01 sep 2005

94. Tijdsbeeld

0 Reacties

“He, zie ik het goed, is dat meneer erJeetje?”
Het was al laat in de middag toen ome Bram in de Ingooi arriveerde maar zijn geroutineerd verkopersoog had onmiddellijk de bijzondere gast van die dag ontdekt. En volgens oud Amsterdams gebruik maakte hij gelijk maar gebruik van die gelegenheid om zijn komst duidelijk hoorbaar voor iedereen aan te kondigen.

“Doe een beetje rustig, ouwe,” riep Nico hem vanaf z’n stamtafel toe maar tegelijkertijd maakte hij wat ruimte voor de oude bloemenkoopman zodat die bij de vaste supporterskern van Mokums oudste supporterscafé kon aanschuiven.
Daar werd hem al snel duidelijk dat de bezoeker die hij met meneer erJeetje had aangesproken bezig was met de vertolking van een meer gemiddelde rol in het gezelschap. De mogelijkheid om daarover meer te weten te komen ontbrak echter omdat Frits aanstalten maakte om iedereen van een drankje naar keuze te voorzien en nadat iedereen elkaar daarna had toegeproost vroeg Nico de aandacht omdat hij wat zeggen wilde.
“Jullie komen hier allemaal al jaren en hebben in die tijd allemaal stuk voor stuk ups en downs meegemaakt. Fransie, Gijssie, Karel, Hansie, Frits, zelfs Gajus hebben op een gegeven moment zelfs bijna moeten afhaken maar een ding stond en staat in zo’n geval als een paal boven water. Als het een van jullie om een of andere reden tegenzit, kan je altijd op de steun van je maten bij de Ingooi rekenen.”
Even zweeg de voormalige directeur van het door hem zelf opgerichte internationaal opererende concern op Installatiegebied wat een paar mensen even de gelegenheid gaf om met hun zakdoek wat stofjes uit de ogen te vegen. En het gaf Frits gelegenheid om de rumoerige conversatie van een groepje Italiaanse toeristen in een andere hoek van de zaak met niet mis te verstane tekst en gebaren tot een normaal geluidsniveau terug te brengen. Vooral de manier waarop hij ze met een ’parlare piu piano’ toesprak verwekte zowel verbazing als bewondering bij de aanwezigen.
Maar Nico wilde verder met zijn verhaal en met wat doordringend geschraap van z’n keel riep hij iedereen weer bij de les.
“Zoals ik in m’n inleiding al zei is de Ingooi voor ons veel meer geworden dan een kroeg om even bij te tanken. Het is als het ware een tweede huis.”
“Waar de hypotheek nodig een keertje van afbetaald moet worden,” onderbrak Maikel, het jongste lid van het gezelschap, het verhaal van Nico. Als blikken hadden kunnen doden zou er op dat moment veel opwinding in de zaak zijn ontstaan maar een dreigende blik van Gajus was voldoende om welk plan voor verdere onderbreking bij wie dan ook in de kiem te smoren.
In het vervolg van zijn verhaal ging Nico in op allerlei gebeurtenissen uit het verleden en hoe jammer het zou zijn als die gaandeweg in het vergeetboek zouden raken en na een ferme teug van z’n Ingooipils zette hij aan voor het slot van zijn toespraak.
”Ik liep al een tijdje met de gedachte dat we met de twee schrijvers in dit gezelschap toch een oplossing moesten kunnen vinden voor dat probleem en ik heb dan ook het genoegen om jullie te kunnen aankondigen dat meneer erJeetje daarbij geassisteerd door Gajus al die verhalen op schrift gaat stellen. Zo, pfffff. Frits, schenk eerst nog maar een keertje in voor iedereen dan vertelt meneer erJeetje straks iets over z’n plannen.
Het was even stil na de toespraak van Nico omdat ieder lid van de vaste supporterskern bezig was met een of andere herinnering uit de afgelopen jaren. Ze hadden zoals men dat wel noemt de blik naar binnen gekeerd. Maar dat was maar kort omdat meneer erJeetje te kennen gaf dat hij gelijk maar op het verzoek van Nico wilde ingaan.
Al snel bleek uit z’n betoog dat veel van de gebeurtenissen waarover Nico zo boeiend had verteld, al geheel of gedeeltelijk waren vastgelegd. Voor de hand liggende oplossing was om die verhalen te bundelen en uit te geven in een boekje maar in overleg met de heer Gajus had hij de voorkeur gegeven aan een eigentijdse manier van publiceren. En onder algemene hilariteit haalde hij bij deze laatste woorden een laptop te voorschijn.
Even moesten er een paar snoertjes worden aangesloten maar met wat hulp van Mehmet was dat gauw voor elkaar en na een druk op de aan/uittoets van het apparaat toonde hij met een groot gebaar het beeld dat hij had opgeroepen. “Mijne heren, voilà, de Ingooi.”
De verrassing was groot. En elkaar verdringend voor het kleine beeldschermpje gaven ze hun commentaar op het getoonde.
“Verrek,” was bijvoorbeeld de uitroep van ome Bram. “Dat is de bloemenstal die ik tien jaar geleden had en ook Frits gaf blijk van z’n verbazing bij het aanschouwen van de beelden van de Ingooi.
“Dit is wel heel mooi,”gaf Fransie bewonderend te kennen. ”En kan je hier ook de verhalen in vinden?” Met een enkele muisklik werd zijn vraag beantwoord.
”Er moet natuurlijk nog het nodige gebeuren,” verklaarde meneer erJeetje desgevraagd. ”Ik ben bijvoorbeeld nog met meneer Gajus bezig om de rest van de verhalen in te voeren maar op niet al te lange termijn moeten we daar wel mee klaar zijn. En daarmee laten we dan niet zomaar een serie verhaaltjes voor de liefhebbers zien, dan ligt hier een tijdsbeeld.”
“’s Jonge, jonge,” gaf ome Bram zuchtend te kennen. ”Dat het ooit nog zo ver zou komen. Een tijdsbeeld. Wij hebben de afgelopen jaren dus meegewerkt aan een stuk geschiedenis.”
En het was dat Mehmet daarna een grote schaal Turkse snacks op tafel zette anders had hij de rest van de avond waarschijnlijk sprakeloos naar het schermpje op de laptop zitten staren.
Er werd daarna nog heel wat afgepraat die avond en het was dat Fransie zo helder was om te vragen hoe hij thuis de beelden van de Ingooi kon oproepen anders was al het werk van meneer erJeetje en Gajus nog voor niks geweest.
http://vandiedingen.net/deingooi op je internet, deelde meneer erJeetje hem mee.
”En dan meteen opslaan bij je favorieten.”
“Moet ik toch ook nog aan zo’n kast,” bromde ome Bram. ”Dan was het vroeger toch een stuk eenvoudiger met geschiedenis. Die leerden we gewoon bij meneer Bloksma op m’n school, uit een boekie. Maar ja, het is natuurlijk wel een tijdsbeeld, hè. Daar moet je wat voor over hebben.” En zuchtend nam hij nog een slok van de goudgele rakker die hem door Gajus werd aangereikt.

Gajus


[begin]