20. Op weg naar Dalat
Omdat we vandaag een lange rit voor de boeg hebben zijn we maar eens een keer vroeg opgestaan. Een blik naar buiten leert dat het somber weer is en heeft geregend. Wat voor dag is het eigenlijk? Het gevoel voor de datum of de dag van de week begint me zo langzamerhand te ontglippen. Is het maandag, woensdag? Ik heb geen idee en moet op m’n horloge kijken om te ontdekken dat het dinsdag 30 december is. Morgen dus oudjaar. Al weer een jaar voorbij gevlogen. Vorig jaar brachten we de jaarwisseling door in Limburg. Nu zijn we iets verder van huis.
Het wordt vandaag zoals gezegd een dag met veel rijden. Dalat, een voormalig Frans vakantieoord, is het stadje waar we naar toe gaan. We blijven daar een paar dagen en dat vind ik wel plezierig.Maar eerst ontbijten. Er zit maar een handjevol gasten in de ontbijtzaal, wat toeristen zoals wij en twee Vietnamese mannen. Dit hotel ziet er met z’n drie sterren een beetje gedateerd uit hoewel alles brandschoon is. Het is er een uit de categorie vergane glorie. Maar bij het buffet kunnen we kiezen uit zowel een Vietnamees ontbijt als een continental. Ze zijn dus wel degelijk met de verlangens van het huidige toerisme meegegroeid.
Het vertrek staat op kwart over acht gesteld. Het is nog steeds bewolkt en er vallen zo nu en dan wat spetters regen. Maar de 23 graden voelen lekker aan.
Als we eenmaal rijden laten we Buon Mah Thuot al vlot achter ons. We rijden over een tweebaansweg van matige kwaliteit. Dat wil zeggen dat er nogal eens een gat in het wegdek zit.
De missie waarover ik in een vorig hoofdstuk schreef, heeft in deze streek z’n sporen achtergelaten. Net zoals gisteren passeren we meerdere kerken. Sommige huizen hebben een kleine kerststal in de voortuin.
Het is hier dunbevolkt. De huizen die we passeren zijn van hout en staan op palen. Als we een stop maken om te fotograferen komen er meteen wat kinderen op ons af. Gelukkig, kunnen we eindelijk eens wat ballonnen en andere speelgoedjes uitdelen. Ik vraag me af of ze niet naar school moeten. Want wat er ook mag ontbreken in dit land als je het vergelijkt met het onze, scholen zijn we overal tegengekomen.
Na een paar uur rijden bereiken we het Lakmeer dat tussen beboste heuvels ligt. Het is bescheiden van afmetingen, een kilometer of drie lang en twee kilometer breed. Onze eerste stop is bij een bungalowpark dat er zeer verlaten uitziet. Tot twee jaar geleden schijnt hier ook een groot restaurant te hebben gestaan dat echter afgebrand is. We strekken de benen met een wandelingetje. Het regent zo nu en dan zachtjes en omdat er verder niets te beleven valt gaan we verder. Bao brengt ons naar een andere plaats, een dorpje aan het meer. We drinken er eerst thee in een klein cafeetje en wandelen daarna naar het deel dat speciaal voor de nieuwsgierige toerist is bestemd. Onderweg hebben we een paar olifanten gezien en bij een van de huizen staan er ook drie of vier. Ze worden gehouden om in de rijstvelden te werken en als je het van te voren afspreekt kan je ze ook een uurtje huren om een ritje langs het meer te maken.
Dit dorp wordt bewoond door een van de minderheden in deze streek. Waarschijnlijk Mnong. De huizen, paalwoningen, zien er bijna allemaal goed onderhouden uit, een aantal is duidelijk recent gebouwd. De omroepinstallatie van het dorp staat aan. We mogen mee genieten van een lang verhaal. In het Vietnamees uitaard en ik heb dus geen idee wat er wordt verteld. Zijn het aanmoedigingen om de productie van rijst te verhogen, trouw te zijn aan de beginselen van oom Ho?
Of gaat het gewoon om een wijziging in de dienstregeling van de bus, wordt de komst van de rijdende melkboer aangekondigd of de prijzen van de koffie op de wereldmarkt? Ik weet het niet. Kan me er ook niet echt een voorstelling van maken hoe de inwoners van dit dorp leven. Zijn ze gelukkig met hun bestaan? Wat doen ze bijvoorbeeld met hun vakantie, beter gezegd hebben ze vakantie? Maken ze dan een reisje naar een honeymooneiland? Vragen, vragen.
Het is trouwens rustig in het dorp, maar een handjevol mensen dat we tegenkomen. Een oma met een kind, een jongen met een bal. Bij een van de huizen zijn een jongen en twee meisjes bezig om plantjes uit te zetten in de moestuin.
Wat me al eerder opviel is het grote aantal schotelantennes in deze streek. Ik weet niet welke Tv-programma’s ze hiermee kunnen ontvangen. Best mogelijk dat het tot wat Vietnamese en Chinese programma’s beperkt blijft. In dit dorp zijn alle huizen in ieder geval van een exemplaar voorzien.
Verder heeft het dorp weinig opwindends te bieden. Er zijn een paar winkeltjes waar ze tassen en souvenirs verkopen. Een groepje jongens met brommers hangt bij een volleybalveldje dat tussen twee huizen is aangelegd. Op de rijstvelden achter het dorp zijn de inwoners aan het werk. En zoals in alle kleine dorpjes op deze wereld zitten er wat oudere mannen in het dorpscafé.
Na het Lakmeer volgt er een lange rit door de bergen over een weg die geleidelijk slechter wordt. Er is maar weinig verkeer op de weg. Zo nu en dan een vrachtwagen, wat brommers en groepen koeien. Bij het passeren van een klein dorp komen we bijna vast te zitten met de bus op een deel waar de weg niet verhard is maar uit glibberige gele klei bestaat. Met veel voor- en achteruit rijden weet Bao te voorkomen dat we vast komen te zitten en hier moeten overnachten.
Het blijft regenen. Het is hier echt bergachtig met afwisselend klimmen en dalen. We passeren twee of drie bergtoppen en rijden door flarden laaghangende bewolking waardoor we maar een paar meter zicht hebben. Op een gegeven ogenblik verliest een ons tegemoetkomende bromfietser de macht over het stuur en vliegt uit de bocht. Hij moet kiezen tussen een frontale botsing met ons busje of uitwijken naar de betonnen greppel rechts van ons. Tijd om na te denken is er niet en hij schiet de greppel in. Wonderlijk genoeg loopt het goed af. Als wij gaan kijken of hij zijn noodlanding heeft overleefd is hij al bezig om met andere bromfietsers z’n voertuig uit de greppel te trekken. Maar schrikken is het wel als er plotseling iemand zo op je afvliegt.
Wij rijden verder, houden een keer een plaspauze en stoppen ook een paar keer om foto’s te maken hoewel het weer weigert om daar aan mee te werken. Net zoals tijdens de rit gisteren passeren we voortdurend koffieplantages en liggen er op veel plaatsen bonen langs de weg om te drogen. Daar komt vandaag niet veel van met dit dreinerige weer.
Als we Dalat even na drieën naderen rijden we zowaar een kilometer of twintig over een snelweg met twee maal twee banen. Ons hotel, zeg maar Resort, ligt aan de rand van de plaats en bestaat uit een hoofdgebouw met aparte gastenverblijven in vrijstaande villa-achtige units. Kamers die niets te wensen overlaten op een kleinigheid na. Alle informatie over het hotel en de plaats is in het Vietnamees gesteld.
’s Avonds besluiten we naar het centrum van de plaats te lopen. Het is droog geworden, wel fris. Een mooie wandeling van een kilometer of acht, eerst dalend en daarna langs het meertje in het hart van de plaats.
In het centrum is het druk, veel toeristen, veel plaatselijke jeugd ook, veel horecagelegenheden die veel harde muziek produceren.
We eten in een restaurantje dat in de Trottergids wordt aanbevolen. Zoals te verwachten zit het er vol met toeristen waaronder een stel waarvan de man sprekend op Gerard Cox lijkt. De eigenaar, of de grootvader van de familie waarschijnlijk, zit halverwege de zaak op een verhoging achter een tafeltje en controleert het hele gebeuren. Het eten is er lekker, betaalbaar en de witte wijn op de juiste temperatuur. Ze hebben er zelfs filterkoffie die goed te drinken is doordat ze er voldoende heet water bij doen. Wat wil een mens nog meer? Wat minder regen maar die wens wordt niet verhoord. Als we het restaurant verlaten plenst het van de regen. De lust om daarin terug te wandelen ontbreekt en we nemen een taxi die ons voor 1,5 Euro naar ons hotel brengt.
Wat een dag eigenlijk. Willen we al naar bed? Nee dus, we kunnen morgen uitslapen. En voor de tweede keer deze reis, na het potje scrabble op het honeymooneiland, doen we met z’n vieren een spelletje. Een kaartspelletje deze keer waarin ik gewoontegetrouw als laatste eindig.
Ja, je maakt wat mee tijdens zo’n reis.
9-6-2009
erJeetje