19 nov 2009

6. Good for you, good for me

0 Reacties

“Good for you, good for me,” hebben we in Hanoi al een paar keer gehoord bij het onderhandelen over een prijs en ja hoor, de woordvoerder van de vier mannen met een bromtaxi probeert ons ook met dit argument te overtuigen. Het gaat in dit geval om een rit naar het Brothers café waar we iets willen eten.

Hanoi liet zich vandaag al vroeg van z’n beste kant zien met mooi weer en een lekkere temperatuur van een graad of twee drie en twintig. We waren daarom bijtijds op stap gegaan en hadden de hele ochtend gewandeld. Na een bezoek aan het park met de botanische tuin leek een kopje koffie een mooie onderbreking maar het restaurant bij de uitgang was zo druk dat een bezoek aan Brothers café aantrekkelijker leek. Het voorstel om te lopen naar deze gelegenheid leidde na bestudering van de plattegrond echter tot de conclusie dat we dan nog wel een half uurtje te gaan hadden. Een ritje met een bedjah leek een goede oplossing maar aangezien de fietsers het in deze buurt lieten afweten bood een rit op een brommer een goed alternatief.

“Yes, four persons is no problem. I have friends” en een kort telefoontje op z’n mobiel was voldoende. Ik schat hem op 25, de kleine woordvoerder van de vier maar niet op z’n mondje gevallen. We worden het eens over een bedrag van vier dollar voor ons vieren en met een helm op, verplicht sinds twee jaar, tuffen we even later door het hectische middagverkeer.
Bezit iedere inwoner van Hanoi een bromscooter? Het lijkt er soms wel op. Met honderdduizenden rijden ze door de drukke straten. Alleen soms maar vaak met twee, drie, vier personen op een scooter gepropt. Het record dat we zagen was vijf. Een echtpaar met drie kinderen, eentje voor op de plank, twee tussen pa en moe in, met wat bagage achterop. Vraag aan een Vietnamees of het een probleem is om iets groots mee te nemen op z’n brommer en het antwoord zal nee zijn. “Problem? No problem at all.” Akkoord, een heel huis is iets te groot om in een keer mee te nemen maar verder kan alles. Een tweepersoons ledikant – no problem, tien kratten bier – gaat gemakkelijk, negen varkens, een hele boom, een linnenkast, het gaat allemaal mee en geen mens die er van opkijkt.

Maar zoals ik hierboven al schreef, was onze dag wandelend begonnen. Door de wijk met de ambassades. Grote statige huizen die ongetwijfeld nog uit de Franse tijd dateren. Verboden om te fotograferen stond hier en daar op de hekken aangegeven en dat deed ik dus maar niet. Nou ja niet? Ik heb een huis gekiekt om een beetje te kunnen laten zien wat je je bij deze buurt moet voorstellen.
Verder was er niet veel te zien, vrouwen die zo’n pluimballetje in de lucht probeerden te houden, gemeentewerkers die met de elektriciteit bezig waren. Hadden we gisteren ook al gezien. Het lijkt erop dat ze bezig zijn om een deel van de elektriciteitsvoorziening te renoveren.
In het kleine park aan het einde van de boulevard was een groepje ouderen bezig met voorbereidingen voor de middag. Twee waren bezig met een potje badminton, twee anderen maakten zich verdienstelijk door de lijnen die de speelveldjes aangaven met een lik witte verf beter zichtbaar te maken en er waren er ook nog een paar die de voorkeur gaven aan een goed gesprek. Het had wel iets weg van de voorbereidingen voor een toernooi om de AOWcup. Dat een groepje oudere dames een eindje verder er niet bij hoorde werd daarna ook duidelijk. Aanvankelijk zaten ze alleen maar achter hun demonstratie borden met Vietnamese teksten maar toen ze merkten dat wij naar ze keken renden ze naar ons toe.
Hun bedoeling liet weinig te raden over, we moesten ze fotograferen. Een actie die niet op prijs werd gesteld door twee mannen, die ook naderbij waren gekomen. No pictures, no pictures, riepen ze maar ja, mijn camera had z’n werk al gedaan. De boodschap van de dames was voor ons niet duidelijk. Om geen problemen te creëren waren we maar verder gewandeld. Richting botanisch park dat we via een omweg bereikten.
Of het iets met de tijd van het jaar te maken had weet ik niet maar het aantal bruiloften was groot. En net zoals in Nederland gaan bruid en bruidegom naar een park om daar foto’s te laten maken. Vijf of zes bruidsparen waren druk in de weer met poseren en het beroep van bruidsfotograaf moet een goed betaalde job zijn in Vietnam. De meesten lieten zich vergezellen door assistenten die met witte schermen voor een optimale belichting zorgden.

Wij tuffen inmiddels achterop de brommer door Hanoi en de rit is door het drukke verkeer een bijzondere sensatie. Een paar keer lijkt een aanrijding onvermijdelijk maar iedereen is hier zo vergroeid met z’n voertuig dat ongelukken niet of nauwelijks voorkomen. Wij hebben ze in ieder geval niet gezien. Het ritje naar Brothers duurt hoogstens tien minuten en onze chauffeurs willen nog niet afrekenen maar op ons wachten voor het geval we nog verder met ze willen rijden.
Het Brothers café is qua inrichting de afgelopen twee jaar nauwelijks veranderd en nog steeds een trekpleister voor toeristen en zakenmensen hoewel het minder druk is dan vorige keren dat we hier waren. We zijn nieuwsgierig of de jonge bediende er nog is voor wie we twee jaar geleden een paar bladzijden met een engels-vietnamese woordenlijst uit een reisgids scheurden. Hij blijkt hier inderdaad nog te werken, herkent ons niet meteen – hoe kan het ook – maar verrast ons daarna met zijn reactie. Na enig nadenken haalt hij namelijk uit z’n portefeuille het visitekaartje dat we hem vorige keer gaven. Heeft hij nog iets aan z’n Engels gedaan? Hij lacht een beetje verlegen bij de vraag en toont in het gesprek dat hij zich in ieder geval aardig verstaanbaar kan maken. Bovendien gaat het hem goed en hij vertelt met enige trots dat hij promotie heeft gemaakt.
Als we Brothers na een gezellig uurtje met een voor Vietnamese begrippen flinke rekening verlaten staat onze brommerbrigade nog te wachten en na wat onderling overleg over de verdere besteding van de dag besluiten we om te informeren of we een rit met ze kunnen maken om het westelijk meer.

Geen enkel ‘problem’ zegt de kleine onderhandelaar nadat we met een plattegrond onze wensen kenbaar hebben gemaakt. De onderhandeling levert een prijs op van 50000 Dong en opgewekt gaan we op weg. Door de stad richting meer maar door een stop bij een tempel waar we niet om gevraagd hebben, begin ik te twijfelen of we wel bezig zijn met de rit om het westelijk meer. Al snel wordt daarna duidelijk dat we over de Duong Thanh rijden. Niet de route om het grote meer maar die om het Truc Bach, het meer van de witte zijde. Met daarop aansluitend een rondrit door de stad. Wel een erg leuke ervaring. Je ziet op die manier veel van het stadsleven, bent deelnemer in het enorm drukke verkeer en voelt je een beetje inwoner.

Geen rit om het grote meer dus. Hebben we daar eigenlijk nog zin in? Niet echt blijkt dan en als we een stop bij de tempel van de literatuur maken laten we het maar zo. Een verzuim waar we later voor gestraft worden. We maken vervolgens een tweede fout door na afloop van het bezoek aan de tempel geen afspraak te maken over de prijs voor een vervolgrit naar het ziekenhuis waar we wat willen afgeven. Als we daar aankomen en er afgerekend moet worden is de prijs van 50000 plotseling verdubbeld. Kom kom, boys, is onze reactie. Minder dan de helft van de afgesproken rit maken en dan het dubbele rekenen? Een voor de hand liggende benadering vinden we maar zo gemakkelijk laten de heren hun prooi niet ontsnappen. Ze houden vol, gooien veel gespeelde verontwaardiging in de strijd en uiteindelijk zijn wij de discussie zo zat dat we ze meer betalen dan de afgesproken 50000.

De les is dat onderhandelen over een ritprijs minder eenvoudig is dan je geneigd bent te denken. Het lijkt bijvoorbeeld wel of al die Bedjahrijders, brommerrijders en taxichauffeurs een aardig mondje Engels spreken maar als je een gesprek probeert te voeren lukt dat zelden. Ze hebben wat standaard vragen uit hun hoofd geleerd – waar je vandaan komt, of je een rit wilt maken – en daar blijft het bij. Al vraag jij ze daarop of ze je naar de maan kunnen rijden dan is hun antwoord nog Yes. Eenmaal onderweg blijkt vaak dat ze het adres dat je hebt opgegeven niet kennen. Al die rijders kennen hun stad slechter dan je zou mogen veronderstellen en moeten vaak de weg vragen. Dat betekent dat de rit langer wordt dan nodig is omdat je een paar keer verkeerd rijdt en weer terug moet. Wat na afloop gebeurt, beschreef ik hierboven. Felle protesten als je niet meer dan de vooraf afgesproken prijs betaalt. Je kunt proberen dergelijke discussies te voorkomen door na de onderhandeling de afgesproken prijs vast te leggen op een stukje papier om dat na afloop van de rit te kunnen laten zien. Dat levert dan wel kwaaie blikken op maar bespaart je tijd. En geld.
Bij het Hoan Kiemmeer drinken we later de ergernis weg nadat ik eerst nog wat geld had opgenomen bij een bankkantoortje. Ik werd geholpen door twee vriendelijke jongedames die me in ruil voor een paar honderd Euro vele miljoenen Dongs toeschoven. Dat lijkt voor niet-insiders waarschijnlijk erg veel maar in biljetten van 100000 en 200000 Dong valt het erg mee. Het aardigste was de waarschuwing die ik na het wisselen meekreeg. “Be carefull when you go out.” Of dat was bedoeld voor het afstapje bij de deur of voor Hanoise straatdiefjes weet ik niet maar ik vond het wel lief.
En zo vliegt er weer een dag voorbij. Geen welterusten deze keer na afloop. Het wordt ‘Good for you, good for me’ en daar slaap je uitstekend op.
erJeetje
4-2-2009

Opmerking: De demonstratie in dit verhaal was waarschijnlijk tegen een lagere overheid gericht. De foto heb ik maar bewerkt dat wil zeggen, ik heb de demonstrerende dames weggelaten. De wereld is klein tegenwoordig.

p1020903

p1020926

p1020956

p1020959

p1020962

p1020964

p1020966

p1020967

p1020972

p1020978

p1020979

p1020983

p1020992

p1020995

p1020996

p1030288

p1030302

p1030310

p1030329


[begin]