Romeinen 5 – 1.1 L’ultimo giorno a Roma
Onze laatste dag in Rome alweer. Het is zaterdag 1 mei, il giorno del lavoro, de dag van de arbeid. Een dag waarvoor het initiatief 130 jaar geleden door de arbeidersbeweging werd genomen om de overwinning in de strijd voor een achturige werkdag, meer loon en betere arbeidsomstandigheden te vieren.
De eerste viering vond plaats op de eerste meidag van 1890, daarna werd het in de loop der jaren in veel landen zelfs een nationale feestdag. In Nederland kwam de viering nooit echt goed van de grond en is het in de huidige tijd een bijna vergeten traditie. Of het in Italië nog steeds een dag is met optochten en feesten weet ik niet. In ieder geval waarschuwt onze reisgids voor gesloten winkels en gereduceerd openbaar vervoer.
Terug naar het verhaal over onze laatste dag in Rome. We kunnen het grootste deel in de stad doorbrengen omdat onze vlucht pas aan het einde van de middag vertrekt
Julia krijgt nieuwe gasten en we moeten onze kamers dus verlaten. We kunnen de koffers echter in de B&B laten en voor we naar het vliegveld gaan gebruik maken van haar toilet. Ze heeft ook gezorgd voor een grote taxi die ons om vijf uur zal ophalen. Plezierig omdat we anders met onze bagage naar het Termini moeten lopen om met de trein te gaan.
Wat gaan we doen? In ieder geval naar Trastevere waar we nog niet geweest zijn en daarna naar het centrum om te kijken of daar iets feestelijks gebeurt.
De afstand is te groot om te lopen en daarom zijn we van plan om met de bus te gaan. Julia twijfelt echter of die wel rijdt. Gewoon maar gaan kijken lijkt ons het beste. Daarvoor moeten we naar het Termini station omdat de bus daar vertrekt.
Als we de B&B verlaten ben ik even verrast door de stilte die me tegemoet komt. De straat is op een paar mensen na verlaten. Waar is de markt? Die is er niet, ongetwijfeld als gevolg van de 1 meiviering. Onderweg naar het station is het ook erg rustig op straat. De gebruikelijke drukte bij het Termini ontbreekt maar er rijden een aantal bussen en we zien bus H bij de halte staan.
Trastevere is een wijk aan de andere zijde van de rivier. Als je lekker wilt eten in Rome moet je volgens m’n reisgids daar zijn in een van de vele restaurantjes. Voor bezienswaardigheden hoef je er afgezien van een oude kerk en de villa Farnesina niet te zijn hoewel je er lekker kunt ronddwalen door de smalle straatjes en pleintjes.
We rijden per ongeluk een halte te ver door met de bus en komen na het bestuderen van onze plattegrond tot de conclusie dat we een stuk moeten terugwandelen over de Via Trastevere, een brede doorgaande straat die zo goed als uitgestorven is. De schaarse winkels en cafés zijn gesloten. Een paar families met kinderen lopen dezelfde kant op als wij. Ook op weg, denk ik, naar het plein bij de kerk, het middelpunt van de wijk volgens de reisgids.
Onze veronderstelling dat daar wel iets te doen zal zijn klopt. Op het plein bij de St. Maria in Trastevere is het druk, families in het zondagse pak laten zich bewonderen door andere families op hun paasbest. Opa’s en oma’s houden zich bezig met de kleinkinderen. De terrassen bij de cafés en eethuizen zitten vol.
Buurtbewoners hebben een plaatsje gezocht op een van de vele bankjes op het plein. M’n aandacht wordt getrokken door vier oudere mannen die met hun rug naar het plein gekeerd naast elkaar zitten te praten. Waar zou hun gesprek over gaan? Over de kampioenskansen van hun favoriet, de AS Roma? Over hun Italiaanse ouderdomspensioen dat alweer niet verhoogd is of gaat het over de 1 meiviering? Over vroeger toen hun partij grote optochten op die dag organiseerde en ze zingend achter un mare di bandiere rosse, een zee van rode vlaggen, over de Via del Corso naar het Piazza del Popolo marcheerden?
In piedi, dannati della terra,
in piedi, forzati della fame
La ragione tuona nel cratere
E’l’eruzione finale.
Maar de tijden zijn veranderd. En bij deze verworpenen der aarde is het vuur zo goed als gedoofd.
We lopen de kerk in om die te bekijken maar dat lukt niet omdat het stampvol is. Er is een dienst aan de gang en de pastoor is bezig met z’n preek. Zou de kerk de viering van de eerste mei hebben overgenomen? De dienstdoende geestelijke doet z’n best en straalt veel overtuigingskracht uit. Naast hem staat een vrouwelijke doventolk die met hand- en hoofdgebaren voor de slechthorenden in de kerk zorgt.
We kijken het een tijdje aan, uit nieuwsgierigheid. Ook hier had ik wel willen verstaan wat er verteld wordt maar daar voorzien m’n twintig woorden Italiaans niet in. We verlaten de kerk daarom maar weer en zoeken op het pleintje een café voor de koffie. We kunnen kiezen uit een aantal zaken en nemen de grootste omdat die een buitenterras heeft met uitzicht op het plein van de heilige Maria. Als we zitten vind ik het wel iets weg hebben van een groot toneel waarop naamloze acteurs en actrices een 1meispel opvoeren. Zonder dialoog echter maar die hebben we al in de kerk te horen gekregen. Daar wordt immers al twintig eeuwen een beter leven aan de verdrukten en zwakkeren in de samenleving beloofd, zij het dat dat leven pas na de dood aanvangt.
De bestelde consumpties worden gebracht en geven aanleiding tot wat discussie met de brenger. Een van de koffies bestaat namelijk uit veel melk met een beetje koffie in plaats van veel koffie met een wolkje melk. Koffie in Italië is een verhaal apart. Op de markt had ik een paar dagen geleden gezien dat je nog steeds van die aluminiumkleurige filterkoffiepotten kunt kopen waarvan wij er ook ooit eentje aanschaften. Ongeveer een jaar of vijftig geleden tijdens onze eerste vakantie in Italië. We maakten er koffie mee die waarschijnlijk als gevolg van een verkeerde maling een kop bruin vocht met veel koffieprut opleverde en hij verdween al gauw in de kast voor handige maar niet gebruikte apparatuur. Het oude vertrouwde opgietpotje werd in ere hersteld maar moest toch na een paar jaar definitief plaats maken voor een elektrisch apparaat van meneer Douwe Egberts dat onder veel gepruttel z’n werk verrichtte.
Het heeft daarna even geduurd voor de eerste koffiemachine z’n intrede deed in ons huis. Eentje van meneer Philips die na vijf jaar naar een van de kinderen verhuisde omdat wij een apparaat met meer mogelijkheden kochten. Een paar jaar geleden moest ook die plaats maken voor een opvolger en nu siert een exemplaar van Jura onze keuken.
Denk niet dat het koffiezetten met de aanschaf van zo’n machine een fluitje van een cent is geworden. Die moderne apparaten stellen hun eisen aan de gebruiker en geven regelmatig te kennen dat ze gereinigd of ontkalkt willen worden. Bij voorkeur met tabletten en pilletjes van de betreffende fabrikant omdat die geen garantie geeft voor de gevolgen als je naamloze schoonmaakmiddelen gebruikt.
Een tweede voorwaarde voor een kopje ‘echte koffie’ is het gebruik van koffiebonen. Nooit kant en klare gemalen koffie gebruiken. Wat dacht je dat er met de vluchtige aromatische olie gebeurt nadat je de inhoud van zo’n pak in een koffiebus hebt gedaan? Die verdwijnt, scompare, vervluchtigt, en daarmee verdwijnt een stukje van de smaak van echte koffie. Dat betekent dus dat je een koffiemachine moet kopen die tevens maalt beter gezegd, een door jou proefondervindelijk vastgestelde hoeveelheid bonen maalt waar vervolgens met hoge druk een hoeveelheid heet water doorheen wordt geperst. Nu ik toch bezig ben, voor een kopje Espresso heb je ongeveer 7 gram bonen nodig, de hoeveelheid espresso in je kopje moet tussen de twintig en dertig milliliter liggen en voorzien zijn van een crèmelaagje dat een hazelnootbruine tot donkerbruine kleur heeft.
Bijna vergeet ik iets over de maalgraad te zeggen. Die moet je namelijk na de aanschaf van het apparaat ook weer eerst proefondervindelijk vaststellen, afhankelijk van jouw smaak.
Moet ik het nog over het merk en de soort koffiebonen hebben? Nee hè, maar reken er op dat je daar wel even mee bezig bent. En blijft.
Het verschijnsel dat het waterreservoir altijd net bijgevuld moet worden als jij een kopje koffie aan het apparaat wilt ontlokken behoort bij de vaste rituelen van de koffiemachine. Net zoals de afvalbak met koffieprut dan ook vol blijkt te zijn.
Moderne apparaten, ze leveren meerwaarde op voor de fijnproever maar denk niet dat het leven er gemakkelijker door wordt.
Nog even over de koffiecultuur in Italië. Die staat natuurlijk op een onvergelijkbaar hoger niveau dan in ons land. De Italianen hebben er een instituut voor opgericht, het Instituto Nazionale Espresso Italiano (INEI) dat voor de regelgeving en certificatie op koffiegebied zorgt.
Om het je gemakkelijk te maken tijdens het bezoek dat jij straks aan Rome gaat brengen even een uitleg over de naamgeving van al die grote en kleine kopjes koffie die je in dat land kunt bestellen. Ik begin bij het kleine kopje sterke koffie dat wij kennen onder de naam Espresso. De Italiaan die een Espresso wil bestellen vraagt dan naar un caffé die hij drinkt uit het bekende kleine porseleinen kopje. Wil je een grotere hoeveelheid dan bestel je een caffé doppio. Een dubbele espresso zouden wij zeggen.
Voor de echte liefhebbers van een sterke bak bestaat ook de caffé ristretto. Die is supersterk en er wordt nog minder water voor gebruikt dan voor de standaard caffé. En dan is er voor later op de dag de Espresso met een scheutje likeur bijvoorbeeld grappa, sambuca of brandy. Die heeft de naam caffé corretto.
Jij vindt echter een gewone Espresso al te sterk en wil er wel wat meer water bij. Dat kan, je moet dan een caffé lungo bestellen. En als zelfs dat je nog te sterk is moet je een caffé americano bestellen. Daar wordt dan een flinke hoeveelheid heet water aan de koffie toegevoegd.
Voor de liefhebbers van koffie met melk bestaan de volgende mogelijkheden:
Cappuccino. Een goede cappuccino bestaat uit espressokoffie, warme melk en melkschuim in de verhouding 1:1:1. Soms wordt er wat cacaopoeder op de schuimlaag gestrooid.
Italianen drinken de cappuccino uitsluitend ’s ochtends. ’s Middags is bijna vloeken in de kerk, ’s avonds een reden tot excommunicatie.
Caffé macchiato. Dat is een Espresso met een toef melkschuim.
Caffé latte. Bestaat uit een caffé lungo met een gelijke hoeveelheid warme melk.
Latte macchiato. Deze bestaat uit veel melk met een scheut espressokoffie.
Genoeg over de koffie. M’n aandacht wordt bovendien door een middelbaar echtpaar getrokken dat binnen komt om een plaatsje te zoeken. Nederlanders is m’n inschatting. Het klopt als ik hem tegen haar hoor zeggen dat ze maar vast moet gaan zitten. Hij speelt de rol van de man van de wereld en bestelt staande iets te drinken voor hun tweeën. Daarna verdwijnt hij naar binnen, ik denk door hoge nood gedreven.
Wij besluiten om op te stappen om de rest van de wijk Trastevere te bekijken. Het is drukker geworden en bij het verlaten van het plein worden we gepasseerd door een auto, een open sportmodel. Aan het stuur een man, Italiaan van een jaar of dertig, die bestudeerd onverschillig kijkt. Door smalle straatjes wandelen we in de richting van de Orto Botanico. Het Rome van de andere zijde van de rivier is hier veranderd in een plaats met veel groen, scheef gezakte oude huizen, kleine winkels, eethuizen en ziet er bijna dorps uit. Alles is geopend, de 1 meiviering is prachtig maar er moet wel geld verdiend worden.
Onze hoop dat de hortus botanicus dan ook wel open zal zijn wordt echter niet bewaarheid. Gesloten staat op een bordje achter het dichte hek. Datzelfde is het geval bij de villa Farnesina die we daarna bezoeken. Een prachtig gebouw lees ik in m’n reisgids, gebouwd in 1511 en vooral bekend vanwege de fraaie fresco’s van Rafaël. We zullen het zonder moeten doen en wandelen terug richting St. Maria. Het is half een en we gaan op zoek naar een restaurantje dat we vinden in een smalle straat. Zullen we uitgebreid eten, vanavond schiet het eten er misschien bij in? Maar de echte trek ontbreekt, gewoon een lekker belegd broodje met een glaasje wijn is ook goed. ‘No sandwich’ verklaart de drukdoenerige baas desgevraagd maar we gaan toch maar zitten. Er staat vast wel een salade op de kaart. En als we die bestuderen ook versierde broodjes onder de naam brochette. Ik wil toch met iets Italiaans afscheid nemen en kies voor de spaghetti carbonare. De bereiding daarvan kost meer tijd dan ik bij het bestellen veronderstelde en als de anderen al aan het eten zijn moet ik me amuseren met een stuk droog brood en een glas rode wijn. M’n vraag naar de carbonare aan de passerende bediende levert als antwoord op dat die eraan komt. Als je moet wachten lijken minuten dan al gauw op uren, reden om met een handgebaar en bijpassende gelaatssuitdrukking aan de baas te vragen hoe het er met m’n bestelling voor staat. Een beetje rood aangelopen verdwijnt die blazend richting keuken. Een paar minuten later krijg ik dan m’n spaghetti, een groot dampend bord.
Heerlijke carbonare moet ik zeggen, romig en rijk gevuld met uitgebakken spekjes. De anderen zijn na afloop minder tevreden over hun gerecht maar zo gaat dat nu eenmaal. Geduld betaalt zich altijd uit.
Waar de echte Italiaan na zo’n middagmaal aan z’n siësta begint gaan wij verder met onze wandeling. Eerst terug naar de oude stad over de Tiberbrug en daarna richting Campo de Fiori in de hoop daar in een vrolijk meifeest met zang en muziek te vallen. Onze wens wordt niet vervuld, de inwoners van Rome gebruiken deze vrije dag vooral om door de stad te flaneren.
M’n benen en voeten beginnen zo langzamerhand te protesteren tegen al dat overwerk en we besluiten de bus te nemen, richting B&B. Rijdt die dan? Bij de halte staan in ieder geval veel mensen te wachten. Na tien minuten en nul passerende bussen wordt duidelijk dat er vanmiddag niet gereden wordt. Er zit niets anders op dan verder lopen.
Het is warm en de weg lijkt plotseling eindeloos. De fut is er een beetje uit en we zijn echt bezig met de laatste loodjes van Rome. Als we na een klein half uur de Piazza della Repubblica oplopen, vinden we dat de wandeling lang genoeg heeft geduurd. We besluiten om een uurtje door te brengen op een terras voor we onze laatste bezoek aan de B&B zullen brengen.
Later in de Via Montebello frissen we ons wat op in de minitoiletruimte van Julia. De taxi staat een half uur te vroeg voor de deur maar de chauffeur vindt het niet erg om te wachten tot we klaar zijn.
Kwart voor vijf vertrekken we naar het vliegveld. Nog een laatste blik op de binnenplaats en nadat we de bagage in de kofferbak hebben gedaan gaan we op weg. Onderweg zien we nog een keer flarden van de eeuwige stad. Het is warm in de taxi, iedereen zwijgt. Ik doezel een beetje weg en loop weer door de stad, op weg naar het Colosseum en al die andere historische bouwwerken. Hebben we alles bezocht wat we van plan waren? Ik denk het niet. Het kon ook niet omdat het zoeken naar al die plaatsen relatief veel tijd in beslag nam. Een punt dat we in de voorbereiding voor deze reis waarschijnlijk onderschat hebben.
De taxi heeft voor de rit naar het vliegveld aanzienlijk minder tijd nodig dan het busje dat we na onze aankomst gebruikten. We zijn daardoor veel te vroeg maar beginnen toch maar met de gebruikelijke routine; afgeven van de bagage, passeren van de beveiliging, een rondje winkels kijken, een broodje bij een foodplace en het onvermijdelijke wachten op de boarding.
Straks nog een paar uurtjes vliegen en daarna met de taxi naar huis.
Zes dagen Rome zijn omgevlogen. Thuis wacht de computer voor het verhaal en de foto’s. De naam weet ik inmiddels.
Het wordt Roma, una Citta Speciale.
21 juni 2010
erJeetje