52. Ihr seid nicht dabei
“Een beetje grieperig geweest,” antwoordde ome Bram op de vraag van Nico waar hij zo lang geweest was maar de moeizame wijze waarop hij een plaatsje voor z’n jas zocht op de overvolle kapstok van de Ingooi bewees dat er meer aan de hand was. En dat bleek dan ook uit z’n toelichting over het ziekteverloop. “Hoesten, pijn in m’n lijf en toen ik dacht dat ik het ergste gehad had kwam het nog een keertje terug.”
Bezorgd keken de leden van de vaste supporterskern de oude bloemenkoopman aan. “Je ziet ook nog wat bleek om de neus, ouwe,” zei haagse Karel terwijl hij ruimte maakte om hun oudste deelnemer te laten aanschuiven. “Hier, kom maar op mijn plaats zitten, lekker bij de verwarming.”
“Had je dan geen griepprik genomen,” wilde Fransie niet achterblijven maar nadat Hansie van Vissermans ondergoederen ‘m ook nog op de voordelen van flanellen ondergoed met mouwtjes had gewezen vond ome Bram de belangstelling voor z’n gezondheid genoeg.
“Zo kan ie wel, mannen. Doe mij maar een pilsje, daar heb ik meer aan dan aan al die flauwekul. Wel een echte pils, hè, Frits. En niet dat slappe evenementengedoe.”
Even was het daarna stil in de Ingooi, een café waar het patina van tientallen jaren sigarettenrook en drankgebruik een fraaie bruine gloed aan wanden en plafonds had verleend, tot Nico op zijn karakteristieke managersmanier het woord richtte tot Frits.
“Wat moest ik gisteren in de krant lezen over 30 april, oudste? Iets over een brief aan Cohen. Dat de gezamenlijke uitbaters van de kroegen in deze stad dreigen om hun zaak op deze feestdag te sluiten? Dat kunnen jullie toch niet maken, man. Wat is dat voor onzin?”
Nieuwsgierig over de te verwachten reactie draaiden alle hoofden zich richting bar waar de eigenaar van Amsterdams bekendste supporterscafé zich onledig hield met het poetsen van z’n overigens al brandschone glazen maar door zijn verder glazige blik liet merken dat de vraag van Nico tijdens z’n tocht door het grijze labyrint van kleine en grote hersenen kennelijk onderweg ergens was blijven steken.
De opwekking van Fransie die met een luid ‘hallo, Frits, wakker worden’ de stilte verbrak, was echter voldoende om de tijdelijke vastloper te herstellen.
“Eh, gesloten, zei je. Ja, dat zit er wel in. Kijk, wij mannen van de horeca zijn echt niet te beroerd om de burgemeester van deze stad een handje te helpen. We betalen met liefde een smak aan belasting en precariorechten, we zorgen ervoor dat de oudjes van deze stad op onze kosten een dag gezellig uit kunnen, we vervullen een belangrijke functie als trefpunt in de zorgzame samenleving en zo zou ik nog wel een uurtje kunnen doorgaan. Allemaal pro Deo. En wat krijgen we daarvoor terug? Geboden en verboden. Maar nou zijn ze toch te ver gegaan. Krijgen we een brief van Cohen dat er op 30 april op de terrassen uitsluitend evenementenbier geschonken mag worden. En dat is nou precies de druppel die de emmer liet overlopen. Evenementenbier, een soort Buckler met prik. Een dus ligt er nu een brief op het Waterlooplein. Of ze draaien die opdracht terug of we houden de tent gesloten.”
En met een blik die verried dat er aan dit besluit niet te tornen viel beëindigde de uitbater z’n tirade tegen het jongste besluit van de ordehandhavers in ’s lands hoofdstad.
“Dat zouden ze in Rotterdam niet moeten flikken,” probeerde Karel zijde te spinnen bij de door Frits geschetste problematiek. “Daar zou Pimmetje …,” maar de geërgerde gebaren en uitroepen van de rest maakte de rest van zijn merkwaardig veel op een uitzending voor politieke partijen gelijkende verhaal onverstaanbaar.
En ook de opmerking van Fransie dat het allemaal door die Maxima kwam en dat het tijd werd voor de republiek kon maar nauwelijks bijval ontlokken.
Pas nadat Nico over voetbal begon kwam het gesprek weer echt op gang. En zeker nadat Fransie een paar A-viertjes tevoorschijn haalde over het leedvermaak over het Nederlands elftal dat in Belgie en Duitsland de kop heeft opgestoken.
“Ihr seid nicht dabei,” las ome Bram moeizaam voor. “Jullie zijn d’r niet bij. Zijn ze nou helemaal. Wacht effe, mooi dat ik wel meteen dat bungalowtje in de Eiffel ga annuleren.”
En het werd nog heel laat die avond met verhalen over gevorderde fietsen, hartjesdag, de bevrijding, de eerste Europacup van de roodwitte leeuwen en nog veel meer.
erJeetje