102. Op het nieuwe jaar
Hoewel horecaleken nog wel eens denken dat er op de dag na het weekend geen droog brood te verdienen is in een oprecht bruine kroeg weten regelmatige bezoekers van dergelijke gelegenheden dat zulks geenszins het geval is. Het tegendeel is zelfs vaak het geval en als die dag dan ook nog onmiddellijk na de nieuwjaarsdag valt kan het zelfs wel eens overvol worden.
Zo ook in de Ingooi waar ome Bram, erelid van de vaste supporterskring van een vereniging waarvan je de naam de afgelopen maanden niet zonder blozen kon uitspreken, als laatste binnenkwam.
Omdat het zo’n dag was met veel waterkou in de lucht werd hij zonder veel plichtplegingen uit z’n jas geholpen en op een warm plaatsje aan de stamtafel neergezet.
“Hier ouwe,” zei Frits met een stem waarin een goede verstaander gevoelens kon ontdekken die op een jarenlange intensieve vriendschap wezen. “Drink dit nou eerst maar eens uit dan mag je maar daarna een gelukkig nieuwjaar wensen.” En met een milde glimlach keken ze allemaal toe hoe de oude bloemenkoopman twijfelde of hij nou eerst een slok van z’n koffie zou nemen of een teug uit het buikige glas dat de uitbater van de Ingooi ernaast had gezet.
Een paar minuten was het afgezien van een paar gemompelde opmerkingen stil tot ome Bram met een paar handgebaren te kennen gaf dat hij wat wilde zeggen.
Het werd een persoonlijke wens voor al z’n vrienden en om te voorkomen dat details in een samenvatting verloren gaan is de hierna volgende letterlijke weergave op z’n plaats.
“Frits, ouwe keilentapper, maak er een mooi schenkjaar van jongen, en zorg dat dit trefcentrum open blijft.
Nico, Fransie, Gijssie, koppie omhoog mannen. De prijzen worden altijd pas aan de eindmeet verdeeld. Roodwit gaat nooit verloren.
Hansie, ouwe makker. Gefeliciteerd ook. Hoe oud word je ook alweer? Ah nee, laat maar, na de 65 moet je gewoon stoppen met tellen.
Meneer Piet, ook een heel mooi schilderjaar toegewenst. Dat u de weg hierheen maar vaak moge vinden, samen met m’n vriend Gajus. En zorg ervoor dat die tentoonstelling van jullie werk er eindelijk eens van komt dit jaar.
Karel, stop gewoon een tijdje met die landelijke politiek, man. Gewoon met je eigen lijst meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen over een paar maanden in den Haag. Succes verzekerd.
Maikel jongen, ik reken op jou als ik straks van de zorg afhankelijk wordt.”
Met de opmerking dat hij altijd al gezegd had dat ome Bram een carrière als ‘sprekerd’ was misgelopen onderbrak Frits het oudste lid van het gezelschap omdat het zoals hij zei ‘tijd werd om een dronk op het nieuwe jaar uit te brengen’. En nadat iedereen een glas had genomen van het blad dat hij uitnodigend op tafel had gezet hief hij het zijne en bracht een toast uit op het jaar dat nog maar net aarzelend begonnen was.
Zijn ’op 2006’ gaf de boreling echter precies het zetje, dat nodig was om verder te gaan.
En het leek wel of de daarna gezamenlijk uitgesproken aanmoediging nog nooit zo eensgezind had geklonken.
“Op het nieuwe jaar” klonk het namelijk uit tien monden en dat het daarna ondanks de eerste dag van de week nog knap laat werd laat zich raden omdat ze allemaal hun plannen en goede voornemens voor dat nieuwe jaar met de anderen wilden delen.
Jullie schrijver wil daarbij natuurlijk niet achterblijven en sluit dit verhaal af met de wens dat een heel voorspoedig leesjaar voor de supporters van de Ingooi moge volgen met vele afleveringen en leesplezier.
Gajus