12 jun 2009

Anders maar in veel opzichten ook hetzelfde

0 Reacties

Drie hele plus twee halve dagen brachten we door in Kröv aan de Moezel en in vier afleveringen van ‘Paradijs aan de Moezel’ heb ik geprobeerd om iets van de aantrekkelijkheid van die streek te laten zien. Meer is ook niet mogelijk realiseer ik me. Daarvoor moet je er ten minste een jaar wonen.Wat op zich best aantrekkelijk lijkt als je prijzen ziet van de huizen in die buurt. Zoals een vrijstaand huis, geheel onderkelderd, met twee garages, op 900m2 grond, dat bij het plaatselijke makelaarskantoor te koop werd aangeboden voor 178.000 Euro. Dat is dan toch echt anders en niet hetzelfde als in Nederland waar je in het Westen dat bedrag met een factor 5 of meer moet vermenigvuldigen. Een aardig verschil kortom. En zo kan ik zonder moeite nog wel een rijtje zaken op noemen waarin Duitsland – de Duitsers – anders is dan Nederland maar die verschillen lijken me wel steeds kleiner te worden. Zou het een gevolg zijn van de Europese eenwording? En wie verandert er het meest?
Weet je wat, dit  is toch de laatste aflevering van het Moezelbezoek. Ik laat gewoon een serie foto’s van de mensen aan de Moezel zien. De drijvende kracht achter alles toch? Dan mag iedereen z’n eigen conclusie trekken.
Foto’s van de mens in z’n doen en laten. Een nimmer opdrogende bron van vermaak, ontroering, ergernis, bewondering, blijdschap. Met aardige, jonge, dikke, knorrige, oude, vreemde, werkende, belangrijke exemplaren.

p1020615

p1020625

p1020642

Mensen met lang haar en met kort geschoren koppen. Mensen met petten en valhelmen, mannen met hoeden ook want laatstgenoemd hoofddeksel laat zich sinds een paar jaar weer een beetje zien. Het gaat nog niet hard maar als ik door de stad loop zie ik dat het aantal heren dat de stap naar het dragen van dit hoofddeksel gewaagd heeft, groeit.

p1020620

p1020538

p1020630

p1020631

p1020720

p1020634

Mannen die proberen er een gezicht bij te trekken alsof het de gewoonste zaak van de wereld is maar de goede opmerker ziet toch ook wat onzekerheid. De schichtige blik opzij in het spiegelende glas van een winkel zegt genoeg.
Ik ben zelf geen liefhebber van het dragen van een hoofddeksel maar kan me nog goed herinneren dat m’n vader, ik spreek over de tijd vòòr en in de oorlog 40-45, een hoed droeg.  Net zoals 95% van de mannen in die tijd dat deed, dat wil zeggen, die droegen een hoed of een pet. Mocht je me niet geloven, kijk op filmbeelden uit die tijd en je zult zien dat ik niet overdrijf.
Maar goed, hierboven staan ze dan, de foto’s van de hoed, de pet en andere hoofdbedekkingen.
Wie niet mogen ontbreken in dit foto-overzicht zijn de oudere echtparen. Die waren goed vertegenwoordigd in Trier en Bernkastel. Het werkzame leven lag achter ze, de tijd om te genieten was aangebroken. Maar deden ze dat laatste ook? Tijdens het winkelen, de wandeling of op het terras? Dat zou je niet zeggen als je de foto’s bekijkt. Maar ik moet er onmiddellijk aan toevoegen dat dat bij de schrijver van dit stuk ook niet altijd het geval was. Op foto’s kijk ik ook vaak net nadenkend, geconcentreerd of afwezig. Bijna nooit met zo’n blik van “Jonge, jonge, wat zit ik toch te genieten”.

 

p1020466

p1020499

p1020537

p1020626

Wat heb ik nog meer in de aanbieding. Ah, de vader achter de kinderwagen. Een beetje nonchalant, met een hand duwend, zoals ik het ooit ook deed.
Trier is in het bezit van een mooi park. Het volkspark dat het dankt aan meneer Weissebach, ‘dem schalkhaften Stifter’ wat zoveel als schalkse stichter of schenker betekent. Dat zie ik in Nederland nog niet gebeuren. Dat meneer Rijkman Groenink om maar eens iemand met goed gevulde zakken te noemen, bijdraagt aan de aanleg van een park in Buitenveldert. En al helemaal niet met de vermelding schalks. Maar goed, dank zij meneer Weissebach was het in ieder geval goed wandelen in Trier. In een goed onderhouden park met beelden die er smetteloos wit uitzagen. Natuurlijk zat er een eenzaam meisje op een bankje onder een treurwilg. Ook zoiets dat in een park nooit mag ontbreken. Net zo min als de violist op het pleintje die iets für Elise speelde.

p1020614

p1020606

p1020640

p1020601

p1020622

p1020536

p1020718

Iets anders, ijseten. Ik mag zelf graag een hoorntje weghappen. Had geen idee hoe dat er uitziet tot ik hem tegenkwam. Een oudere heer met ijsje. Hij trok er een gezicht bij alsof hij net op z’n jas geknoeid had. Heel herkenbaar.
Mooi waren de twee mannen in gesprek. Daar had ik wel even naar willen luisteren maar we moesten verder wat maar goed was want ik denk niet dat ze mijn nieuwsgierigheid op prijs hadden gesteld.
Waren er nog meer mensen die m’n aandacht trokken? Ah, genoeg. Hoe vaak zullen er al drie vriendinnen op een brug hebben geposeerd? Probeer het maar uit te drukken in fotorolletjes. Je hebt geen idee? Nou, geloof me, de firma Kodak is er groot mee geworden.
Het brengt me bij de groep kortharige, te dikke jongetjes die ik op het marktplein in Trier zag. Allemaal in blauwe jackjes met een eveneens in blauw gestoken leider. Ik moet bekennen dat ik die niet meteen kon plaatsen. Duits? Nee. Nederlands dan? Absoluut niet. Toen de leider de groep toesprak werd me pas duidelijk dat het om vreemde eenden in de bijt ging. De heren kwamen uit Engeland.
Groeien die dan in Europees verband niet naar ons toe zie ik een oplettende lezer denken. Ik denk dat ik daar wel een verklaring voor weet. Kijk, die Engelsen hebben zich wel bij Europa aangesloten maar bewaren in allerlei zaken toch wat afstand tot het vasteland. Living apart together.
Tevreden over deze verklaring laafde ik me daarna aan het oranjegevoelversterkende beelden van een schoonmaker. Het had iets weg van Koninginnedag the day after.

p1020451

p1020471

p1020637

p1020452

p1020592

Eigenlijk waren het allemaal beelden die ik ook in een willekeurige Nederlandse stad had kunnen zien. Met het achtergebleven bierflesje in een vensterbank en personeel van winkels en restaurants dat buiten, op de stoep, even een sigaretje rookte.
Anders maar in veel opzichten hetzelfde gaf ik als naam aan dit hoofdstuk. En ik probeerde om op basis van een paar daagjes aan de Moezel een antwoord te geven op de vraag of Duitsland en Nederland naar elkaar toegroeien. Of de verschillen gaandeweg kleiner worden. Ik durf het nauwelijks hard op te zeggen maar misschien was “Hetzelfde maar in veel opzichten beter” ook geen slechte titel geweest.
10-11-2008

erjeetje

p10207391

 

 

 

 


[begin]