09 Sep 2005

Over George Harrison en het Bio Vakantieoord

0 Reacties

Hoewel het George niet meer zal helpen moet het alle liefhebbers van zijn muziek en die van de Beatles toch een beetje hebben getroost dat het bericht over zijn dood al het andere nieuws uit de media verdrong. Want mensen zoals hij zijn natuurlijk onvervangbaar.
Zou je mogen stellen dat George en the Beatles model stonden voor een tijdperk dat tientallen jaren doorliep tot ergens in de jaren tachtig van de vorige eeuw? Waarom ook niet.
Of ik dan in die tijd ook wegliep met al die songs die de vier boys uit Liverpool gedurende de eigenlijk maar korte periode dat ze samenwerkten, hebben gemaakt? Een goeie vraag waarop ik eigenlijk het antwoord schuldig moet blijven.
Was het niet zo dat in die tijd hun aanhang vooral uit meisjes bestond en dat de jongens meer aangetrokken werden door de RollingStones? Als dat waar is mag je het toch merkwaardig noemen dat ik zonder moeite al die gouden songs van ze kan meezingen. Evergreens die je tot op de dag van vandaag hoort. Met de heren van de Rolling Stones heb ik dat absoluut niet en eigenlijk wil alleen Satisfaction, als dat tenminste zo heet, me te binnen schieten.

Ik denk ook niet dat er aan het onvermijdelijke overlijden van één van de heren van die band zo’n aandacht geschonken zal worden.
Georg Harrison. Eigenlijk behoor ik tot een generatie die met heel andere muziek opgroeide. Dat was in de jaren vijftig en  Frankie Laine, Guy Mitchell en Jo Stafford waren the populair stars van die tijd. Soft music maar de ook al recent overleden Norman Granz zorgde er met zijn Jazz at the Philharmonic voor dat we zo nu en dan uit de bol konden gaan.
Het was de tijd dat de televisie nog maar net moeizaam en op een achteraf nauwelijks voor te stellen truttige wijze probeerde een plaatsje te verwerven. Op kleine schermpjes van 20 bij 30 cm in zwart/wit. Met veel sneeuw of schaduwen in het beeld als je de antenne op je dak niet goed op Lopik had gericht. Die TV was daarom nog nauwelijks een concurrent voor de bioscoop waaraan ik toch minstens twee keer per week een bezoek bracht.
Het was de tijd dat je bij de bioscoop vaak langdurig in de rij moest staan om een kaartje voor de film van je keuze te bemachtigen. De tijd van Philip Bloemendaal voor het commentaar bij het Nieuws van Polygoon Profilti, de Ramblers in het voorprogramma van Tuschinski, voor een kwartje uren in de doorlopende voorstelling van de Cineac in de Reguliers Breestraat en van John Wayne in cowboyfilms in de bocht van de Nieuwendijk. In Cinema Parisien, waar ze op z’n tijd ook niet vies waren van een blote vrouwenborst wat in die tijd heel bijzonder was omdat dergelijke ‘pikante’ scenes er meestal door de filmkeuring werden uitgeknipt.
En het was niet te vergeten de tijd van het Bio Vakantieoord. Was het nou één of twee keer per jaar dat ze wekenlang in het voorprogramma een tekenfilmpje vertoonden dat voorafging aan de rammelende collectebussen voor het Bio Vakantieoord? Een groot vakantiehuis aan de kust waar in die tijd de ‘bleekneusjes’ uit de grote steden naar toe werden gestuurd om een paar weken aan te sterken. De overheid deed ook toen al bij dergelijke zaken of z’n neus bloedde en dus werd het geld om dat mooie initiatief te bekostigen met inzamelingen en collectes bijeengebracht.
Ik zal hier niet uitweiden over de inhoud van dat filmpje maar kan me nog goed herinneren dat het op een gegeven ogenblik vooral negatieve reacties opriep. Nog zie ik in gedachten de gezichten van de bioscoopbezoekers als het weer zover was. Met opmerkingen die varieerden van ‘oh nee hè’ tot het massaal meeroepen van de tekst die nog jaren daarna te pas en te onpas door iedereen werd gebruikt. De ouderen onder de lezers zullen het zich moeiteloos herinneren. “Hé, wat moet dat daar? Dat gaat zo maar niet, dat kost duiten” enz.
Wat is er eigenlijk geweldig veel gebeurd -en veranderd- in die bijna zestig jaar na de oorlog.
Ik ben benieuwd of ze dat over weer zestig jaar ook kunnen zeggen.

 


[begin]