108. Gewoon gewoon
“Denk eraan, gewoon doen,” had Frits ze aan het begin van de avond nog geïnstrueerd.
“Je weet dat ie een hekel heeft aan opgeklopte drukte,” had Gijssie daaraan toegevoegd.
“Gewoon gelijk een glaasje rood aanbieden,” had Nico gezegd en Hansie had erop aangedrongen vooral terughoudendheid te betrachten bij hun verwelkoming want hij mocht dan wel weer aardig op de been lijken te zijn, de werkelijkheid was dat de hoofdpersoon van de avond nog volop in een herstelproces zat.
Het idee van Fransie om hem gelijk een jaarabonnement aan te bieden voor de Arena was daarom na een korte discussie nog maar even geparkeerd evenals het voorstel van haagse Karel om hem tot eregast van de Ingooi te benoemen.
En even had het erop geleken dat de terugkomst van Gajus, want daarover gaat deze aflevering, voor niet-bekenden bijna onopgemerkt zou verlopen. Klokslag acht was hij op de betreffende vrijdagavond in de Ingooi gearriveerd en had, alsof hij geen zes weken afwezig was geweest, z’n vaste plaatsje aan de stamtafel ingenomen. Een paar minuten had hij daarna gezwegen maar na een korte teug van het glaasje rood dat meneer Piet persoonlijk voor hem had ingeschonken, had hij na een goedkeurende knik er z’n vreugde over uitgesproken dat ie weer temidden van de leden van de vaste supporterskern aanwezig mocht zijn.
Maar het vlammetje van de interesse in het wel en wee van z’n vrienden brandde nog volop en hij was niet tevreden voor Mehmet hem de laatste stand van zaken had uitgelegd over diens woning aan het Bos en Lommerplein. Na eerdere instortingen bij de parkeergarage op dat plein had die z’n flat moeten verlaten omdat er bij de bouw iets was misgegaan. Hij was overigens niet de enige want hetzelfde gold voor nog een stel bewoners en een serie winkels. Of ze al iets van de Gemeenteraad hadden gehoord had haagse Karel zich daarop in het gesprek gemengd. Of waren die soms ook tot eind augustus met zomerreces?
Een waarschuwende blik van Frits was vervolgens voldoende geweest om het aspirant gemeenteraadslid uit de Hofstad te laten inbinden en het gesprek dobberde daarna als een bootje op een rimpelloze vijver verder, met statements over het weer, de warmte, klimaatsverandering en de behoefte aan een lekker buitje tot Gajus na even rondkijken opmerkte dat hij nog iemand miste.
Is ome Bram soms met vakantie was zijn vraag en alsof het door het toeval was geregisseerd werd plotseling de deur van de Ingooi opengeworpen en betrad ome Bram met een vijftal collega’s uit de bloemenwereld het etablissement. En daar bleef het niet bij want onder het gezang van ‘he is a jolly good fellow’ bedolven ze verbouwereerde Gajus bijkans onder een gigantische stapel gladiolen.
Even was er verwarring over deze onverwachte actie en Frits realiseerde zich in een flits dat hij had verzuimd om Bram in te seinen over het terughoudende karakter van de avond. Maar net zo onverwacht als de stilte was verbroken keerde deze terug. Ome Bram was namelijk naar Gajus toegelopen en zwijgend keken de twee elkaar aan. Met blikken die bezorgdheid, vriendschap en blijdschap uitdrukten.
“Dat doen we nooit meer, oudste,” zei Bram terwijl hij Gajus daarna in de armen sloot. “We zullen het proberen, Bram,” antwoordde deze terwijl hij zich losmaakte uit de armen van z’n vriend. “We zullen het proberen maar beloven kan ik niks.”
“Als je je medicijnen maar inneemt,” gaf de oude bloemenkoopman te kennen terwijl hij wat stof zoals hij noemde, uit z’n ooghoeken wreef. “De medicijnen van je dokter en de medicijn die ik voor je heb meegebracht. Jannes, geef me die doos even aan.”
“Voor jou Gajus, 12 flessen van een gerenommeerd merk, goed voor hart en bloedvaten. Hou je mond Karel, dat is juist heel goed voor ‘m. Ik heb daar persoonlijk even m’n licht over opgestoken bij de Hartstichting en de mevrouw die me te woord stond zei dat twee of drie glaasjes per dag geen kwaad konden en zelfs heel positief voor de genezing konden werken.
Wat zeg je, Gijssie? Wat Gajus met al die gladiolen moet? Gijntje jongen, die zijn over omdat de Vierdaagse niet doorging en omdat iedereen met vakantie is aan de straatstenen nog niet kwijt te raken.
En als oudwielrenner weet je wat er in die kringen altijd gezegd wordt. Het wordt de d..………”
De rest van z’n opmerking ging verloren door het geroezemoes dat ontstond bij de binnenkomst van tante Jans. Achter haar aan liep Mehmet die een grote schaal met haring droeg en Frits sloot de rij met een blad kelkjes en een grote fles korenwijn. De verrassing van het huis, zoals de uitbater het noemde nadat hij de aanwezigen had stil gekregen, had een bijzondere reden. Door z’n verblijf in het ziekenhuis had Gajus namelijk de komst van de nieuwe haring gemist.
En dat is tenslotte een gebeurtenis waar iedere liefhebber elk jaar weer naar uitziet.
“En daarom hebben Mehmet, tante Jans en ik besloten om de opening van het haringseizoen vanavond gewoon nog een keertje te doen.”
“Over te doen als het ware,” voegde Mehmet eraantoe en zwijgend genoten ze daarna allemaal van Nederlands lekkerste zeebanket.
In mootjes uiteraard, zoals dat in Amsterdam gebruikelijk is, met ui en een stukje zure bom. Alleen voor Haagse Karel waren er een paar hele haringen neergelegd omdat ze dat in de onderste helft van Nederland om een of andere reden handiger vinden.
“Hoe voel je je nou?” vroeg tante Jans met een moederlijke blik in haar ogen aan Gajus toen het laatste stukje haring van de schaal verdwenen was. “Alsof ik nooit ben weggeweest, tante Jans. Ik voel me gewoon eh nou ja, gewoon, net als vroeger,” kreeg ze als antwoord van de man die ze bijna als een zoon beschouwde.
“Dan breng ik je straks toch nog een lekker balletje magere gehakt,” fluisterde ze hem in z’n oor. ”Met kerriesaus en uitjes want ik vind dat er best weer een pondje aan mag bij je.” En bedrijvig verdween ze naar boven om aan dit plan uitvoering te geven.
Een diepgaand gesprek zat er nog niet in die avond. Maar dat was ook niet de bedoeling. En meneer Piet zorgde er met een lange uiteenzetting over de invloed van de mens op de straalstroom voor dat elk onbedoeld initiatief in die richting de kop werd ingedrukt.
We doen vanavond gewoon, was tenslotte de afspraak of nog beter zoals Bram het uitdrukte ‘gewoon gewoon’.
Gajus