141. Het jassie van Ajax
Moeten we niet weer eens een keertje bijpraten had Gajus junior tegen z’n vader gezegd. Als we nou voor morgen afspreken in de Ingooi. Tegen een uur of twaalf. Eten we gelijk wat en met een beetje geluk zijn de andere ouwe jongens er ook. En zo gebeurde het dus.
Het was wat later dan ze afgesproken hadden omdat de sneltram weer eens vertraging had maar tegen enen betrad Gajus Amsterdams oudste supporterscafé waar z’n zoon al met een aantal leden van de vaste supporterskern in gesprek was.
Het was niet moeilijk om te raden waar ze het over hadden. De problemen bij de club waarvan de spelers van het eerste elftal ooit de naam godenzonen hadden gekregen.
Dat de meningen verdeeld waren lag voor de hand omdat beide partijen in het conflict hun aanhangers telden. Fransie en Gijssie aanhangers door dik en dun van Cruyff, de rest naast liefhebber van mooi voetbal min of meer teleurgesteld in de teloorgang van hun club.
“Je moet niet alles geloven wat die snor van RTL vertelt,” bromde ome Bram op een gegeven moment tegen Fransie die even daarvoor in kleurrijke bewoordingen een stralende toekomst voor de club had voorspeld mits dat stelletje ego’s van de directie zou vertrekken. “Moet ik dan op die voortdurend lachende bijzit van ‘m afgaan?” sputterde Bram nog tegen maar Fransie was niet te stoppen. Die van der Boog moest weg, dan pas konden Bergkamp en Jonk met de adviezen van Jopie aan de slag. Naast het landskampioenschap lag vervolgens de beker met de grote oren weer voor het grijpen.
“Die snor zoals jij hem noemt is echt niet de enige als je dat soms denkt, Bram,” viel Gijssie z’n medestander bij. “Gisteren was Jaap de Groot bij Pauw en Witteman op de TV en die liet helemaal niets heel van Coronel.” Een opmerking die bij Gajus zichtbaar niet in goede aarde viel.
“Even heren, Gijs, bedoel je met de Groot die oudere jongere met dat lange haar? Het lijkt me dat de mening van die gast volledig buiten de orde is. Die schrijft namelijk de stukkies voor meneer C. His masters voice noemen ze hem en z’n krant de Telecruyff. Akkoord, ik ben het er helemaal mee eens dat er de afgelopen tien jaar door het eerste elftal maar weinig moois is vertoond maar daar heeft de wereld om ons heen met Russische geldschieters ook een belangrijke rol in gespeeld. Nico, jij als zakenman, hoe beoordeel jij een conflict zoals dit?”
Even viel er een pauze omdat Frits een rondje van Gajus uitventte, daarna kreeg Nico echter de gelegenheid om zijn mening te geven. Net zoals de anderen vond hij het tijd worden dat er weer eens een kampioenschap werd behaald maar wat er nu dreigde te gebeuren was volkomen van de gekke zoals hij het uitdrukte.
“Kijk jongens, je hoeft echt niet bovenmatig veel verstand van voetbal te hebben om in te zien dat een plan waarbij je de technische leiding opdraagt aan twee beginnende trainers op basis van twee Aviertjes maar weinig kans op succes heeft. En zeker als de verantwoordelijke man op 1500 kilometer toekijkt.”
Maar net zoals overal elders in het land riep ieder argument voor of tegen weer een ander argument op en de discussie ging met eens te meer inzet van alle kanten door. Bijna vloog Fransie ome Bram op een gegeven ogenblik in de haren toen die ‘m voor luilebol uitmaakte en openlijk uitsprak aan z’n gezond verstand te twijfelen.
Gelukkig kwam op dat moment meneer Piet binnen die, nadat hij fluisterend door Fritsie was ingeseind, voor olie op de golven zorgde.
“Ach, ach ach,” begon hij. ”De wereld staat in brand en jullie ruziën over Ajax. Over welk Ajax eigenlijk? Kleine Ajax of grote Ajax?
“Als je de club van nu vergelijkt met die van veertig jaar geleden waarschijnlijk kleine Ajax,” gaf Gajus hem als antwoord, “Maar ik heb zo’n idee waar je heen wilt. Jij wilt waarschijnlijk iets over Ajax uit de Griekse mythologie vertellen.”
Je mag nooit meer voor je beurt spreken was het antwoord dat hij kreeg. “Maar je hebt gelijk. En het aardige van dit verhaal is dat het zelfs over twee Ajaxen gaat. De Grieken kenden namelijk Ajax de Grote en Ajax de Kleine.
Ik had al zo’n idee welke kant het gesprek deze middag zou opgaan en heb daarom een uittrekseltje meegenomen waarin dat allemaal beschreven staat. Luister dan. Gajus, jij vergeleek het huidige Ajax zojuist met kleine Ajax. Laat ik daarom maar met hem beginnen.
Verplaats je even terug in de tijd, een eeuw of 12 voor het begin van onze jaartelling. De Trojaanse oorlog was in volle gang. Zowel grote als kleine Ajax waren geduchte krijgers aan Griekse zijde. Kleine Ajax was echter niet zo’n mannetjesputter als Grote Ajax. Vandaar dat kleine voor z’n naam. Maar hij had wel andere kwaliteiten. Hij kon bijvoorbeeld erg goed met pijl en boog overweg en was snel en handig als geen ander. Je mag wel zeggen dat hem een mooie carrière wachtte maar een domme fout werd hem noodlottig. Jullie weten natuurlijk dat Troje op een gegeven ogenblik werd ingenomen en tijdens die gebeurtenis vergat kleine Ajax zichzelf en vergreep zich aan de zieneres Cassandra. Een dergelijke wandaad kon ook in die tijd niet onbestraft blijven en hij werd daarom door de godin Pallas Athene ter dood veroordeeld. Er zijn twee versies van de wijze waarop hij stierf. In een daarvan zou ie de zeegod Poseidon hebben uitgedaagd die hem echter in zee liet verdrinken. In het andere geval kwam ie na z’n veroordeling ook door verdrinking aan z’n einde.”
“Ongelooflijk,” zei ome Bram die het verhaal van meneer Piet ademloos had aangehoord. “En jij bedoelt dat we met Ajax nu weer hetzelfde meemaken?”
Daarvoor moeten we bij het tweede verhaal zijn, was het antwoord van meneer Piet die met het draaiende gebaar van z’n wijsvinger aan Frits aangaf dat praten dorstig maakt. “Ik heb dat niet voor niets voor het vervolg bewaard. Frans, Gijssie, luisteren jullie ook mee?
Ajax de Grote was een koningszoon. Jullie hebben allemaal vast wel eens van Homerus gehoord. Nou, die beschrijft in z’n Ilias Ajax als een grote, koppige, zwijgzame man. Een eerste klas vechtersbaas die aan de zijde van Achilles in de Trojaanse oorlog vocht. Omdat z’n vader ooit Heracles, een zoon van Zeus had geholpen was aan Ajax als beloning de gave van onkwetsbaarheid geschonken. Dat wil zeggen gedeeltelijk. Hij was onkwetsbaar over z’n hele lichaam behalve z’n schouders, oksel en taille.
Tijdens een van de vele gevechten gebeurde het dat Achilles gedood werd. Ajax die met Odysseus getuige was van die gebeurtenis, zag wel iets in de wapenuitrusting van Achilles en was van mening dat hij als eerste recht had op de wapenuitrusting van de gevallen held als beloning voor zijn inzet maar de aanvoerders beslisten anders en schonken de uitrusting aan Odysseus.
Daarover was Ajax zo kwaad dat hij plannen maakte om de bevelhebbers van het Griekse leger te doden. Dat voornemen kwam ter ore aan de godin Pallas Athene die Ajax daarop tijdelijk krankzinnig maakte. Het gevolg daarvan was dat deze zijn woede op een kudde schapen koelde in plaats van op de legerleiding.
Toen de periode van waanzin voorbij was en de held ontdekte wat hij gedaan had voelde hij zich zo vernederd dat hij zelfmoord pleegde. Hij stortte zich met een luide kreet in zijn eigen zwaard.
“Ongelooflijk,” zei Bram die voor de tweede keer deze middag als eerste de stilte verbrak die na dit verhaal was gevallen. “Bedoel je met die grote Ajax eigenlijk Cruyff? Dan slaat die wapenuitrusting natuurlijk op z’n uitspraak over dat jassie. Dat was toch het eerste wat ie zei toen de directie het uit eigen beweging voor gezien hield. Dat hij geen jassie wilde. Maar dat wilde hij natuurlijk wel degelijk. Hij wilde als het ware onkwetsbaar zijn zonder verantwoording te hoeven afleggen.”
“Het zijn jouw woorden, Bram,” gaf meneer Piet de oude bloemenkoopman goedkeurend ten antwoord. “Wat je er in ieder geval uit kunt leren is dat geschiedenis zich herhaalt, zich voortdurend herhaalt zelfs. Maar genoeg over Ajax. Waar blijft dat drankje dat ik besteld heb, Frits? Schenk ook in voor de jongens en vergeet jezelf niet.”
Het werd nog laat die dag. De gebeurtenissen in Japan en Afrika passeerden de revue en ook de mistige manoeuvre van Nederland op de Libische kust bleef niet onbesproken. Over het jasje werd niet meer gesproken maar de problemen bij of met Ajax waren natuurlijk nog lang niet opgelost.
Zondag wacht Heracles. Misschien dat die ze iets kan vertellen over de 12 werken die hij als opdracht kreeg.
2 april 2011
erJeetje