Romeinen 4.29.2 Va pensiero sull’ali dorate
Gedachten gaan op gouden vleugels. Fragment uit een opera en ik zou het eigenlijk als kort stukje muziek bij deze aflevering moeten doen maar ik stuur ook al korte videofilmpjes via you tube mee. Het moet niet nog gekker worden.
In tegenstelling tot m’n gedachten verplaatsen we ons in Rome niet op gouden vleugels. We moeten het met de bus doen, de tram of de metro. Vergeet bij het laatste even de netten van Parijs, Londen of welke grote stad ook in de wereld. De metro in Rome telt maar twee lijnen in de vorm van een kruis met het snijpunt bij het Stazione Termini.
Als je het geluk hebt dat zowel de plaats waar je vertrekt als je reisdoel aan een van die lijnen ligt, dan kan je je lekker snel door de stad verplaatsen. Zoals wij bijvoorbeeld als we van de Spaanse trappen naar het Vaticaan willen gaan.
We stappen in bij metrohalte Spagna die niet de indruk maakt dat er veel Euro’s aan de aanleg zijn besteed. Onderhoud vinden ze in Rome kennelijk ook niet nodig maar de metrotrein waarmee we reizen, ziet er modern uit. Het is druk en als je niet stevig duwt om een plaats in de trein te bemachtigen blijf je gegarandeerd buiten staan. Daarna moet je oppassen voor zakkenrollers die de metro’s tot meest geliefde plaats voor hun werkzaamheden hebben uitgekozen.
De Tiber passeren we in snel tempo bovengronds, over de Ponte Nenni, en daarna gaat het weer de diepte in. Ottaviano is de halte waar we eruit moeten en we zijn niet de enigen.
Buiten is het even zoeken. Eventueel kunnen we nog overstappen op een bus maar we zien aan het einde van de via Ottaviano de koepel van de Sint Pieter al. Naar schatting een wandelingetje van tien minuten.
Halverwege bereiken we de hoge ommuring van Vaticaanstad, op een hoek geeft een groot bord aan dat je voor de Musea rechtsaf moet. Willen we daar ook heen? We schorten het besluit voor een bezoek op, willen namelijk eerst naar de Sint Pieter en daarna de Sixtijnse kapel. En er moet hier ook nog een heuvel zijn die een mooi uitzicht over de stad biedt. We lopen dus door naar het Sint Pieterplein.
Het Piazza San Petro is indrukwekkend van afmetingen. De paus zal vandaag niet op het balkon verschijnen en dat betekent dat het betrekkelijk rustig is. Het plein werd ruim drie eeuwen geleden ontworpen door de heer Bernini, een naam die we al een aantal keren zijn tegengekomen als maker van Romeinse monumenten.
In het midden staat een obelisk die er in 1586 werd neergezet. Overigens was die al vijftien eeuwen eerder door of in opdracht van keizer Caligula uit Egypte ontvreemd. Het ding kreeg toen een plaatsje in het naar Nero genoemde circus dat ongeveer op de plaats van het huidige plein gestaan moet hebben.
We sluiten ons aan bij de rij voor de Sint Pieter. Toch wel bijzonder om op een plek te staan waar al meer dan twintig eeuwen geschiedenis wordt gemaakt. Misschien heeft Gajus Pescatore hier wel gewandeld met z’n vriend uit de paesi a basso. Op weg naar het circus Nero voor de middagvoorstelling.
Ik vind het een fascinerende gedachte maar net als ik die verder wil uitwerken zijn we aan de beurt om naar binnen te gaan. Moeten we naar links? Of rechtsaf en kunnen we daarna naar de beroemde kapel? Jammer dan maar de heren van het Vaticaan blijken anders te hebben beschikt. Als wij de Sixtijnse kapel willen bezoeken kan dat alleen via het museum. En daarvoor moeten we weer terug richting metrohalte, naar dat richtingbord dat we halverwege de wandeling passeerden.
We mopperen een beetje en gaan dan toch maar op weg naar het museum dat wil zeggen de ingang waar vast wel een lange rij zal staan. Als we daar na tien minuten arriveren, valt het mee, achter de toegangsdeuren is een ruime hal met een aantal loketten want er moet betaald worden. Vijftien Euro de man mogen we bijdragen en de kerk ziet oudjes voor vol aan dat wil zeggen, er wordt geen korting gegeven, ook niet aan 65-plussers.
We volgen de stroom bezoekers die zich vredig kabbelend een weg zoekt door de vele zalen en gangen. Overal staan beelden en sculpturen uit de oude tijd, zowel die van de Grieken als de Romeinen, opgesteld.
We komen uiteindelijk uit bij een grote binnenplaats. Daar geven gidsen aan liefhebbers uitleg over de schilderingen die in de Sixtijnse kapel te zien zijn. In het midden van dit binnenplein staat een grote bol die via een aantal openingen een blik biedt op het binnenwerk. Hij draait langzaam om zijn as als een reusachtige aardbol. Of is het een kunstenaarsexpressie van de schepping?
We gaan een ander gebouw binnen dat afgaande op een bordje met een pijl toegang biedt tot de Sixtijnse kapel. Maar niet meteen. Eerst worden we door een aantal kleinere kapelletjes met geschilderde bijbelse voorstellingen geleid. Na een paar lange gangen arriveren we toch nog onverwacht bij de Sixtijnse kapel. Betrekkelijk jong in deze stad, gebouwd tussen 1473 en 1481, groot met vloerafmetingen van 40,5 bij 13,2 meter en vol met bezoekers als wij er binnen komen.
Ik doe een poging om vanaf een balustrade bij de ingang wat foto’s van het befaamde plafond te maken maar word gelijk door een bewaker tot de orde geroepen. No foto’s sir.
De kapel is ruim 20 meter hoog en met m’n hoofd in de nek probeer ik de verschillende voorstellingen boven me te onderscheiden. Waar is de voorstelling van de schepping waarop God het leven inblaast bij de eerste mens? Die ontdek ik in het midden en is tot m’n verrassing kleiner dan ik dacht. Ik sta er bijna recht onder en maak er ondanks het verbod onopvallend toch maar een foto van.
Zoals bekend was het plafond oorspronkelijk azuurblauw met gouden sterren tot paus Julius II in 1508 besloot dat er nieuw fresco overheen geschilderd moest worden. De aanvraag ging naar Michelangelo die na wat heen en weer gepraat de opdracht voor drie duizend dukaten accepteerde. Ik heb geen idee of dat veel was en zo ja, hoeveel dat in de huidige tijd in Euro’s zou zijn maar ik neem aan dat het een meer dan modale beloning was.
M. ging in 1508 aan het werk en bouwde eerste een stelling zodat hij gemakkelijk bij het plafond kon. Als ik het goed begrepen heb had hij aanvankelijk problemen met het aanbrengen en drogen van een laag gipsspecie als grondlaag voor de schildering maar dat loste ie uiteindelijk op met een andere specie. De wijze waarop hij schilderde is een verhaal apart. Hij deed dat namelijk liggend op z’n rug en dat lijkt me heel verstandig omdat hij anders de rest van z’n leven met nekklachten had rondgelopen. Verder liep het werk vermoedelijk uit in de planning omdat hij in plaats van de toegezegde twaalf apostelen meer dan driehonderd figuren schilderde. En zo duurde en duurde het maar en kwam het in 1508 begonnen werk pas in 1512 gereed.
Na de afronding was hij het schilderen dan ook volledig zat en hield hij zich tot 1536 alleen maar bezig met beeldhouwen.
Restauraties werden een aantal malen verricht, de laatste keer tussen 1980 en 1994 op kosten van een stel Japanse ondernemers. De enige tegenprestatie die deze heren verlangden waren dat ze alle rechten voor het reproduceren van het kunstwerk verkregen. Zodoende is de Sixtijnse kapel de enige plaats in het Vaticaan waar ik niet mag fotograferen.
Na de laatste restauratie waren er aanvankelijk protesten van kunstkenners dat de kleuren veel te licht waren geworden maar die geluiden zijn inmiddels verstomd.
De Sint Pieter, die we daarna bezoeken, is vooral groot. Laat voor de liefhebbers ongetwijfeld allerlei interessante details zien maar ik ben vol gekeken, dat wil zeggen, de buffer in mijn persoonlijke computer zit vol en neemt niet echt meer op.
Bij de in/uitgang vallen we midden in het wisselen van de wacht en na het passeren van de Zwitserse Garde amuseren we ons een tijdje bij een ingang die bewaakt wordt door twee van deze verklede heren waarvan er een is bewapend met een hellebaard. Maar vergis je niet, verstopt in een van hun wijde broekspijpen dragen ze ook een automatisch vuurwapen.
Het is trouwens een komen en gaan in het Vaticaan. Bij een andere ingang arriveren tientallen gasten die op vertoon van een uitnodiging naar binnen mogen. Zou het om een bijzondere audiëntie gaan, door de paus of een van de kardinalen?
Wij hebben dorst gekregen en wandelen langs een van de zuilenrijen die het plein als ware het de armen van de kerk moederlijk omvatten, in de richting van via della Conciliazione. Eerst maar eens kijken of we ergens wat te drinken kunnen krijgen. En dan met de metro weer richting centrum, misschien om nog een wandelingetje in de Villa Borghese te maken.
Zwevend op gouden vleugels.
Va pensiero sull’ali dorate
Va li posa sui clivi sui colli
Ove olezzano Lepide e molli
L’aure dolce del suolo natal
7 juni 2010
erJeetje