd voor het gebeurde.
Maar eindelijk was het zover en op een stralende Meidag kwamen ze ’s ochtends van de richting Hilversum via de Berlagebrug de stad binnen. En toen pas kwam de vreugde over het einde van die oorlog echt los en ontstond er een massaal feest en een massale inhuldiging van die binnentrekkende soldaten dat de gehele dag en ook nog de dag daarna duurde.
Jaja, die oorlog van 40‑45. Hoe moest ie dat nou uitleggen aan z’n klasje. Voor hun was d’r waarschijnlijk niet zoveel verschil met de tachtigjarige oorlog tegen de Spanjaarden of de Hoekse en Kabeljauwse twisten.
Maar die intocht van toen. Dat stond ‘m nog helemaal voor de geest. Als je dat had meegemaakt had vergat je het nooit meer.
En moeizaam begon ie aan een poging om iets van die stemming en sfeer op z’n leerlingen over te brengen …..

Gajus libertatus


[begin]