93. Muurbloempjes
De flirt met drum’n base, 2 step en urban is voorbij,” las ome Bram met wat haperende stem voor terwijl Frits en Mehmet druk bezig waren om de sporen van het drukke weekend weg te werken.
De enige andere bezoeker die tegenover hem aan de stamtafel van de Ingooi zat, keek hem wat verbaasd aan na dit stukje proza.
“Ik dacht dat de jongens gewonnen hadden, Bram. Maar wat heeft de 2 step daar mee te maken? Of bedoel je daar een ‘een tweetje’ mee?”
Met een verwijtende blik toonde de oude bloemenkoopman hem de maandagochtendkrant die bij gebrek aan echt nieuws over een halve pagina verslag deed van de Dance Valley Plens Valley en voegde er aan toe dat er meer op deze wereld bestond dan alleen maar foebal.
“Doorgaan met bijblijven Gajus. Hier man, pagina 13. Over KUNST. Als je die had gelezen hadden we misschien wel een goed gesprek kunnen voeren over eh, effe kijken, house, trance en techno. Die zijn weer helemaal terug van weggeweest. Weet je trouwens wie er afgelopen vrijdag veertig jaar weg was? Marilyn Monroe. Hier onderaan, Marilyn Monroe was niet suïcidaal.”
Buiten verstoorde het getoeter van een vrachtwagen de maandagochtendstilte, voor Frits het teken om de deur van de Ingooi te openen. “De brouwerij, Mehmet. Maak jij de deur naar het keldertje vast open.” De daarop volgende vijf minuten maakte de herrie van rollende fusten een vervolg van het gesprek van de twee bezoekers onmogelijk en ze verdiepten zich daarom verder in hun krant.
“Veertig jaar geleden,” zei Gajus nadat de rust was teruggekeerd om na een slok van z’n koffie met een peinzende blik verder te gaan. “Veertig jaar, waar blijft de tijd, Bram. Je leest net wat voor over dat dansfeest. Dat hadden wij in die tijd nog niet, man. Ik kan me overigens nog wel herinneren dat ik dansles had maar dat is nog langer geleden. Eens even kijken, ik heb daar een ezelsbruggetje voor. Dat was in 52-53, met de watersnoodramp.”
“Vreemde combinatie,” was de te verwachten reactie van de andere kant van de tafel. “Dansles, daar had ik in de oorlog geen tijd voor, jongen. Maar goed, die tijd is geweest. Wil ik verder ook niet over praten. Vertel me liever eens wat over die dansles. Zaten daar leuke meissies op. Heb je daar je vrouw ontmoet? Moet ik soms wat spraakwater laten aanrukken?”
Maar daar was het nog te vroeg voor. Een espressootje was beter en een broodje bal was misschien ook helemaal niet zo’n gek idee.
“D’r wordt hier wel gewerkt, heren,” kon Frits na de bestelling van ome Bram niet nalaten om op te merken maar met een korte blik vanuit z’n ooghoeken gaf hij Mehmet een teken om wat voor de twee bezoekers klaar te maken.
“Ik vraag me af of ze tegenwoordig nog bestaan, die dansscholen van vroeger,” begon Gajus z’n verhaal. Ik zat toen nog op school, bij de Nieuwe Vaart. Trok veel op met Frankie Verbrugge, uit m’n klas, en we zijn toen met z’n tweeën naar Albert van Linden gegaan, om ons in te schrijven voor de beginnerscursus. Die zat in de Sarphatistraat, vlak bij de Weesperstraat, of nee, het heet daar Rijnspoorplein. Is er niet meer, die dansschool. Het hele gebouw trouwens niet. Is afgebroken met de aanleg van de metro. We begonnen denk ik in september 52. Eerst bij de beginners en later bij de gevorderden. Ik was er niet zo’n held in. Beetje stijf in de heupen, toen al maar goed, na een tijdje had ik de eerste beginselen van de quickstep en de tango toch wel onder de knieën. Ik hoor ‘m nog meetellen, van Lingen. Slow, quick quick slow. Beetje neuzige stem had ie en na afloop van iedere dans bedankte ie iedereen altijd steevast met ‘Thank you competitors’, mocht je even zitten in afwachting van de volgende dans. We hadden allebei dezelfde favoriet om mee te dansen, Frankie en ik, maar daar leed de vriendschap niet onder. Kan me nog goed herinneren dat ik ’s maandag na dansen, op school dus, Frankie ervan probeerde te overtuigen dat Ellij, zo heette ze, beslist op hem viel en hij op zijn beurt aan mij vertelde dat ie beslist kansloos was omdat zij maar voor eentje aandacht had en dat ik die persoon was.”
Het broodje bal bracht opnieuw een korte onderbreking in het gesprek maar ome Bram bracht het met z’n vraag of het nog iets geworden was met die Ellij weer op gang.
Dat was het dus niet. Op het jaarlijkse bal in het concertgebouw verscheen de betreffende jongedame met een jongeman die ze als haar vaste vriend voorstelde en werd de liefde van de heren Verbrugge en Gajus dus wreed verstoord.
“Dat was dus pas echt Thank you competitors,” gaf ome Bram grinnikend te kennen. “Dat mag je wel zeggen,” besloot Gajus z’n verhaal, “Maar we hoefden daarom niet aan de kant te zitten want er waren bijna altijd meer meisjes dan jongens en daar hebben we ons dus mee getroost. Troostmeisjes noemde Frankie ze en we hebben er later nog wel eens om gelachen. Om Ellij en onze pogingen om haar te veroveren. En nou zou ik potverdorie wel eens een Ingooipilsje lusten. Frits, Mehmet, genoeg gepoetst vandaag, mannen. Tap er eens even vier en kom erbij zitten. Wat zijn de verwachtingen voor woensdagavond?”
Dat werd dus nog een heel gesprek. De 2-1 tegen PSV was natuurlijk mooi geweest maar een zwaluw maakt nog geen zomer en dat Brondby was een niet te onderschatten tegenstander. Geen muurbloempjes zei ome Bram met een knipoog naar Gajus die met Thank you competitors aangaf dat hij precies begreep wat de oude bloemenkoopman bedoelde. Voor Frits en Mehmet echter reden om hoofdschuddend weer aan het werk te gaan.
Ja, zo’n dancevalley maakt heel wat los, zelfs bij de oudjes.
Gajus