19 mrt 2005

83. De verre ingooi

0 Reacties

Hoe het met de Ingooi ging vroeg me een van de aardige supporters van deze column. Ik moet bekennen dat ze niet de eerste was door wie die vraag werd gesteld. Ook twee andere lezers hadden al eens voorzichtig geïnformeerd naar de gang van zaken in Amsterdams enige echte supporterscafé.

De Ingooi. Daar zeg je me wat. Weet je dat er Amsterdammers zijn die de Ingooi geeneens kennen? Welke Ingooi vragen ze dan, op zo’n toontje alsof het om een onguur etablissement gaat van een zo mogelijk nog onguurder horecamagnaat. En waar ze die kroeg dan wel kunnen vinden.
Even, voor alle duidelijkheid, dat soort vragenstellers hebben dan gelijk voor me afgedaan. Komen d’r niet in. Noway!
Nou weet ik wel dat jullie anders zijn. Een door mij persoonlijk geselecteerd gezelschap. Niks op aan te merken en ik kan me zelfs voorstellen dat er een paar bij zijn die voor het eerst iets over de Ingooi lezen. Maakt niet uit, ik praat jullie wel bij. Toevallig was ik een paar dagen geleden nog even in een zaak die wel iets van de Ingooi weg had. Groter maar ze bezaten daar toch een aantal eigenschappen dat je ook bij Fritsie aantreft. Zelfde sfeertje, overwegend mannelijke bezoekers, een paar van de markt, een ouder echtpaar dat een frietje met een biefstuk nuttigde, veel twintigers maar ook ouder, een binnenkomende jonge vrouw die langdurig door een kaalgeschoren vijftiger werd omhelsd aan het tafeltje naast ons en een handje gaf aan diens twee metgezellen, twee knullen die ……
Ja nee, laat me nou even uitpraten, ik bedoel, zo zou de Ingooi er ook kunnen uitzien op een vrijdagavond.
Er zijn er ook die denken dat de Ingooi niet bestaat. Willen dan weten waar de Ingooi zit. Ja hoor eens, zo gemakkelijk gaat dat natuurlijk niet. Zoiets moet je eerst verdienen en dan moeten de jongens van de vaste supporterskern het ook nog goed vinden. Als er een ding is waar die angst voor hebben is dat het een Juppentent wordt. Maar geloof me nou maar, de Ingooi bestaat echt. Ik zal een klein tipje van de sluier oplichten over de plaats. Die ligt in het centrum, binnen de ring van Stadhouderskade, Nassaukade etc. Nee, daar blijft het bij.
Zelf ontdekte ik de zaak begin negentiger jaren, een kroegje waar ik geaccepteerd werd door een groepje mannen dat zichzelf afficheerde als de enige ware supportergroep van de toenmalige roodwitte helden uit de Meer. Maar de interesses en meningen van die groep gingen natuurlijk veel verder dan alleen maar het spel met de bal en via hun woordvoerder Gajus deelt de helft van de huidige lezerskring al ruim tien jaar in het lief en leed van ome Bram, Gijssie, Frans, haagse Karel, Nico, Hansie, uitbater Frits en nog veel meer mensen.
Ik geef het toe, ik heb ze een beetje verwaarloosd de laatste tijd. Druk, druk, druk. En dan neem ik me voor om effe langs te gaan om bij te praten en dan komt er weer wat tussen en voor ik het weet ben ik er een half jaar niet geweest.
Wat zeg je, al meer dan een jaar?
Oh, boys, gaat het dan zo hard?
OK, ik spreek het volgende met jullie af. Ik breng morgen, eh nee, maandag ook niet want dan heb ik al wat, nou ja, komende week ga ik bij de Ingooi langs. En dan maak ik voor die tijd voor de nieuwe lezers een historisch overzicht van alle gebeurtenissen.
Pff, wel een werk hoor. Een kleine honderd afleveringen doornemen. Maar wel leuk ook. De verzamelde Ingooiverhalen. Misschien geef ik het wel uit, in een beperkte oplage, voor de liefhebbers. Idee?
Nou ja, dat zien we ook wel weer. Eerst eens even spitten in dat stukje Amsterdamse geschiedenis. Moet dan wel een beetje pakkende naam bedenken. En alle tekst nog eens kritisch doorlopen want een ding lijkt me duidelijk, je kunt als schrijver beter eindigen bij Kok dan bij de Slegte als je begrijpt wat ik bedoel.

erJeetje


[begin]