12 mrt 2002

50. Maandag, bwaoh

0 Reacties

Eigenlijk is voor de echte kenners de maandag geen geschikte dag om een bezoek te brengen aan een kroeg. Misschien dat laat op de avond nog net kan maar zeker niet ’s middags. Alleen die lucht al van verschaald bier en sigarettenrook, bwaohh.
Maar ja, voor een zaak als de Ingooi, die het toch ook moet hebben van naar een broodje bal hunkerende lunchpassanten of op de voorgaande zondag iets te ver doorgezakte bezoekers die hun hardnekkige kater met een eerste biertje denken te verdrijven, ligt dat toch wat anders. Vandaar dat Frits tegen twaalven een paar deuren van z’n zaak tegen elkaar had opengezet.

“Beetje frisse lucht, Faiz,” riep hij de schoonmaker toe die met vaardige bewegingen asbakken leegde, “En gooi meteen wat nieuwe placemats op de tafels bij het raam.”
Radio twee zorgde voor een bijpassend melodietje uit het verleden met de toepasselijke titel “Kieliekieliekieliekieliekieliewatsjwatsjwatsjwatsj.”
Een tijdje werkten de twee mannen zwijgend aan de schoonmaak van Amsterdams bekendste supporterscafé tot de eerste klant zich meldde voor z’n dagelijkse medicijn. Niet de eerste de beste naar bleek maar ome Bram, die even kwam kijken of het- zoals hij dan placht te zeggen- allemaal wel goed ging met z’n stamkroeg.
“Nou nou, Frits,” schalde z’n met de jaren hees geworden marktkoopmanstem door de kil geworden ruimte. “Nou, nou, heb je de lente in je hoofd, jongen? Alles open, straks drijven d’r ijsschotsen in m’n koffie.”
“Niet zeuren, ome Bram,” gaf de uitbater te kennen terwijl hij met een tevreden gezicht de schoongepoetste bar van z’n broodwinning bekeek. “Ik heb net van die weervogel gehoord dat het buiten elf graden is, de lente zit in de lucht man. Moet jij niet werken?”
“Koop jij dan wel eens een bloemetje voor tante Jans op maandag?” sloeg de oude bloemenkoopman hem meteen om de oren. “Nee, van de maandag moet je het als bloemenkoopman niet hebben. En trouwens, de handel is veel te duur. Vanochtend kwam Kees van de groothandel langs. Of ik nog wat nodig had. Ik vraag ‘m wat de rozen doen en de chrysanten. Geef ik je te raden wat ik als antwoord krijg. Rozen 5 Euro de tien en chrysanten 4. Inkoopsprijs, meneer. Was vanwege de kou zei ie. Ik zeg, schiet op met je kou man, man. Die rozen komen uit Kenia. Sinds wanneer is het daar koud? Mag ik misschien ook nog een paar centen verdienen. Moet ik aan die ouwe wijffies bij mij in de buurt dan 10 Euro voor zo’n bossie luizige rozen gaan vragen. Van hun AOW zeker. Ik heb ‘m weggestuurd. Gezegd dat ie woensdag maar weer een langs moest komen. Nee, ik kijk ’t maar een paar dagen aan, misschien ga ik wel een paar dagen bij me zwager in Almere langs. Hoewel, dat Almere, daar word ik ook niet echt vrolijk van. Maar heel wat anders, wat hoor ik over Nico? Verhalen dat ie in de politiek wil? Met Leefbaar Nederland?”
Even kwam er een trekje van lichte ergernis op het gelaat van Frits. De vraag van ome Bram was ook niet nieuw voor hem en nadat ie met een kort handgebaar had aangegeven dat hij nog even iets moest afmaken en twee koppen koffie aan het Espressoapparaat had ontlokt trok hij ome Bram mee naar een tafeltje in de hoek.
“Luistert, oude man. Ik weet precies van wie jij dat verhaal hebt gehoord. Haagse Karel hè?” om na het instemmend knikje van ome Bram z’n verhaal te vervolgen. “Nico heeft zich een week of wat geleden tijdens een bezoek aan wat zakenkennissen in Utrecht bij een borreltje na afloop laten ontvallen dat ie die Westbroek een toffe gozer vond en dat het tijd werd om die club in Den Haag eens even een poepie te laten ruiken. Door mensen met gezond verstand.
Je weet zelf wel hoe dat gaat in zo’n gesprek. We hebben het er hier ook wel eens over. Dat het zo langzamerhand in dit land een grote bende aan het worden is en dat het tijd wordt dat die stal eens een keertje wordt uitgemest. Door mensen die van aanpakken weten. Nou zoiets dus. Wat hij niet weten kon was dat er een kopstuk van dat Leefbaar Nederland bij die groep zat. En wat ie nog minder kon weten was dat die gast hem heeft voorgesteld voor de lijst met kandidaten voor de verkiezingen voor de tweede kamer, straks van het voorjaar.
Nou was er nog niks aan de hand geweest omdat ie daar absoluut geen trek in heeft en al geweigerd heeft bovendien als Haagse Karel geen lucht van die zaak had gekregen. Ja laat maar, ik weet al wat je zeggen wil. Hoe kon Haagse Karel dat aan de weet komen? Luister en zwijg verder over wat ik je nu ga vertellen. Je kent m’n broer René wel hè. Precies, die een kroeg heeft in Hilversum. Nou is het zo dat die Nagel, aan Kok z’n doodkist maar dat terzijde, dat die Nagel daar vaak komt met andere figuren uit die club van ‘m. Als kroegbaas vang je natuurlijk wel eens dingen op die eigenlijk niet voor jouw oren bestemd zijn. Bijvoorbeeld dat onze vriend Haagse Karel al een half jaar erg actief is bij die gasten en zelfs iets te maken schijnt te hebben met het samenstellen van kandidatenlijsten. Nou ja, zoiets, Reneetje wist ook niet precies hoe het zat maar Karel heeft in ieder geval inzage in alle voorstellen. Begrijp je en daardoor wist Karel ook dat Nico was voorgesteld als kandidaat, op een verkiesbare plaats zelfs. Zo simpel zit het dus allemaal in elkaar.”
Zwijgend dronken de twee mannen daarna hun koffie. “Ik kon ’t me ook al niet voorstellen,” zei ome Bram hoofdschuddend. “Nico met die enge Fortuyn. Heb je trouwens Ajax nog gezien vrijdagavond tegen een stel Duitsers. Wat een arremoe. Wonnen met 2-0 maar dat had net zo goed andersom kunnen zijn. Ik heb er een hard hoofd in, Frits. Dat ze nog kampioen worden dit seizoen. Ik denk dat ik maar eens op huis aan ga. Weet je, Frits, niet om jou dwars te zitten hoor, maar eigenlijk zouen ze die hele maandag moeten afschaffen. Alles dicht. Ik heb altijd al een hekel gehad aan die dag. Maandag? Bwaoh
2002


[begin]