70. Portugal, here we come
Met de opmerking “Natuurlijk mogen we dat niet missen” van haagse Karel na afloop van de loting voor de EK was de toon voor de discussie in de Ingooi gezet. “Niks mooier dan erbij zijn,” had ie er aan toegevoegd. “Maar ga d’r alvast maar van uit dat die gasten een vermogen vragen voor het meest lullige hotelkamertje.”
En ome Bram had instemmend iets gemompeld over de hoogte van z’n AOW, die net voldoende was om de huur van z’n huis te betalen en zeker niet voorzag in een rondje Portugal.
Het was zondagmiddag en het volledige team van oersupporters deed zich tegoed aan een broodje bal want de loting en de wedstrijd van hun rood-witte favorieten op de buis had hongerig gemaakt.
“We kunnen toch gewoon hier blijven en in de Ingooi kijken,” had Maikel, het jongste lid van de groep geopperd maar dat voorstel werd met afwerende gebaren verworpen. Natuurlijk, niks mis met de grootbeeldtelevisie die Fritsie voor dat soort gelegenheden liet aanrukken maar d’r ging toch niks boven voetbal in natura zoals Fransie het pleegde te noemen. Het erbij zijn.
“Maar we hoeven toch niet per se in een hotel te kruipen,” had Nico toen met een peinzende blik gezegd. Äls we die twee weken in Portugal nou eens combineren met vakantie op een camping. Dan krijgt Gijssie geen problemen met z’n vrouw en dan houden we die hotelEurootjes lekker in de pocket.”
Er ging een goedkeurend gemompel op en dat werd nog versterkt door de versnapering van meneer Heineken die Frits ronddeelde.
Alleen ome Bram was het er kennelijk nog niet mee eens en nadat hij de laatste hap van z’n broodje had weggeslikt gaf hij met veel keelgeschraap te kennen dat hij wat wilde zeggen.
“Kamperen? Kramperen zullen jullie bedoelen. Jullie denken toch zeker niet dat ik daar twee weken in een tent ga liggen voor een paar van die luizenwedstrijden.” En met een verbaasd gezicht wendde hij zich daarna tot Gajus op wiens gezicht geen afkeuring voor het idee af te lezen was maar ook geen bijval. “Ik zie dat jou ook nog niet doen, ouwe. Maar jullie doen maar, hoor. Als je mij d’r maar buitenlaat.”
Het leek wel of Karel op dat moment had gewacht en waarschijnlijk was dat ook het geval. De manier waarop hij vertelde dat hij toevallig van de week nog vier leuke campertjes op de kop had getikt werd namelijk net wat te losjes, te nonchalant, gebracht.
“Perfecte wagens,” was hij verder gegaan terwijl hij Frits met het bekende gebaar aangaf dat er nodig bijgeschonken moest worden. “Banden als nieuw, volledig ingericht met keuken, WC en badkamer en met …, luistert jij ook mee Bram, met schuimmatrassen op de bedden van 15 centimeter. Ideaal om een paar weken mee naar het zuiden te gaan.”
“Wil jij zeggen dat je die dingen eventueel aan ons ter beschikking wilt stellen?” was de verbaasde reactie van Nico geweest.
Dat was inderdaad het geval. Er moesten dan wel enige details geregeld worden maar daar zouden ze wel uitkomen. Om Karels woorden te gebruiken ‘waar heb je anders vrienden voor’.
Toen Frits daarna de aloude topper ‘oh, oh, den Haag, fijne stad achter de duinen” op de draaitafel legde kon de stemming helemaal niet meer kapot. Alleen ome Bram zag het nog steeds niet zitten en dat was niet alleen vanwege z’n gevoelige rug.
“Je weet wat ze bij ons op de markt zeggen,” gaf hij hoofdschuddend te kennen. ”Eerst zien en dan geloven” en aan die mening kon zelfs het tweestemmig door Gijssie en Frans gezongen “Portugal, here we come” niets veranderen.
erJeetje