10. OP WEG NAAR SONGPAN

Terwijl ik eigenlijk best trek zou hebben in een lekkere kop koffie zwoegde onze bus over een stuk weg dat zo mogelijk nog slechter was dan de route die we een paar dagen daarvoor hadden afgelegd. We hadden net een stop achter de rug van een dik half uur omdat de weg vrijgemaakt moest worden van puin dat als gevolg van de regen naar beneden was gekomen. Toen dat werkje met bulldozers was uitgevoerd betekende het nog niet dat we meteen verder konden rijden. Eerst moest er nog een ruzie tussen twee chauffeurs beslecht worden. De twee heren hadden hun elkaar tegemoet komende auto’s op een plaats waar het absoluut onmogelijk was om te passeren bijna met de neuzen tegen elkaar gezet. Er was maar een oplossing en dat was dat er eentje terug moest, ach­teruit dus, en daar hadden volgens zeggen alle Chinezen een hekel aan.
(meer…)

11. EEN VREEMDE RIT

Het werd een kwartiertje later dan gepland maar om kwart over zeven ver­trokken we met een gerepareerde bus.
Ik heb er een hekel aan om me bij het opstaan te moeten haasten en was er meer dan bijtijds uitgegaan. Buiten werd er ondanks het vroege tijdstip al muziek gedraaid en een groepje soldaten dat met klossende schoenen pas­seerde, had er, getuige de leuzen die het door de straat scandeerde, echt plezier in.
Tegen zevenen waren we al beneden en keken op het voorplein naar de voorbijgangers, die in het halfduister van de vroege ochtend rochelend hun weg zochten. Ondertussen wisselden we de ervaringen van de nacht uit. On­danks alle griezelverhalen vooraf had iedereen best geslapen en de vlooien en luizen hadden kennelijk een snippernacht opgenomen. Wassen en tandenpoetsen bij het opstaan was wat problematisch geweest. Het water was afgesloten en met de inhoud van een thermosfles deed je niet zoveel. Zeker niet als je gewend was om je ’s ochtends te douchen. En de WC.? Maar niet over praten, dat was het beste in dat soort gevallen. (meer…)

12. TURKOOIS

Heerlijk om weer eens een keertje wat langer in bed te hebben gelegen. Aan het ontbijt werden we pas om acht uur verwacht. Lekker geslapen. In een goed bed en ik had het gevoel dat we er weer dagen tegenaan konden. Aan de gelui­den te horen was buiten een groepje jeugdige gasten aan het basketballen.     Zou ik nog een kwartiertje blijven liggen? Maar na wat uitrekken nam ik toch een besluit. “Laat ik er maar eens uitgaan,” zei ik tegen mezelf. Wat voor dag was het eigenlijk vandaag? Zaterdag? Al bijna twee weken on­derweg? En verbaasd over deze ontdekking pakte ik m’n scheerapparaat. Al op de helft van onze reis, wat vloog die tijd om.

Het ontbijt dat we een half uurtje daarna voorgeschoteld kregen was een gezonde variant met rijstepap, beanmilk (ik denk dat het sojabonen melk is geweest), gestoomde broodjes en een gekookt eitje. De meisjes van de bedie­ning keken na gisteravond nog wat onrustig in onze richting. Als ze maar niet weer zo lang blijven zitten leken ze te denken. Maar daar behoefden ze niet bang voor te zijn. (meer…)

13.TERUG NAAR CHENGDU

Vijf uur op na een nacht waarin ik maar matig had geslapen. Na de geïmprovi­seerde douche -de douchekop was nergens aan te bevestigen- had ik de avond tevoren nog vrij lang wakker gelegen omdat het ergens in of buiten het hotel tot na twaalf uur rumoerig was met gezang -karaoke?- en geschreeuw. Net als tij­dens ons verblijf eergisteren was er ’s ochtends geen water maar toen we even voor zessen in het aardedonker vertrokken was de stemming van de groep op­gewekt. Waarschijnlijk uit vreugde omdat we deze plaats voorgoed verlieten.
(meer…)

14. LE SHAN

Wat een heerlijke nacht in deze poel van luxe. Ik kon ’s avonds niet meteen in­slapen en had toen maar een uurtje naar een voetbalwedstrijd op de TV geke­ken. Italiaanse competitie. Na afloop gaven ze ook de uitslagen van de andere wedstrijden. Was alleen abracadabra voor me omdat de namen van de clubs in Chinese karakters waren geschreven. Maar daarna geslapen als de spreekwoor­delijke roos. Het nachtje in dit hotel had Lietje ook goed gedaan en we gingen ons met z’n tweetjes eens een keertje lekker te buiten bij het ontbijt. Na drie da­gen droge crackers mocht dat wel een keertje vonden we.

(meer…)

15. EMEISHAN

“Weet je dat het al half zeven is?” zei ik bij het wakker worden tegen Lia maar zij draaide zich nog een keertje om en zei dat ik me eerst maar moest gaan scheren. Een blik naar buiten maakte me niet blijer. ’t Was nog steeds nevelig met grauwogende bossen. In de ontbijtzaal was het naderhand nog stil. Alle gasten lagen nog lekker in bed en uit bezorgdheid om ze wakker te maken aten we zwijgend broodjes met jam en een gekookt eitje.
Toen we bijna klaar waren spoorde Gerard iedereen nog even aan om vooral een extra trui of iets anders mee te nemen en daarna gingen we op weg met een bus uit de streek. Niet ons eigen vertrouwde exemplaar waarmee we al zoveel hadden meegemaakt en ik voelde het even als verraad maar na de uitleg van onze reisleider begreep ik dat er in dit geval sprake was van overmacht. Voorschrift van de lokale autoriteiten en daar legden we ons maar bij neer. En als het nou nog een ruimer exemplaar was maar die werden kennelijk niet vervaardigd in China. (meer…)

16. LIJIANG EN DE NAXI’S

Na een koude nacht, waarin ik op een gegeven moment zelfs nog een extra de­ken op m’n bed had gelegd, stonden we pas om half negen op. De weerjongens hadden het toch bij het juiste eind gehad en het regende. Een beetje huiverend, het was nog steeds koud, hadden we ons bed verlaten op en genoten daarna in een soort eethuisje, dat in een straatje buiten het hotelcomplex was gevestigd, van een Chinees ontbijt hoewel, het viel best mee want er was brood, een hard­gekookt eitje en koffie. Ook lag er iets ondefinieerbaars op een bordje dat waarschijnlijk als broodbeleg bedoeld was. Je kon het het beste omschrijven als een beetje klein uitgevallen yakkeutel en het smaakte ja naar wat eigenlijk; naar hoe een yakkeutel behoort te smaken denk ik.

(meer…)

17. OP WEG NAAR DALI

 We moesten er weer eens vroeg uit, kwart voor zeven en Lia en ik hadden daar allebei moeite mee. Zou het voortdurende gehol en het reistempo dan toch z’n tol gaan eisen? Een blik naar buiten in het halve donker dat daar nog heerste hielp ook niet om moed te scheppen. Van de regen glimmende daken en straten. Zou het dan nooit ophouden in deze volgens alle boekjes als droog aangegeven maand? Ik verlangde naar een warme dag en een lekkere boterham met room­bo­ter en kaas. Vreemde combinatie maar China was me op dat ogenblik even te veel. Ik begon te verlangen naar de wonderen van Nederland.
(meer…)

18. NAAR KUNMING

Dit was toch eigenlijk te gek voor woorden. Vijf uur uit je bed. Toen we om kwart voor zes bene­den stonden sliep iedereen nog half maar gelukkig had Dick een mooi verhaal.
Het warme water had het bij onze aankomst niet gedaan in z’n kamer. Ook niet na de toezeggingen die hij na z’n eerste klachten had ontvangen. U moet het ge­woon even goed laten doorlopen had hij als advies gekregen maar na een half uur bij de lopende kraan gezeten te hebben was ie ’s avonds toen zo boos geworden dat hij het etagemeisje er bij had gehaald.
(meer…)

19. DAGJE KUNMING

Heerlijk, uitslapen in een perfect bed. Niet te hard, niet te zacht. Om half negen toch maar opgestaan. Ik was een beetje snotterig geworden. De andere mannen in het gezelschap hadden daar trouwens al last van. Het leverde een interessante discussie op met Lietje over de vermeende superioriteit van het sterke geslacht.
Wat voor dag stond ons te wachten? Geen urendurende tochten met de bus. Daar hadden we voorlopig genoeg van. Beetje relaxend bezig zijn, daar gingen mijn gedachten naar uit. Wat dingen in een rustig tempo bezichtigen, tempeltje, museumpje. Wat voor dag was het vandaag eigenlijk? Hmm, zondag. Misschien geen gek idee om heel toepasselijk wat te genieten van de zon in een parkje. Toen ik in m’n enthousiasme over deze bespiegelingen naar buiten keek wist ik gelijk dat ik daar beter nog even mee had kunnen wachten. Het regende namelijk.
“Dit is toch niet te geloven, hè,” foeterde ik tegen Lietje, die nog niets vermoedend bezig was om uit haar slaap te ontwaken. “Waar wij arriveren be­gint het gelijk te regenen. Dat begint nu toch echt op een achtervolging te lij­ken.” (meer…)