2. Het is even wennen in Sevilla
Achtentwintig graden had de captain ons vlak voor de landing verteld. Nauwelijks wind en een hemel die hier en daar met een wolkje was gestoffeerd wat altijd mooie plaatjes oplevert bij het fotograferen.
In een klein half uur reden we naar ons hotel dat in het centrum van de stad lag. Aan een plein, tegenover het grote warenhuis El Corte Ingles. Twee heren die de receptie bemanden, checkten onze Voucher in hun computer en overtuigden zich er vervolgens van dat wij de personen waren die er in vermeld stonden. Het reisbureau had z’n werk gelukkig goed gedaan en zwijgend werden ons de sleutels voor de kamers 116 en 117 overhandigd. Cientodieciseis en cientodiecisiete. Die lieten niets te wensen over en nadat we ons tot onopvallende Nederlandse toerist hadden getransformeerd gingen we op weg voor een eerste verkenning van de stad.
Woensdagmiddag in Sevilla. Het viel niet mee. Een beetje onwennig probeerden we ons met de stadsplattegrond in de hand te oriënteren. Als we nou in de richting van de rivier zouden lopen dan konden we daar eventueel een rondrit maken met de bus.
Van de beloofde fraaie gebouwen was vervolgens nog niet veel te zien. Was die straat daar niet de Alfonso XII? Als we die nou een tijdje zouden volgen gingen we de juiste kant op.
Woensdagmiddag in Sevilla, twee echtparen op weg naar de rivier. Voelen zich een beetje ontheemd, het gesprek met de stad wil nog niet echt lukken.
“Eigenlijk zou een koel biertje er best ingaan,” oppert een van de mannen na een tijdje. “In het vliegtuig hebben we ook niets te eten gehad. Een cerveza met tapas, wat zouden jullie daar van zeggen?”
De groep betuigt z’n instemming en bij het eerste het beste buurtcafé met terras wordt aangemeerd. Tapas dus maar welke? We vragen het gewoon binnen besluiten de mannen. Dan halen we gelijk wat te drinken. De man achter de bar in het café tapt met een welwillend gezicht twee biertjes en blijkt ook in staat om de door de dames gewenste drankjes te voorschijn te toveren. Bij de tapas blijkt er echter toch wat overleg noodzakelijk. Tapas, ja, maar welke hadden de heren dan gedacht? En met een gezicht vol vraagtekens betrekt hij wat klanten aan de andere kant van de tap in het gesprek. Of ze honger hebben oppert er een na wat discussie met z’n vrienden want dan weet hij wel wat lekkers. Het lekkers blijkt te bestaan uit grote spiesen met vlees en brood. Moeten nog wel gebakken worden. Dan beginnen wij vast aan de biertjes besluiten de mannen en met de verzekering van de uitbater van het cafe dat de tapas met een paar minuten gebracht worden gaan ze terug naar hun vrouwen.
Was het lekker zie ik de nieuwsgierige lezer al denken. Meer dan dat. In geen jaren hebben ze zulk heerlijk vlees gegeten. Perfect gekruid en boterzacht. Voor een prijs die je gerust een vriendenprijs mag noemen. Vier drankjes en vier vleesspiesen met brood voor nog geen 12 Euro. En tevreden vervolgen de echtparen daarna hun weg. Akkoord, het is niet het mooiste deel van Sevilla waar ze doorheen lopen maar de manier waarop ze geaccepteerd werden in het café heeft ze goed gedaan.
Later op de middag zaten we op het terras van een restaurant waar het allemaal wat anders ging dan bij het buurtcafé. Nadat een van de camarero’s onze bestelling had opgenomen, een koel glaasje vino blanco, kwam z’n collega langs om dat nog een keer over te doen. Beide heren spraken uitsluitend Spaans maar uit hun gebaren begrepen we dat ze weinig vertrouwen hadden in elkaars werk. Maar goed, wij kregen uiteindelijk onze drankjes, echter niet nadat een van de twee met een verschrikt gezicht op onze tassen had gewezen. Die hadden we op het tafeltje gezet maar dat was vreselijk peligroso. Gevaarlijk want voor je het wist werden ze weggegrist door tassenrovers en hij had geen rust voor we ze van de tafel hadden verwijderd. En met nog wat opmerkingen over seguridad en pickpockets verdween hij weer naar binnen.
Zo stond deze eerste dag toch een beetje in het teken van de veiligheid. Te beginnen bij de controle op Schiphol gevolgd door de opdracht tijdens de vlucht naar Sevilla om alle, ik herhaal alle, handbagage in de opbergvakken boven de stoelen te plaatsen. En geen foto’s maken onderweg. Dat ik niet terug mocht bij de douane op het vliegveld leek me achteraf redelijk maar ze moeten me geen psychose gaan aanpraten als m’n tas met papieren voor me op tafel staat hoewel, wisten ze niet ooit een zonnebril van me te pikken die voor me op tafel lag. En die keer in India met dat net gekochte ringetje voor m’n oudste zoon? Een beetje waakzaamheid kan nooit kwaad.
’s Avonds kochten we op advies van de aardige mevrouw bij het VVV kaartjes voor de flamencovoorstelling die de volgende avond in het Cultureel Centrum van de stad zou plaatsvinden. Een verstandige daad want de meeste plaatsen waren al gereserveerd. De man aan het loket liet nog even de zaal zien om te tonen welke plaatsen nog beschikbaar waren en zowel dat gebaar als de plaatsen stemden tot tevredenheid.
Zoals ik al schreef, het was even wennen in Sevilla maar we hadden er voor de dagen die nog moesten komen alle vertrouwen in. Voor morgen stonden bijvoorbeeld bezoeken aan de Arena en de Catedral, een rondrit en een avondje flamenco op het programma.
Vroeg op daarom? Eh, we hielden het op half negen ontbijten.
‘s Nachts maakte ik het allemaal nog een keer mee waarbij de onvermijdelijke achtervolging van een man die m’n tas had weggegrist, niet ontbrak. Ja, zelfs in m’n dromen was het even wennen in Sevilla.