150. GVD in de Ingooi
“Weet je nog dat vroeger elke vereniging voor de Paas een grote klaverjasdrive organiseerde,” zei ome Bram dromerig. “Met eieren en paasbroden als prijzen voor de winnaars?”
Het was de middag van Goeie vrijdag en doordat de Ingooi tegenwoordig in een paar toeristengidsjes wordt genoemd, zat de zaak vol met hongerige en dorstige bezoekers van de stad. De leden van Amsterdams oudste supportersvereniging hadden zich daarom teruggetrokken in hun eigen hoekje; aan een tafel die met het bordje ‘gereserveerd voor stamgasten’ aangaf dat buitenstaanders op die plek niet welkom waren.
“Volgens mij hebben we dat ook nog jaren in de Ingooi gedaan,” viel Nico hem bij. “Ik zie nog voor me hoe haagse Karel languit ging met het rek eieren dat ie gewonnen had. ’s Jonge, jonge, het eierstruif zat tegen het plafond. Waar is Frits? Hé, oudste, waarom zijn we hier eigenlijk met onze paasdrive gestopt?”
De vraag bleef hangen omdat de uitbater bezig was om een viertal licht aangeschoten Engelsen in z’n beste mokumengels uit te leggen dat ze voor drugs bij de coffeeshop om de hoek moesten zijn. “No, jes, ze furst striet toe zie reit en den joe kennot mis it.”
Hoofdschuddend kwam hij daarna naar de stamtafel toe. Waarom we hier geen stickies verkochten, vroegen die gasten. De Ingooi als koffieshop. Maar wat kan ik voor jullie doen?
“Voor allemaal wat te drinken,” gaf Gajus te kennen. “En ik denk dat de jongens wel trek hebben in iets pittigs maar eerst wat anders. Heb je die vraag van Nico nog gehoord? Over de paasdrive die we hier vroeger hielden. Dat het zo druk was dat ze zelfs boven in het opkamertje zaten te kaarten.”
Het was wel duidelijk dat er een bron met herinneringen was aangeboord. Zoals over de keer dat Gijssie de voorpublicatie had verzorgd en met een grote flyer was gekomen waarop met koeien van letters “GVD in de Ingooi” werd aangekondigd. Goeie Vrijdag Drive legde Gajus aan meneer Piet uit omdat die even wat bedenkelijk keek.
“Als de heren het niet erg vinden kom ik straks wel weer terug,” onderbrak Frits, die geduldig had staan wachten, de woordenstroom. “Er moet hier namelijk nog gewerkt worden ook. Dan breng ik gelijk de kleine paassurprise die ik voor jullie heb bedacht.”
“Goeie vrijdag drive,” zei meneer Piet zachtjes voor zichzelf. “Dat is lang geleden. Ik weet nog goed dat iedereen op goeie vrijdag vrij had. Behalve bij het bedrijf waar ik werkte. Wij kregen alleen ’s middags vrij.”
“Dat is dan toch merkwaardig,” verwoordde Gijssie de verbaasde gezichten van de groep. “Bij ons op catechisatie leerden we dat de kruisiging al ’s ochtends vroeg was begonnen, op Golgotha. Wist jullie Directie dat niet?”
“Jawel,” gaf meneer Piet als antwoord. “Daarom kon je voor de ochtend als je daaraan behoefte had, een halve snipperdag opnemen. Maar die werd vervolgens als hele dag op je vakantieoverzicht afgeboekt. In die tijd had je er daar maar een paar van en die bewaarde ik daarom liever. Zo gelovig was ik trouwens niet. Overigens hadden wij al ver voor de rest van Nederland dat kreeg, vrij op zaterdagochtend.”
Er viel een stilte na z’n laatste opmerking en voor insiders was het duidelijk dat iedereen behoefte voelde om zich een korte wijle met soortgelijke herinneringen in gedachten naar het eigen verleden te verplaatsen. Naar een tijd waarin geluk volgens de overlevering nog heel gewoon was, een bewering die je echter gezien de selectiviteit van het menselijk geheugen gerust discutabel mag noemen. Veel tijd kregen ze overigens niet omdat Frits zich na een paar minuten weer aan hun tafel meldde met een dienblad waarop 7 bolbuikige flesjes stonden en 7 bierglazen van het smalste model dat in de horeca gangbaar is. En een gezicht waaraan je kon aflezen dat hij de heren iets te vertellen had.
Z’n opening waarin hij aangaf dat het geen kwaad kon om een paar gebeurtenissen uit het rijke verleden van de Ingooi op te diepen bracht iedereen onmiddellijk weer bij de les. En het was duidelijk dat Nico met z’n opmerking over de paasdrive een tere snaar had geraakt.
De goeie vrijdagdrive van de Ingooi was inderdaad een aantal decennia erg populair geweest. Frits kon zich de precieze datum weliswaar niet herinneren maar kon dat desgewenst zo terugvinden in de boeken. Volgens tante Jans, die hij ook gevraagd had, lagen de succesjaren tussen ongeveer 1970 en 1980. Daarna was de belangstelling om mee te doen snel terg gelopen met in 82 of 83 het dieptepunt toen op de betreffende speelavond drie liefhebbers aanwezig waren. Ondermeer de volledige vaste supporterskern was bijvoorbeeld niet komen opdagen. Voor de Ingooi betekende het een niet geringe schadepost.
“Wekenlang hebben tante Jans en ik paasbrood met gebakken eieren moeten eten en hard gekookte eieren tijdens het happy hour uitgedeeld aan de liefhebbers. Dat de GVD in de Ingooi daarmee tot het verleden behoorde zal jullie duidelijk zijn.
Maar genoeg hierover. Iets te drinken had Gajus gevraagd. Net zoals die meneer C. van Fransie en Gijssie eenmaal per jaar vindt dat de jeugdopleiding van de roodwitten niet deugt, klagen jullie van tijd tot tijd over het bier dat we in de Ingooi tappen. Te slap, te sterk, te bitter, te weinig schuim, te veel schuim, te warm, te koud. Denk niet dat ik me jullie opmerkingen niet aantrek. Integendeel, tante Jans en ik doen ons best om de klanten van de Ingooi een biertje voor te zetten dat vanaf het eerste glas smaakt.
Zo kregen wij een paar maanden geleden bezoek van een kleine producent van speciaalbieren en die bezorgde me begin van de week vier kratjes die alleen voor speciale gasten bestemd zijn. Om te proberen. Mijne heren, hier is het dan, nu nog in fles maar later dit jaar misschien van de tap, speciaal vervaardigd voor de Ingooi, rokersbier.”
Onzeker door de lange toespraak en de verrassing die Frits voor ze had neergezet keken de mannen elkaar aan. En dat werd er niet minder op toen tante Jans ook nog aankwam met een grote schaal met brood en dampende gehaktballen.
Met de hint dat het misschien geen kwaad kon om in te schenken liet het uitbaterechtpaar de vaste supporterskern achter. Die na de eerste aarzelende teugjes constateerde dat het hier om bier ging met een onmiskenbare smaak van rook. Wel lekker vond Karel die een vast lid was van het rokersgilde maar ook de anderen lieten het zich in combinatie met een balletje brood goed smaken.
Voetballersbier noemde Fransie het zelfs op een gegeven ogenblik omdat z’n favorieten tegen elke voorspelling in toch nog kampioen hoopten te worden hoewel de huid van de beer nog steeds als een donkere deken over de club hing. Reden voor meneer Piet om nog even te herinneren aan de afspraak dat er pas weer over de roodwitten gesproken mocht worden als de bestuurlijke chaos bij de Arenabewoners opgelost was.
Even probeerde Karel daarop Gijssie op de kast te jagen met een sneer over de naam van de roodwitten. Dat die in den Haag tegenwoordig in navolging van RODA Ajax J.C. werden genoemd maar z’n opmerking loste als het ware op in het welkom dat Frits ten deel viel toen hij een tweede flesje van het nieuwe biermerk bracht voor de liefhebbers.
Rokersbier. Alleen Gajus gaf de voorkeur aan een glaasje rode wijn maar dat was niet zo verwonderlijk omdat hij nooit een bierliefhebber was geweest. Ook geen roker trouwens. En evenmin een kaarter.
Maar kijk er niet vreemd van op als er volgend jaar weer een GVD in de Ingooi plaatsvindt waarbij een van de prijzen een Côte du Rhône fumeur is.
9-4-2012
erJeetje