25 jan 2010

14. Van Hanoi naar Hue

0 Reacties

Dinsdag, 19 december. Als alles goed gaat vliegen we om kwart voor een naar Hue. Uurtje vliegen waardoor we de hele middag kunnen besteden aan een eerste verkenning van de stad.
Half negen, ik heb net ontbeten. Het busje dat ons naar het vliegveld zal brengen komt straks om half elf. Tijd genoeg dus. Hebben we eigenlijk al tickets? Ik kijk in het mapje waarin ik die dingen heb opgeborgen maar kan geen kaartjes ontdekken. Vreemd, zou de chauffeur van de bus ze meenemen? Weet je wat, ik loop even naar de balie, misschien liggen ze daar wel klaar.
Tickets for Hue? No, sir. De twee dames van de receptiebalie kijken nog even bereidwillig in wat laatjes maar niets. Geen envelopje voor Smit en Jansen. Maar geen paniek, als we vragen hadden moesten we gewoon even naar mrs. Thy van Tulip Tours in Saigon bellen, zij wist alles.
“Kan ik even naar Saigon bellen?”
“No problem, sir. But you have to pay.”Kost 10000Dong per minuut. Saigon, Tulip Tours dus. Als ik die na twee keer proberen aan de lijn krijg is het niet Mrs. Thy maar een assistent die me in het Vietnenglish vertelt dat hij de tickets zal sturen, yes en het gesprek daarop abrupt beëindigt.
Yes? Sturen? Dat gaat natuurlijk niet meer, we moeten zo weg, en ik vraag de vriendelijke hoofdportier die er ook bij is komen staan of Tulip Tours nog een keertje gebeld kan worden. Maar voor hij iets kan doen wordt er al voor mij gebeld. Het is Mrs Thy.
“You asked for the flighttickets to Hue?” En dan blijkt vervolgens dat we helemaal geen aparte tickets nodig hebben. De kaarten waarmee we van Frankfurt naar Hanoi zijn gevlogen gelden ook voor het traject naar Hue.
Ah, is dat het geval. En als we over anderhalve week naar Saigon vliegen kunnen we ook weer van die ticket gebruik maken. Yes, indeed. Of ik nog andere vragen heb. Oh no, thank you, alles is verder prima geregeld and we enjoy the travel in your beautiful country.
Zo gaat dat dus als je je tickets niet goed controleert. En duidelijk niet voor reisleider in de wieg bent gelegd. Met een gevoel van opluchting loop ik naar de anderen om die gerust te stellen. Gaan we nog iets doen? Ja, naar buiten om de tentoonstelling op het pleintje nog even op ons gemak te bekijken.
Hanoi TV is er ook en maakt opnames van een oude man in een net kostuum die met een ernstig gezicht de foto’s moet bekijken terwijl ze opnames maken. Ik vraag in gebarentaal of ik een foto van hem mag maken en er komt een toestemmende glimlach op z’n gelaat. Dit moet vast een oude Vietcong of Vietminhsoldaat zijn en ik besluit om het hem te vragen. In het Engels maar dat verstaat hij niet. Hij begint in het Viets maar dat wil bij mij niet zo best. We lachen elkaar nog maar eens toe en dan vraagt hij in moeizaam Frans of ik die taal spreek. Mais oui, un peu en ik realiseer me dat het vrij logisch is dat die taal door sommige oudere mensen nog wordt gesproken. We zijn tenslotte in het vroegere Frans IndoChina.
Hij blijkt vervolgens inderdaad soldaat te zijn geweest. Contre les Francais à Dien Bien Phu probeer ik als volgende vraag.
Non, dat was voor zijn tijd geweest. En dat moet wel kloppen want dan zou hij veel ouder moeten zijn. Non, hij was soldaat geweest a mille neuf sept… De rest van het jaartal wil hem niet te binnen schieten maar als ik hem aanvul met contre les Americains schudt hij enthousiast z’n hoofd van ja. Als representant van de oud-strijders mag hij nog een keertje optreden. Omdat de Tv-ploeg staat te wachten lachen we elkaar nog maar een keertje toe en nemen handenschuddend afscheid.
Is onze bus er al? Die is er nog niet en omdat onze dames nog een paar T-shirts willen kopen gaan we op zoek naar de verkoper van gisteren. Maar die probeert waarschijnlijk een eind verderop liefhebbers te vinden en een andere aanbieder, een verkoopster heeft ook hele mooie in haar voorraadje. Maar geen 4XL met Good morning, Vietnam. Terwijl we haar voorraad bekijken verschijnt toch onze man van gisteren op het toneel.
Four XL, yes, daarvan had hij de laatste gisteren aan mij verkocht. Hij wist het nog precies inclusief de prijs die ik betaald had. Maar waarom nemen ze geen geborduurd exemplaar?Die zien er inderdaad mooi uit, kosten die ook 4000 Dong net zoals dat shirt van gisteren?
Fourthousand Dong? Voor zo’n mooi geborduurd shirt? Onmogelijk. Met gespeelde verontwaardiging wijst hij op de geborduurde afbeeldingen. Handmade by my father and mother. Drie voor 20000 is echt de uiterste prijs waarvoor hij ze kwijt wil.
Ik mag dat wel, zo’n argument. En ik zie in gedachten die ouders bezig, bij het licht van een walmend petroleumpitje, steekje voor steekje die T-shirts bordurend. Het doet me denken aan een bewerkt kruisje dat ik in Ethiopië kocht waarbij de verkoper me bezwoer dat het door z’n papa persoonlijk was uitgevijld. Maar het spel moet nu eenmaal gespeeld worden en ik bied 14000 om hem tegemoet te komen. Ontsteltenis op z’n gezicht en papa en mama worden nog een keertje ten tonele gevoerd.
Nadat hij nog even het argument van hundred procent cotton heeft ingebracht worden we het eens over 18000. Of het teveel is weet ik niet maar wat maakt het ook uit. Je praat over een paar Euro’s. Voor dat bedrag worden de shirtjes ook nog ingepakt in een plastic zakje. Als we afrekenen betaal ik met 20000 maar geef hem bij het afscheid de 2000 wisselgeld die ik van hem had terugontvangen, als extraatje.
For your father and mother zeg ik erbij en daar kunnen we allebei wel om lachen.
Tijd om te vertrekken overigens want onze bus is er. Het is ongeveer drie kwartier rijden naar de luchthaven van Hanoi en we arriveren daar even na elf. Hoe laat vliegen we ook alweer? Oh ja, kwart voor een.
In de hal voor binnenlandse vluchten is het nog niet echt druk. Welke balie is voor onze vlucht, 245? Er zijn er drie en een juffrouw wenkt dat we wel bij haar kunnen inchecken.
Yes, good morning. Kunnen we hier terecht voor vlucht 245? Dat kunnen we niet, sterker nog, er is helemaal geen vlucht 245.
Geen vlucht 245? Maar op onze tickets staat toch  ……
Yes, no, de gebruikelijke inleiding bij een probleem zoals de lezer zo langzamerhand wel duidelijk is geworden.
En inderdaad staat er wel vlucht 245 op onze tickets maar die heeft een Delay.
Een delay, hoe laat vliegen we dan? En dan blijkt dat het geen vertraging is, de vlucht is gewoon gecancelled en wij zullen pas om vijf over vier vertrekken met de volgende vlucht. We moeten dus bijna vijf uur op dat vliegveld doorbrengen.
Pfffff, nee hè. En geërgerd mompel ik iets lelijks. Helpt dat? Nee, en ik vraag me af of we de komende uren nog iets leuks kunnen doen. Al is het alleen maar voor de lezers. Ik zie hun gezichten al voor me. Die denken zo direct een flitsend verslag over de cultuurstad Hue voorgeschoteld te krijgen, mogen ze in plaats daarvan mee zuchten over de lange zit op Hanoi Airport.
Daar zit ik niet op te wachten, meneer de schrijver. No, yes, no, nee, natuurlijk niet lezer, maar ik ook niet. En jij kunt het volgende stuk gewoon overslaan maar dat is er voor mij niet bij. Ik moet die volledige vijf uur uitzitten.
Het wordt dus een beetje knorrig inchecken en een plekje zoeken om de tijd door te brengen. Dat kan op twee plaatsen, in een restaurant met ongemakkelijke stoelen aan houten tafels en in een wat luxere gelegenheid met gerieflijke fauteuils en lage tafeltjes. Daar hoeven we niet lang over na te denken. Zal wel wat duurder zijn maar nog altijd vijf keer zo goedkoop als op Schiphol om maar eens wat te noemen. En nadat we ons geïnstalleerd hebben bestellen we een lekker sapje en wat te eten.
Voor de rest blijft er niets anders over dan wachten op de dingen die komen gaan. Ik besluit om het instructieboekje van m’n nieuwe camera nog een keertje door te nemen.  Daar ben ik wel een uurtje mee bezig en met een tweede uurtje om m’n dagboek bij te werken schiet het aardig op. Zou alleen aardig zijn als onze vlucht nu ook wordt aangekondigd op het Tv-scherm. Dat gebeurt echter niet en maakt me er niet geruster op. Straks wordt die vlucht van vijf over vier ook gecancelled.
Dat duurt en duurt en duurt en we moeten tot vijf over vier uur wachten voor we kunnen instappen. Dat is in ieder geval al wat. Half vijf is het eindelijk zo ver en komt er beweging in de Boeing. Gaat ie? Ja, hij gaat echt en aangedreven door machtige motoren voert onze vogel z’n snelheid op om na een aanloop van exact 35 seconden het luchtruim te kiezen.
Het is 630 kilometer naar Hue, uurtje vliegen. Nu maar hopen dat iemand in Hue aan de chauffeur van onze bus heeft verteld dat we later komen.
Kwart voor zes lopen we de aankomsthal van het vliegveld in en hoe durfde ik te twijfelen, natuurlijk staat er een chauffeur met een bordje Jansen Smit voor ons klaar. Wat een organisatie. Perfect. En ik zwaai in gedachten een kushand toe aan die aardige mevrouw Thy van Tulip Tours.
Het is druilerig weer en na een ritje van een half uur arriveren we bij ons hotel. Vanwege de Kerst is de entree feestelijk versierd en met zo’n ontvangst krijg ik meteen zin om nog iets te gaan doen. Daarom knappen we ons snel op en na een welkomstdrankje van het hotel gaan we de stad in. Wat zullen we doen, eerst lopen of eerst iets eten? Dat laatste maar, we zitten in een straat met wel twintig eethuizen en kiezen er eentje uit direct naast ons hotel omdat die wordt aanbevolen in een reisgids.
“Four persons?” zegt de juffrouw bij de ingang. “Oh no, we zitten nu vol maar als u over een uurtje terugkomt heb ik een tafel voor u.”
Dat doen we dan maar. De gelegenheid aan de overkant die door de juffrouw wordt aanbevolen om iets te drinken, ziet er vervolgens niet echt gezellig uit. We besluiten daarom om dan toch maar eerst de stad te verkennen. Wandelend richting rivier en dan zien we wel verder.
Zo maken we dus kennis met Hue, dat een stuk rustiger is dan Hanoi.
Als we na een uurtje weer terug zijn bij het restaurant blijkt de juffrouw woord te hebben gehouden. Ze wacht ons al op bij de ingang en wijst ons de weg naar een tafel die al voor ons gedekt is. In een restaurant waar het nog steeds razend druk is, met overwegend toeristen die allemaal veel te vertellen hebben. Op zich is dat natuurlijk niet erg; dat iedereen z’n persoonlijke geluidsknop daarbij op maximum heeft gezet is minder leuk. Wat een herrie. Maar de witte wijn is koel, het eten Vietnamese stijl smaakt prima en dat maakt veel goed.
Morgen de Citadel zien en varen op de Parfumrivier.
Beetje vroeg slapen kan geen kwaad. En dat doen we dus. In een heerlijk bed met een paar bloemblaadjes op de lakens. Wat een dag. Welterusten.


[begin]