08 jan 2002

49. Het rondje om de kerk

0 Reacties

“Toch wel rot hoor, voor die lui van de Spoorwegen. Gezakt op een honderdste punt.”
Het was nog stil in de Ingooi op de eerste vrijdag van het nieuwe jaar. Alleen ome Bram en Fransie zaten aan de bar met Frits, de uitbater van de gelegenheid, als toehoorder en het was de eerstgenoemde die zijn medeleven met de commissarissen en directie verwoordde.

“Wat bedoel je met rot, ome Bram en rot voor wie?” haakte Fransie gretig op het geboden voorzetje van de oude bloemenkoopman in. De kans op een interessante discussie dreigde daarna even in de kiem gesmoord te worden door de binnenkomst van Haagse Karel die rood aangelopen door de vrieskou eerst bijgebracht moest worden met een hoogprocentig drankje.
“Wat een rotzooi, wat een chaos,” waren daarna de eerste woorden die hij kon uitbrengen.
“Ongelooflijk.”
Nadat Frits op het gebaar van ome Bram de glaasjes nog een keer had bijgevuld lukte het Karel pas om een samenhangend verhaal over z’n belevenissen uit te brengen.
En hoewel op een wat andere manier dan ome Bram bedoeld had sloot het naadloos op de opmerking over de gezakte directie van de spoorwegen aan. Karel was namelijk op familiebezoek geweest in zijn geboorteplaats. De Schildersbuurt in Den Haag en hij had dat op aandringen van zijn vrouw met de trein gedaan. En waar dat vroeger de gewoonste zaak van de wereld was, een ritje met de trein, is dat tegenwoordig een avontuur waarbij het meenemen van voldoende voedsel voor een dag, veel geld en een mobieltje om het thuisfront op de hoogte te houden, wel tot de minimum voorzorgen behoren. Helaas had zowel zijn rit heen naar de hofstad als de reis terug tot die 20,1 procent behoort, waarmee iets mis was gegaan.
En nadat hij zijn verhaal over stoppen hier en stoppen daar en twee uur stilstand temidden van een groep kleumende schapen had voltooid sloot hij dit als volgt af. “Kijk, ik heb niks op met dat malle wijffie van Netelenbos, maar dit kon gewoon zo niet verder. En bovendien, 80 procent is 80 procent. Toen Kareltje junior indertijd zakte voor z’n MAVO op een honderdste punt was er ook geen pardon. Taggetig is taggetig en geen negenenzeventig komma negen.”
“Tsja,” zei Frits. “Daar zit wel wat in. Ik mag de prijs voor dat borreltje nou met die Euro ook niet naar boven afronden, toch?”
Even was het stil in de Ingooi na de laatste opmerking en je zag dat een aantal heren duidelijk moeite had met het hoofdrekenen bij hun pogingen om de bewering van Frits op juistheid te controleren. De binnenkomst van de twee zakenlui uit de vaste supporterskring maakte daar echter een einde aan.
Nadat Nico en Hans waren bijgepraat over de problemen van Karel en Frits voor een rondje spraakwater ter gelegenheid van het nieuwe jaar had gezorgd vatte Hansie het besprokene nog eens samen met de conclusie dat die club van Timmer terecht was weggestuurd. De verrassing zat echter in het slot van zijn betoog. “Die jongens hebben niet alleen geen verstand van treinen, ze zijn nog dom ook. Hebben een unieke kans laten liggen om dat netentrutje voor de rest van d’r leven sluipdoor kruipdoor met tolpoortjes te laten spelen.”
“Kunnen we daar misschien mee helpen,” wilde Karel die weer helemaal tot leven was gebracht, aan dit idee bijdragen maar hij werd door Fransie tot stilte gemaand. “Die mensen hebben toch echt wel hun sporen verdiend, Nico. Die mag je toch niet dom noemen.”
En alle ogen richtten zich verwachtingsvol op de directeur van EVAVB voorheen Installatiebureau de Kromme Volt die daar overigens met volle teugen van genoot.
“Luistert, jongens, dan zal ik proberen om het even in eenvoudige taal voor jullie uit te leggen. Wat is er aan de hand? Die jongens van het spoor hebben wat problemen. Met het materiaal, met de spoorbanen, met hun personeel en daardoor gaat er steeds meer mis. Een paar maanden geleden is toen door dat wijffie van Netelenbos met de Directie van de spoorwegen afgesproken dat over het jaar 2001 toch minstens tachtig procent van de treinen op tijd zou vertrekken en aankomen dat wil zeggen, hou je mond Bram, tachtig procent van de treinen die echt reden. Over die honderden ritten die uitvielen door materiaalgebrek en ziekte van de machinist zou niet gesproken worden. Want als je niet vertrekt ga je ook niet te laat weg. En kom je ook niet te laat aan. Die zouden ze dus niet opnemen in dat percentage.
Zie je de geboden kans Fransie. Kijk en dat bedoel ik nou met dom. Als die slimme jongen van Timmer gewoon alle ritten had laten uitvallen dan had ie voor die resterende maanden op honderd procent gezeten. Geen enkele trein te laat.”
Schenk die jongens nog maar wat in, Frits. Ik trakteer vandaag. Weet je hoe ze dat noemen, Fransie?” En omdat hij de vertwijfelde blik in de ogen van de aangesprokene zag ging hij in een moeite door. “Dat noemen ze bij ons zakenlui nou een rondje om de kerk.”
Er werd nog veel meer afgepraat op deze eerste vrijdag in 2002 maar het spoor had afgedaan.
De elfstedentocht kwam eraan en dat red je niet met een rondje om de kerk.
Erjeetje
2002


[begin]