Romeinen 4.30.1 Een mooie dag
En weer is het stralend weer. Temperatuur een graad of twintig. Denk niet meteen dat zoiets gewoon is in Rome eind april. Voor hetzelfde geld krijg je deze tijd van het jaar druilerig weer met regenbuien.
We zijn op weg naar het museum voor Moderne kunst. Het MACRO oftewel Museo d’Arte Contemporaneo ligt in de Via Reggio Emilia, noordelijk van onze B&B op een beloopbare afstand.
Afgezien van de overdekte markt die we passeren heeft het deel van de stad waar we doorheen wandelen weinig bijzonders te bieden. Maar we kunnen ‘t natuurlijk niet laten om bij deze Mercato naar binnen te gaan. Die doet in alles denken aan de overdekte markten in het zuiden van Frankrijk met hoge ramen en een toegangshek in artdecostijl. Binnen staan tientallen kramen met veel groente, fruit, pasta, vlees, kaasjes en andere lekkernijen. Het is volop aspergetijd maar ik zie ook iets wat in Nederland nauwelijks te koop is. De grote donkergele bloemen van de courgette.
Al dan niet met een vulling van gehakt of iets anders zijn die gebakken of gefrituurd een Italiaanse specialiteit die je in het seizoen onder de naam Fiori di zucca fritti op de menulijst van sommige restaurants kunt vinden. Met kisten vol staan de bloemen van de Zucchine zoals de courgette in dit land genoemd wordt, hier te koop voor de Italiaanse mama’s en papa’s die hun boodschappen komen doen.
We wandelen verder door rustige straten tot we de Via Reggio Emilia bereiken. Het Macro is gevestigd in een oud bedrijfsgebouw en ziet er niet echt open uit. Zijn we te vroeg? Dat zeker niet maar er is iets anders aan de hand. Een portier wijst op een notitie die op een raam is geplakt. Wat blijkt? Het Macro is temporarily closed for renovation. The museum will reopen June 1.
Daar staan we dan. Geen moderne kunst vandaag, wat te doen? Eerst maar koffie besluiten we en we wandelen terug in de richting waar we vandaan gekomen zijn. Deze buurt ziet er anders uit dan de omgeving van onze B&B. Grote statige huizen, sommige ingericht als appartementen, andere als kantoren. Bij een groot plein, het Piazza Fiume, ontdekken we een snackbar met een klein terras waar je ook koffie en croissants kunt krijgen. Gelegenheid om even te overleggen en naar Nederland te bellen in verband met een verjaardag. Het blijkt daar hard te regenen. Goed nieuws, het maakt het weer hier dubbel mooi.
Na de koffie besluiten we om naar de oude stad te gaan waar we het Capitolino willen bezoeken. Dat hadden we ons al voorgenomen en kan mooi vandaag. De afstand is te ver om te lopen en we nemen de bus. Het wordt een rit van een dik kwartier met een bus die ons vlak bij de historische oude stad afzet.
De Capitalinoheuvel is een van de belangrijkste heuvels die Rome oorspronkelijk bezat en daarom zo bijzonder omdat zich op deze plaats de eerste bewoners vestigden. Het verhaal van Romulus en Remus zou zich op deze plaats hebben afgespeeld. Je vindt hier niet alleen de kerk van Santa Maria in Aracoeli maar ook de Palazzo Senatorio en de Capitolino-musea. Neem de lage trap in plaats van de steile adviseert onze reisgids en dat doen we dus. Maar het valt allemaal nog wel mee met de beklimming. Boven arriveer je op een pleintje met de gebouwen die ik net noemde. We schaffen kaartjes aan voor het museum en dwalen even later door de gangen. Een bijzondere ervaring, vanaf een van de etages heb je een mooi uitzicht over het Forum Romanum en de Via Sacra die liggen te glinsteren in het felle zonlicht. Als we weer naar beneden gaan bereiken we via een ondergrondse verbinding een van de andere gebouwen. Ook in dit museum zijn weer talloze beelden en sculpturen te bewonderen. Het kan niet anders of iedere oude Romein die iets te betekenen had, moet zich hebben laten vereeuwigen in marmer.
Willen we het monument van Victor Emanuel, dat naast de Capitalino ligt ook bezoeken? Dat willen we maar eerst zoeken we een restaurantje op om wat te eten en te drinken. Dat is niet zo moeilijk in deze buurt. We vinden iets waar je buiten kunt zitten en eenvoudige belegde broodjes kunt krijgen. Niet op de kaart vermeld is een Italiaan met een markante kop die een paar tafels verder in gesprek is met een zakenrelatie. Zal ik proberen hem ongemerkt te fotograferen? Hij pakt zijn telefoon om iemand te bellen en ik waag het erop. Drie foto’s waarbij z’n gelaatsuitdrukking verandert van neutraal strak in vriendelijk.
Het monument van Victor Emanuel ligt naast de Capitalinoheuvel aan het Piazza Venezia maar je kunt het ook via een van de trappen naar de musea bereiken. Je moet dan boven achter de kerk langs en net als je denkt dat je verkeerd bent loopt er een pad naar toe en arriveer je op het laagste terras. Het is allemaal erg groot en wit en heeft wel iets weg van de bruidstaartenstijl die in de Sovjet Unie gebruikelijk was in de jaren 1950 1960. Gebouwd tussen 1885 en 1911 moet het de herinnering aan de eenwording van Italië met Victor Emanuel als eerste koning van het land levend houden. In hun ijdelheid bouwden de machtshebbers van die tijd het naast de historische stad, waarschijnlijk om te benadrukken dat ze zichzelf op z’n minst gelijkwaardig vonden aan de scheppers van het Romeinse Rijk.
Wij wandelen er wat rond op het grote terras, boven ons beeldengroepen van marmer en brons maar de meeste aandacht van de bezoekers gaat toch uit naar een meeuw die z’n nest op een balustrade heeft gemaakt. We willen nog wel naar boven maar drinken eerst wat bij het restaurant omdat de warmte dorstig maakt.
De lift is aan een zijkant van het monument gebouwd. Het is een mooi exemplaar van glas waarmee je voor een paar Euro naar boven kunt. Dat doen we dus en we hebben er geen spijt van. Boven is een klein terras en heb je een prachtig uitzicht over de stad.
Aan de achterkant, bij een deel dat afgesloten is voor het publiek, zijn vier mannen bezig met het herstel van roosters die voor de waterafvoer dienen. Moet je geen hoogtevrees voor hebben is mijn conclusie en ik maak een paar foto’s van ze. Ze lachen en roepen me iets toe in het Italiaans. Ik maak het gebaar voor ‘sorry, niet verstaan’ wat ze met een goedmoedige armzwaai accepteren.
Ver beneden ligt Rome aan hun en onze voeten en in het frisse windje dat boven waait geniet ik van het uitzicht over de stad en z’n omgeving.
Als we weer beneden zijn ontdekken we dat er binnen in het enorme monumentale gebouw een museum is ingericht met schilderijen, portretten van allerlei grootheden en andere zaken uit de recente historie van het land.
Over de Via del Corso lopen we later in de richting van het volksplein. Misschien is het niet de belangrijkste straat van Rome maar het is er druk, met veel grote en kleine winkels, paleisachtige gebouwen en al die andere dingen die de aantrekkingskracht van een stad vergroten. Ook het ongewone ontbreekt niet. Op het pleintje voor een kleine kerk hangen in een hoek achter een houten hokje twee strandtennisrackets, een vouwstoeltje en een blauw etui. Om te voorkomen dat ze worden meegenomen zijn ze met een kabelslot aan een ijzeren pijp aan de muur gebonden. Zulke dingen kunnen me intrigeren. Is dit het speelgoed van de achter-achter-achterkleinzoon van Gajus Pescatore? Of zou de pastoor van het kerkje tussen de middag een balletje slaan met de kapelaan? Niemand om het me te vertellen. Zo heeft elke stad z’n geheimen en ik wandel verder maar niet nadat ik er een foto van heb gemaakt.
Een paar zijstraten passeren we een plein met de Colonna di Marco Aurelio. Deze prachtig bewerkte zuil werd opgericht in de jaren tussen 180 en 196 na Christus ter ere van de militaire overwinningen van Marcus Aurelius in Noord Europa en staat op het plein voor het Palazzo Montecitorio.
Het vakmanschap waarmee de heldendaden van Marcus in steen zijn vereeuwigd is werkelijk verbluffend. Het is trouwens ook een wonder dat dit gedetailleerde werk twintig eeuwen weer, wind en vervuiling heeft getrotseerd. Ik maak er een aantal foto’s van en ontdek daarna op het plein een ijswinkel met heerlijk Italiaans ijs. Tevreden likkend vervolgen we onze wandeling. Wat gaan we doen? Nog een keertje naar het Piazza del Popolo vinden we te ver om te lopen. We waren daar gisteren uit de metro gestapt met de bedoeling de Villa Borghese te bezoeken maar het kwam er niet van omdat de fut ontbrak om de trappen naar het park te beklimmen. Zullen we dan vandaag een poging doen?
Onze reisgenoten vinden het echter voldoende voor vandaag en nemen de bus richting B&B. Wij willen het palazzo Barberini nog een keer bezoeken en gaan daarom rechtsaf bij de via del Tritone. We waren maandag al bij Barba maar toen was het gesloten.
Dit paleis verkeert in een restauratiefase die al een paar jaar duurt. Een groot paleis waarvan de bouw in 1625 werd gestart in opdracht van kardinaal Francesco Barberini. Bijna vier eeuwen later is het een museum en verleent in een vleugel van het gebouw onderdak aan het grootste deel van de schilderijencollectie van de Galleria Nazionale d’Arte Antica. Dat betekent dat er belangrijke werken hangen van ondermeer Caravaggio, El Greco, Tintoretto, Titiaan en Rafaël.
Ze nemen hier geen risico, we moeten onze tassen opbergen in een kastje en mogen daarna pas naar binnen. De oude meesters die overwegend tot de categorie ‘groot van afmetingen’ behoren hangen op de tweede verdieping. Ook hier weer de bijbel als belangrijke inspiratiebron. Jammer genoeg is van de drie Caravaggio’s maar een werk aanwezig. De andere twee zijn tijdelijk uitgeleend aan de tentoonstelling elders in de stad.
Het licht in de meeste zalen is gedempt en komt door de grote ramen naar binnen. Fotograferen is hier verboden en ik probeer het ook maar niet. In bijna elke zaal is bewaking aanwezig en ik heb geen zin om betrapt te worden als de kleine jongen die niet van de suikerpot kan afblijven.
Na dit bezoek wandelen we naar de Via Montebello. Het is tijd voor een lekkere douche. ’s Ochtends had ik in mijn Email gezien dat er een bericht van KLM was binnengekomen met de informatie dat ik desgewenst via een computer onze boardingpassen kan afdrukken. Dat doe ik gelijk nadat we in onze B&B zijn gearriveerd op de PC van Julia die niet alleen haar printer hiervoor op standby had laten staan maar ook nog ‘toner’ had klaargezet voor het geval die bijgevuld moest worden.
Het is onze laatste avond in Rome. Een beetje feestelijk afscheid moet kunnen. Dat doen we in een visrestaurant waarvan we het adres van Julia hebben opgekregen. Paar straten van onze B&B verwijderd dus gemakkelijk te lopen.
Het ziet er goed uit met een groot terras buiten dat bijna vol zit. We mogen kiezen of we binnen of buiten willen zitten en hoewel het een beetje waait geven we onze dames hun zin. Inderdaad, het wordt dus buiten. Het wordt daarna een gezellige avond onderbroken door een kort bezoekje van Hans en mij aan de B&B om een warm vestje voor de vrouwen op te halen.
Naast ons is een Engels stel komen zitten dat een jaar of vier in Amsterdam heeft gewoond in verband met zijn werk bij de ambassade en we raken in gesprek. Eerst passeren de koetjes en kalfjes de revue, daarna gaan we over op de economische toestand in Europa en politieke ontwikkelingen. Het is altijd aardig om de mening van een buitenlander over ons land te horen. Omdat zij vier jaar in Nederland hebben gewoond is dat dubbel interessant. Hun mening over ons partijenstelsel is duidelijk. A disaster. Dat kan alleen maar resulteren in coalities die als gevolg van compromissen over de belangrijkste onderwerpen per definitie aan handen en voeten gebonden zijn. Niets beter in hun ogen dan het Engelse districtensysteem waarbij afhankelijk van de uitslag de conservatieven of labour het voor het zeggen krijgen. We proberen toch wat twijfel op te roepen in verband met de komende verkiezingen. Wat als de Liberals bij de verkiezingen op 6 Mei nu eens zoveel zetels in het Lagerhuis veroveren dat geen van de partijen een meerderheid heeft. Alle polls wijzen daar namelijk op. Dan zullen er toch twee moeten samengaan om een regering te vormen. “Impossible” zijn zij van mening zonder daarbij aan te geven hoe het dan opgelost moet worden. Tijdens het schrijven van dit hoofdstuk weet ik dus beter. Conservatieven en liberalen werken samen in één kabinet.
Wilders kunnen zij niet goed plaatsen in hun Nederlandse ervaringen. Zijn bezoek aan Engeland was nauwelijks opgevallen en ze hebben geen hoge pet van hem op. Net zo min als dat voor Berlusconi het geval is.
Over laatstgenoemde hadden we later ook een gesprek met Julia en een jong Italiaans stel. Ze liepen zeker niet weg met de Italiaanse premier maar deden dat ook niet met de rest van de politici in hun land. Er waren wel wat integratieproblemen maar een plaatselijke Wilders was nog niet opgestaan.
Morgen is het onze onze laatste dag. We gaan naar Trastevere en voor de rest zien we wel.
13 juni
erJeetje