25 jan 2006

Een wonderlijke wereld

0 Reacties

Verleden week een bezoek gebracht aan de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Tot 17 april kan je daar de tentoonstelling “Indonesia. De ontdekking van het verleden” bezichtigen. Interessant en niet alleen voor mensen die in dat land geboren zijn of er een bezoek hebben gebracht.Wij maakten er een rondreis in 1994, dat wil zeggen, we reden en vlogen drie weken op/over de eilanden Sumatra en Java met daarna drie of vier dagen Bali om aan het strand een beetje bij te komen. Ik had er geen reisverhaal van gemaakt, was toen nog niet zo ver met m’n vertellerij. Wel staan er drie dikke albums in de boekenkast. Met talrijke foto’s van het land en z’n inwoners. Een wat jongere uitgave van mezelf ontbreekt uiteraard niet bij deze plaatjes.
Indonesië, ons Indië leerde ik nog op de Lagere School, vertoonde bij ons bezoek maar weinig zaken die herinnerden aan de eeuwen dat de Nederlanders er de scepter zwaaiden. Overigens ook geen hardfeelings bij de bewoners van het land evenmin als tekenen van waardering voor het groots dat we daar in het verleden zouden hebben verricht.

In de Nieuwe Kerk werd geprobeerd om een stukje van dat verleden zichtbaar te maken. Met mooie dingen maar ook met beelden van de strafexpedities tegen Bali en Lombok. Ik kon die even niet thuisbrengen. Bali, dat was toch altijd een lieftallig eiland geweest. Atjeh, dat kende ik. Met generaal van Heutz geassisteerd door de latere minister president Colijn, die daar voor minder fraaie gebeurtenissen in onze geschiedenis hadden gezorgd hoewel de beschrijving in de schoolboekjes uit mijn tijd daar een andere weergave van gaven. Maar dat gebeurt wel meer met geschiedenisbeschrijving.
In de Nieuwe Kerk werd echter ruimschoots aandacht besteed aan de Perang Poepoetan die omstreeks 1850 op Bali plaatsvond. Met foto’s van generaal Rost van Tonningen (what’s in a name?) en het verbrande paleis in Den Pasar. Prominent aanwezig waren een deur uit het paleis en de deur van de toegangspoort, allebei voorzien van prachtig uitgevoerd houtsnijwerk. Die twee waren indertijd meegenomen. Om te bewaren voor het nageslacht is de vriendelijke verklaring, als oorlogsbuit om aan deze of gene te schenken is waarschijnlijker.
Later thuis en nieuwsgierig geworden door wat ik gezien had, vond ik via Google op Internet dat Bali zich na de komst van de Nederlanders in de gordel van smaragd altijd nogal onafhankelijk had opgesteld. Reden genoeg voor een aantal strafexpedities vanaf 1843 door het Koninklijk Nederlands Indisch Leger.
Bij een van die expedities landde het KNIL op het strand van Sanur en trok daarna op naar het paleis van de plaatselijke raja (koning).Toen ze het paleis naderden werden ze tegemoet getreden door een stille processie bestaande uit de vorst met gevolg. Allen waren ze prachtig gekleed en gereed voor wat men een poepoetan noemde. Bij deze zelfdoding staken de leden van het gezelschap elkaar dood met lansen en krissen. Zo gebeurde het dus waarbij de vrouwen in het gezelschap honend hun sieraden naar de soldaten wierpen die zich daarop niet onbetuigd lieten om toe te tasten. Ondertussen vond er van Nederlandse zijde ook nog eens een beschieting plaats en het slagveld voor het brandende paleis was bedekt met stapels lijken.
Het moet een gruwelijke aanblik zijn geweest. Persoonlijk zou ik dan niet op het idee zijn gekomen om die deuren mee te nemen. En al helemaal niet omdat de toegangsdeur toch gauw een meter of vier hoog is.
Als ik er alles over deze gebeurtenis nog eens op nakijk schiet m’n verbeeldingskracht tekort om het me echt te kunnen voorstellen. Het is een wonderlijk stukje geschiedenis uit een wonderlijke wereld.
In de Volkskrant van vanochtend las ik dat onze staatssecretaris, mevrouw Ross van Dorp, (ik schreef bijna Ros van Tonningen), een notitie heeft geschreven onder de naam Raak de juiste snaar. Het gaat daarbij om haar herdenkingsbeleid voor de jaren 2006-2010. Het voorlichtingsbeleid is volgens mevrouw Ross te algemeen geweest en moet de komende jaren expliciet op jongeren en hun opvoeders worden gericht. Twee zaken zijn daarbij van belang, kennis en bewustwording.
Wist je dat nog maar 51% van de Nederlandse bevolking spontaan aan de Tweede wereldoorlog denkt als er over oorlog wordt gesproken? En dat komt omdat de kinderen die de komende jaren naar de middelbare scholen gaan, niet altijd over een opa beschikken die wat over die oorlog kan vertellen. Wat dat betreft boffen mijn kinderen en kleinkinderen toch maar.
Had ik eigenlijk toen ik zo’n jaar of twaalf oud was, nog een opa die mij iets over onze oorlog in Indië kon vertellen? Nee, mijn opa’s waren toen al overleden maar ik kan me ook niet herinneren dat m’n moeder me iets vertelde over de eerste wereldoorlog. Zij was van 1901 en moet daar toch wel iets van gemerkt hebben.
Overigens zijn er van de eerste wereldoorlog talloze beelden bewaard gebleven. Je wordt er niet vrolijker van als je die bekijkt. Films uit een wereld die bijna ongeloofwaardig lijkt te zijn. Een vreemde rare wereld waarin de leiders van een aantal landen er niet tegen opzien om miljoenen van hun landgenoten in een uitzichtloze stellingenoorlog de dood in te jagen. Een Europese uitvoering van de perang poepoetan.

 


[begin]