141. Het jassie van Ajax

Moeten we niet weer eens een keertje bijpraten had Gajus junior tegen z’n vader gezegd. Als we nou voor morgen afspreken in de Ingooi. Tegen een uur of twaalf. Eten we gelijk wat en met een beetje geluk zijn de andere ouwe jongens er ook. En zo gebeurde het dus.
Het was wat later dan ze afgesproken hadden omdat de sneltram weer eens vertraging had maar tegen enen betrad Gajus Amsterdams oudste supporterscafé waar z’n zoon al met een aantal leden van de vaste supporterskern in gesprek was.
(meer…)

142. Over twijfel en wijsheid

Het was een van die warme voorzomeravonden waar we al een aantal jaren mee worden verwend en de late bezoeker die had gedacht nog een plaatsje op een caféterras te kunnen vinden kwam bedrogen uit. Overal zat het tjokvol. Zo ook bij de Ingooi waar de vaste kern van bezoekers aan het einde van de middag was neergestreken voor een glaasje, een hapje en vooral een goed gesprek over al die dingen die oudere Amsterdammers bezig houden.
Dat laatste wilde echter niet echt goed op gang komen en de stiltemomenten werden steeds langer.
(meer…)

143. Broken illusions

‘Wordt het geen tijd dat je weer eens wat over de Ingooi schrijft’ had Gajus junior tegen z’n vader gezegd. ‘Ik hoor allerlei geruchten over een splitsing in de vaste supportersgroep en dat er een goeie kans is dat Fritsie er mee stopt.’
Het was zo’n grauwe novemberdag met veel vallend blad. De laatste stuiptrekkingen van een zomer die ook al weinig mooie dagen te bieden had gehad voerden ons volgens de weerprofeten definitief naar een bitterkoude winter met veel sneeuw. Reden genoeg voor junior om een midweeks bezoekje aan de oude lui te brengen.
(meer…)

144. Terug van weggeweest

Jammer dat je met de Ingooi bent gestopt hadden er een paar naast hun beste wensen voor het nieuwe jaar op de kaarten geschreven die ik ontving. En of het café eigenlijk nog bestond of ook gesloten was.
Ik kan ze gerust stellen, de Ingooi dat wil zeggen, het café, draait als de bekende tierelier. Toevallig of eigenlijk niet toevallig was ik er een paar dagen geleden nog om even bij te praten met Frits. Ik was niet het enige lid van het vaste groepje oersupporters. Gajus, Bram en Nico waren er ook om de gevolgen van te overvloedige kerstmaaltijden te corrigeren.
(meer…)

145. Een veelbelovend jaar

Hoe het gisteren in de Ingooi was afgelopen vraag je? Je bedoelt met de nieuwjaarsreceptie?
Ah geweldig. Iedereen was er. En die slimmerd van een Frits had niet alleen de mannen van de vaste supportersgroep uitgenodigd maar ook hun partners. Moet je nagaan, voor het eerst in al die jaren mochten de vrouwen er ook bij zijn.
(meer…)

146. De kop is er af

Of ie zich de befaamde mistwedstrijd tegen Liverpool nog kon herinneren had ome Bram op een gegeven ogenblik aan Gajus gevraagd en toen deze daarop bevestigend had geantwoord waren ze steeds verder afgedaald in die reusachtige grijze geheugenbank met herinneringen. De beslissingswedstrijd van Ajax tegen Benfica in Parijs, de 6-5 nederlaag tegen het Heerenveen van Abe Lenstra, het landskampioenschap van het DWS-A van Solleveld, de teloorgang van Blauw Wit en nog veel meer.
Het was gezellig druk in de Ingooi. De kop van het nieuwe jaar was eraf en dan voeren de benen je zoals Nico het uitdrukte, je bijna op de automatische piloot naar Amsterdams oudste supporterscafé. Om daar de andere mannen een gelukkig Nieuwjaar te wensen, om de ideetjes en plannen voor het nieuwe jaar uit te wisselen, om even bij te praten over hun pensioen en de problemen met de Euro. En om even terug te kijken in de tijd want daar zitten vaak de oplossingen voor de toekomst verborgen.
(meer…)

147. Bloemen die nimmer verwelken

“Moet je dat nou zien,” zei een verontwaardigde tante Jans tegen oom Bram, terwijl ze hem de rozen voorhield die ze van de ouwe jongens voor haar 75e verjaardag had gekregen. “Staan nog geen week en de bloemen laten nu al hun blaadjes vallen. Durven ze ook nog op het kaartje te zetten dat het bloemen zijn die nimmer verwelken. Je moet eens tegen die collega’s van je zeggen dat ze goeie bloemen moeten verkopen. Vroeger stond zo’n bos drie weken.” En mopperend deponeerde ze de bos treurnis in een vuilnisbak.
“Overdrijft ze niet een beetje,” vroeg de net gearriveerde Gajus aan Bram die er een beetje beteuterd bij zat te kijken. “Of hebben ze ons bij Wimpies bloemenparadijs een bos in handen gestopt die al twee weken in de winkel stond te verkommeren?”
(meer…)

148. Intuïtief

Tsja, wat doe je op een winterse zaterdag waarop je eigenlijk van plan was om je laten meeslepen door beelden van de Elfstedentocht? Je kijkt even op de teletekst of er misschien toch niet een alternatieve tocht is gestart en stelt je daarna tevreden met het normale zaterdagse ritueel. Je begint met de krant en je lost de dubbele sudoku op.
Na de tweede koffie is het tijd voor de boodschappen. Je mag helemaal zelf beslissen, zegt je echtgenote, wat je te eten meeneemt voor morgen en dat is nog lastig genoeg.
Omdat er geen andere afspraken zijn gemaakt besluit je ’s middags om een bezoekje aan de Ingooi te brengen waar je tegen vieren arriveert.
(meer…)

149. De witte reus

De lente was zo plotseling gearriveerd dat we ’s ochtends besloten om een bezoekje aan de stad te brengen. Beetje rondlopen, bezoekje aan de reisboekenwinkel brengen om te kijken of ze daar een grote wereldkaart hadden, van die dingen. En om alvast wat kilometers in de benen te krijgen voor de geplande reisjes naar een paar Europese hoofdsteden waren we bij het Concertgebouw uit de tram gestapt om vanaf die plaats onze tocht richting centrum te vervolgen.
Het grootste plein van de hoofdstad lag er wat armoedig bij. Gras dat er vaalgroen uitzag als gevolg van de sneeuw en de recente vorstperiode, kale bomen die nog verzonken waren in hun winterslaap en een handvol toeristen die zich bij gebrek aan iets beters vermaakte met de grote letters van I Amsterdam.
En bijna besloten we om toch maar via de P.C Hooft verder te wandelen toen onze blik getrokken werd door de nieuwe aanbouw van het Stedelijk. De badkuip dus, de naam die het al kreeg toen men nog bezig was met de fondsenwerving. Hij heeft daar inderdaad wel iets van weg maar ik vond het toch wat te gemakzuchtig bedacht.
(meer…)

150. GVD in de Ingooi

 “Weet je nog dat vroeger elke vereniging voor de Paas een grote klaverjasdrive organiseerde,” zei ome Bram dromerig. “Met eieren en paasbroden als prijzen voor de winnaars?”
Het was de middag van Goeie vrijdag en doordat de Ingooi tegenwoordig in een paar toeristengidsjes wordt genoemd, zat de zaak vol met hongerige en dorstige bezoekers van de stad. De leden van Amsterdams oudste supportersvereniging hadden zich daarom teruggetrokken in hun eigen hoekje; aan een tafel die met het bordje ‘gereserveerd voor stamgasten’ aangaf dat buitenstaanders op die plek niet welkom waren.
(meer…)