10 Aug 2000

42. Even uithuilen

0 Reacties

Er heerste die avond een bedrukte stilte in de Ingooi, het café voor Ajax-oer-supporters. De stamgasten keken gelaten naar de laatste stuiptrekkingen van hun favoriet tegen het Schotse Celtic.
”Doe die jongens maar een rondje, Frits,” verbrak Haagse Karel het stilzwijgen na het laatste fluitsignaal terwijl hij de grootbeeld TV tot zwijgen bracht. ”En schenk jezelf ook wat in.”

”Volgens mij wordt het nooit meer wat,” zei ome Bram, de oude bloemenkoopman met de hem kenmerkende somberheid. ”’t Is net als met de rozenteelt in Aalsmeer, die is ook helemaal naar de gallemiezen gegaan.”
Maar er reageerde niemand. ’t Was duidelijk dat zelfs de meest fanatieke aanhanger na de ontluisterende opening van het seizoen alle vertrouwen in de spelers van hun cluppie, nog maar zo kort geleden als ‘godenzonen’ door het leven gaand, had verloren en lusteloos nipten ze aan de pils die Frits ze had voorgezet.
”Ze hadden nooit met die Adriaanse in zee moeten gaan,” opende haagse Karel de discussie. ”Weet je dat die nog trainer is geweest van de FC Den Haag. Toen had ie ook al zo’n mooi systeem. Weet je hoe ze ‘m noemden in het Zuiderpark? Kootje Kerstboom.”
”Kippen zonder kop, dat zijn het,” viel Fransie, die ooit nog als voorstopper in de betaalde jeugd had gespeeld, hem bij. ”Da’s toch geen verdedigen wat die gasten doen. Neem dat eerste doelpunt van die Schotten. Dat die ouwe de bal in het spel houdt in plaats van ‘m uit te laten lopen, daar kijk ik al niet meer van op maar dat nota bene die Petta volkomen vrij staat op links, nou daar kan ik met m’n verstand niet bij. Blijven kijken waar je tegenstander staat, riep m’n trainer altijd. Blijven kijken wat ie doet. Als je daar pas achter komt als ie de bal al aangenomen heeft dan hoeft het niet meer.”
”Helemaal waar,” mengde ome Bram, die in zijn jonge jaren een verdienstelijk amateurbokser was geweest, zich in het gesprek. ”Weet je wat ome Piet altijd tegen me zei? Nooit je dekking verwaarlozen, jongen. Mocht ik een keertje tegen hem sparren op de training, dacht ik dat ik Ali was. Kreeg ik me toch een paar knallen. Oooh, nou, mooi dat ik m’n les geleerd had. Brammetje zorgde er daarna wel voor dat ze ‘m niet raakten. Altijd vanuit een gesloten dekking gebokst. Ja schenk nog maar even bij, Frits.”
Buiten, in de vallende duisternis glom het asfalt van de regen, die weer was begonnen te vallen. Binnen kwamen de gesprekken op gang. Over vroeger natuurlijk, de gouden tijd met Pietje en Jopie, de befaamde wedstrijd in de mist en de revival van de club onder Lowie.
”Weet je wie ik al een tijd niet meer gezien heb?” gaf Nico, de eigenaar van installatiebureau ‘De kromme Volt’ het gesprek na een half uurtje een wending. ”Gajus, je weet wel, die ouwe van die stukkies.”
Alsof de persoon die naar deze naam luisterde daarop gewacht had zwaaide de deur van het café open en trad hij handenwrijvend binnen.
”Navond Frits, hallo mannen, brr, wat een rot weer buiten. Zomer noemen ze dat. Het lijkt wel herfst. Doe me een konjakkie, Frits en schenk die jongens ook wat in.”
”Heb je de uitslag al gehoord?” informeerde Nico nadat de volksschrijver zich had geïnstalleerd en met een slok Napoleon probeerde de kou uit z’n botten te verdrijven.
”Gehoord?” gaf Gajus te kennen. ”Ik kom er net vandaan. Wat een armoe maar ik heb nog iets veel ergers meegemaakt en met een brede zwaai legde hij een stuk papier voor z’n nieuwsgierig naderbij komend gehoor op de toonbank.
”Dat voetbal van die gasten leek natuurlijk nergens op maar let op m’n woorden, vandaag of morgen pikt don Leo dat niet langer en dan gaan we nog mooie dingen meemaken. Let maar op. Maar wat daar voor jullie ligt, dat is veel erger. Dat kreeg ik nota bene in m’n eigen arena in m’n handen gedrukt. Lees jij maar voor Fransie wat ze daar durven te schrijven.”
Z’n keel schrapend begon de aangesprokene te lezen.
“De afgelopen dagen, weken, jaren, heb ik mij afgevraagd waarom iemand zich verenigt of wil verenigen met AJAX. Waarom wil iemand hier bij horen, wat is de aantrekkingskracht van deze club?”
Terwijl hij verder las begon er iets te broeien bij de aanwezigen. Frits die dit soort situaties wel meer had meegemaakt probeerde met een rondje van de zaak olie op de golven te gooien maar hij was al te laat.
“Overal zie je de jeugd lopen in Ajax-kleding met een Ajax-pet op een Ibrahamofiets met een Ajax-fietsbel,” ging Fransie verder. “Op pleintjes zie je ze knikkeren met Ajax-knikkers. En dan praat ik nog niet over de slaapkamers van de kleine Bergkampjes en Glasekjes. Het beroerdste van hun opvoeders is hun vervelende karaktertrek, het zogenaamde meeloopsyndroom. Als het goed gaat hebben ze het allemaal zelf voor elkaar gekregen en als het slecht gaat ligt het aan een ander. Een Ajaxtrekje bij uitstek. En hun zonen en dochters worden ook nog eens besmet. Om even up-to-date te blijven, deze verontrustende mentaliteit is op dit moment wel heel erg goed waarneembaar. De dikke nekken zijn rustig, de kranten staan vol met advertenties waarin seizoenkaarten te koop worden aangeboden en de zogenaamde supporters verlaten al na een uur de arena. Wat zal Johan C. blij zijn dat het stadion niet naar hem is vernoemd. De …–‘
Met ‘zo is het wel genoeg’ probeerde een opgewonden oom Bram hem op dat moment de mond te snoeren en het papier te verscheuren maar een snelle ingreep van Gajus verhinderde deze begrijpelijke actie.
”Rustig, oom Bram, luister alleen nog even naar dit laatste stukje tekst.”
“Laatst kwam ik bij de visboer zo’n kereltje van 12 tegen. Toen ik hem vroeg waarom hij een Ajax-trainingspak aan had antwoordde hij verontschuldigend: ‘Dat moet van papa …’
Even was het doodstil in de Ingooi. Een stilte die Frits benutte om een grote schaal leverworst voor de verontwaardigde supporterschaar neer te zetten. Maar daarna zette lange Jan als eerste aarzelend in. AJAX, AJAX, waarna op een gegeven moment alle aanwezigen de beroemde, in binnen- en buitenland gevreesde aanmoedigingskreet luidkeels uitkreetten.
”Hè hè, dat lucht op,” verzuchtte oom Bram terwijl hij na afloop van deze spontane reactie een groot stuk leverworst naar binnen werkte. ”Waar halen ze de moed vandaan, dat stelletje Rotterdamse miesjmachers.”
Het werd daarna nog heel gezellig in de Ingooi, die avond en het AJAX, AJAX klonk tot in de kleine uurtjes.
Gewoon een kwestie van even uithuilen en daarna opnieuw beginnen, zei Gajus bij z’n afscheid en misschien had ie daarmee wel gelijk.


[begin]