03 sep 1997

Een Peking Duck wordt helemaal opgegeten, van kop tot staart.
Een bezoek aan Peking zonder dat je de befaamde Peking Duck hebt gegeten is net zoiets als Amsterdam bezoeken zonder rondvaart of Venetië zonder een gondeltocht.
Kortom, ook tijdens ons tweede bezoek aan de hoofdstad van China laten we ons verleiden tot een bezoek aan een restaurant dat gespecialiseerd is in dat ge­recht. Met z’n allen want een hele eend met z’n tweetjes zien we niet zo zitten.

De zaak, die onze reisleidster voor ons heeft uitgezocht, komt me bekend voor als we ’s avonds om half acht arriveren. Zijn we hier een paar jaar geleden ook niet geweest? Dat was ook zo’n groot gebouw. Een soort Peking Duck palace van vijf of zes etages.
Hoewel we gereserveerd hebben is het nog even zoeken naar een plaats voor zestien personen en op onze wandeling door het gebouw word ik verrast door de talrijke zalen en kamers, die allemaal vol zitten met mensen, bezig met het verorberen van een eend.
Te midden van een tiental Chinese families worden we ten slotte in een flinke eetzaal aan twee grote ronde tafels geïnstalleerd. Om ons heen wordt druk ge­praat en zo mogelijk nog drukker gegeten. Personeel rent af en aan met gerech­ten en zo nu en dan wordt bij één van de tafels een complete eend voorgesne­den.
Bestellen, hoe doe je zoiets? Onze reisleidster maakt het ons gemakkelijk. Als iedereen nou zelf voor z’n drankje zorgt zal zij voor eend zorgen. Voor elke ta­fel een ‘eend compleet’.
Wat dat betekent worden we al gauw gewaar. Chinezen gooien namelijk niets weg van een dier dat ze opeten. De reden? Misschien heeft het wel iets te ma­ken heeft met de hongersnoden die vroeger om het paar jaar miljoenen slachtof­fers maakten. Van een eend wordt dus met uitzondering van de veren alles ge­geten. We beginnen met de koude voorgerechten. De grote ronde draaischijf van onze tafel wordt in snel tempo vol gezet met schaaltjes. Van sommige her­ken ik de inhoud. Eendenniertjes, gebakken eendenbloed, eendenhart, eendenpo­ten, eendenhuid, eendenlevertjes. Bij de rest is het moelijker en de meeste leden van onze groep moeten heel wat aarzeling overwinnen voor ze er wat van eten.
Ondertussen heeft iedereen ook een kommetje gekregen, dat gedeeltelijk gevuld is met kruiden, thee, wat gedroogde bessen en een stuk kandijsuiker. Kan je dat ook eten? Nee dus omdat er na een tijdje iemand van het personeel komt om de kommen vol te schenken met heet water uit een ketel met een lange tuit. Twee spijtoptan­ten die de inhoud van het kopje toch hebben opgegeten kijken nog verbaasder dan de kopjesvuller.
De eigenlijke eend arriveert na een klein uur en wordt op een wagentje binnen­gereden. Terwijl een lelijk jongetje, dat van een der andere tafels is weggelopen, toekijkt wordt het beest vervolgens door een kok met een vlijmscherp mes tot hapklare brokjes versneden.
De traditionele wijze om dit te eten wordt ons door een vriendelijke dame ge­demonstreerd. Met twee eetstokjes legt ze een stukje vlees dat ze vooraf even door een soort soja sauce heeft gehaald op een dun pannenkoekje. Daar doet ze vervolgens wat fijngesneden lenteui bij en het geheel wordt opgerold tot een rolletje. De bedoeling is dat je dat voorzichtig met je eetstokjes naar je mond brengt en daar op beschaafde wijze stukjes van af hapt. Het volgende rolletje gaat op dezelfde wijze. Moeilijk? Ja dus, sommige stukken eend vertonen dui­delijke vliegnijgingen maar we brengen er een vermakelijk half uur mee zoet.
Blijft ten slotte de vraag of het lekker is. Daarover zijn de meningen in onze groep verdeeld. Persoonlijk ben ik er net zo min als een paar jaar geleden on­dersteboven van maar anderen vinden het erg lekker. Eentje doet zich zelfs te­goed aan de kop van de eend waarvan de wangetjes erg lekker schijnen te zijn.
Met de aanzittenden van nog twee andere tafels zijn we na een paar uur zo’n beetje de laatsten die klaar zijn met de maaltijd. Op het wagentje naast de tafel liggen het karkas en de overige resten van de eend. Er wordt dus toch wel iets weggegooid denk ik maar ik ben te voorbarig met deze veronderstelling. Aan de tafel naast ons worden alle restanten van hun eend verzameld en in een plastic draagtas gedaan. Alsof het om een trofee gaat wordt deze daarna door de Chinese gasten meegevoerd.
Voor de hond veronderstelt één van m’n tafelgenoten.
Ik heb m’n twijfels. Honden zijn er in dit land om te eten, niet om Peking Duck te voeren.

 

 


[begin]