131. Alias de Moker
Waarom ga je niet effe bij de Ingooi langs had mevrouw Gajus ’s middags gezegd en diep in z’n kraag gedoken verliet hij daarom een half uurtje later de sneltram die hem naar het centrum had gebracht. De stad zag er onder een grauwe hemel niet op z’n best uit en een beetje in zich zelf mopperend begon hij aan de korte wandeling naar Amsterdams oudste supporterscafé.
Wat mij betreft mag het gelijk lente worden mompelde hij zachtjes voor zich heen terwijl hij schuifelend een weg zocht tussen de laatste vuilgele resten van wat sneeuwhopen. December, dat gaat nog net maar januari mogen ze wat mij betreft voortaan overslaan. De fietser die hem daarna op een zebrapad bijna schepte maakte z’n stemming er niet beter op maar het geluid van een bekende stem verdreef sombere gedachten over een wereld die bezig was met z’n ondergang.
“Kijk je een beetje uit ouwe man,” hoorde hij namelijk achter zich gevolgd door een arm die om hem heen werd geslagen. Hansie, want die was het, liep daarna samen met hem op naar hun beider bestemming. De Ingooi waar naar ze hoopten ook wat andere leden van het roemruchte comité van oersupporters aanwezig zouden zijn.
Of het aan het weer lag of aan de datum weet ik niet maar het complete team bleek aanwezig. Het gesprek ging net over de prestaties van hun favoriete club en dat ze eigenlijk toch wel wat meer van Martin Soprano Jol hadden verwacht. Te vriendelijk, verwoordde ome Bram z’n mening wat door de meesten beaamd werd. De vraag van Gijssie of Bram daarmee bedoelde dat Jol wat meer op Harrie de Moker moest lijken zorgde daarna voor vraagtekens op een aantal gezichten.
Harrie de Moker vroeg Nico verbaasd. Moet ik die kennen?
En ook meneer Erjeetje en Fransie gaven te kennen dat ene Harrie niet in hun kennissenkring voorkwam.
Maar Gajus had instemmend zitten te knikken bij de opmerking van Gijssie die hem daarom verzocht om even aan de heren uit te leggen wat er aan de hand was. Dan zorgde hij in de tussentijd voor een slokje van het een of ander.
Lezen jullie dan geen krant begon Gajus z’n betoog. Niet die advertenties gezien waarin de Moker werd aangekondigd?
“Je bedoelt iets met de radio?” vroeg Hansie.
“Precies,” ging Gajus verder. “Die goeie ouderwetse stoomradio. Die brengt sinds een week de Moker, een hoorspel in een oneindig aantal afleveringen van een kwartier. Op een tijdstip dat jullie waarschijnlijk al lang onder de wol liggen. ’s Nachts namelijk om kwart voor 1 op radio 1. Ja, lekker Gijssie, bedankt en proost mannen. Op Harrie de Moker.”
Even had iedereen het druk met het in ontvangst nemen van de grote en kleine glaasjes die door Frits werden uitgevent tot haagse Karel Gajus uitnodigde om verder te gaan met z’n verhaal. In sobere bewoordingen schetste deze daarna de plot van het luisterspel, de hoofdpersonen en het toneel waar alles zich afspeelde, café het Uitzicht en de wallen in de zeventiger jaren. Drugs en peepshows waren in opkomst, krakers vochten een harde strijd uit met het makelaarsgilde en de vertegenwoordigers van de heilige hermandad en te midden van al dat geweld probeerde wallenkoning Harrie de Moker zijn aandeel in deze wereld uit te breiden.
“Jij hebt daar vast nog wel wat van meegemaakt, Bram,” beëindigde hij z’n verhaal. “Had je vader toen geen bloemenstal in de Hoogstraat?”
“Breek me de bek niet open,” kreeg hij als antwoord van de oude bloemenkoopman. ”M’n vader heeft daar jaren een goed belegde boterham verdiend maar met de opkomst van de drugshandel was het snel afgelopen met de bloemen. In een paar jaar nam dat tuig z’n plaats over met heroïne en hoe al die troep verder mag heten. Met als gevolg dat zijn klanten voor een bossie tulpen weg bleven. Kwam ie ’s ochtends bij z’n stal, hadden ze die ’s nachts opengebroken en lagen d’r twee hun roes uit te slapen tussen de rozen. Hij liep toen toch al tegen de zeventig en is er van de ene op de andere dag mee gestopt. Dat café ken ik niet. Had je het over het Uitzicht?”
Dat bleek inderdaad het geval te zijn. Café het Uitzicht met tante Greet speelde een belangrijke rol in het verhaal net zoals de boksschool in de Uilenburgerstraat.
“Zat daar toen niet de boksschool van ome Piet ter Meulen?” zei ome Bram terwijl hij met een alleen voor insiders herkenbaar knikje van z’n hoofd aan Frits te kennen gaf dat de glazen leeg waren.
“Zou kunnen hoewel die daar toen al niet meer zat,” antwoordde Gajus die zichtbaar plezier had in het onderwerp van gesprek. “Misschien in de vijftiger jaren. Ome Piet nam toen namelijk boksschool Krieger over. Ik weet dat toevallig omdat ik daar zelf een paar jaar boksles heb gehad, bij Krieger bedoel ik.”
Met open monden keken ze hem aan. “Jij op boksen?” zei Fransie terwijl hij twee vuisten afwerend omhoog hield. “Niet te geloven,” zei Nico die zich bijna verslikte in een teugje rood. En er bleek duidelijk behoefte aan nadere toelichting. Die er ook kwam. Dat de jonge Gajus wel wat spiervlees op z’n botten nodig had, hij door z’n zwager die zelfs wedstrijden als amateur had gebokst daarom een keertje was meegenomen naar z’n boksschool en hij zich daarna een paar jaar in de noble art of self-defence had bekwaamd. Twee keer per week en voor de liefhebbers ook op zondag. Nee, nooit wedstrijden gebokst. Want self-defence of niet, het was toch vooral de bedoeling dat je klappen uitdeelde.”
“En dus ook ontving,” zei Frits grinnikend die net een schaal met ballen op de tafel zette. “En daar kan je goed suf van worden.”
“Zo is het, oudste,” lachte Gajus terwijl hij met z’n vuist plagend in de richting van de uitbater stootte. Maar luisteren jullie nou maar verder naar de Moker. Hoeft niet ’s nachts maar kan je gewoon overdag doen via internet op je computer. Googelen naar De Moker en dan kan je alle afleveringen volgen. Laat je verrassen en kijk ook even van wie de muziek is. Kijken of je de naam herkent.
Maar nu wat anders, wat denken jullie van de NoordZuidlijn? Maken we dat stukkie metro af met het risico dat de halve binnenstad inzakt of stoppen we ermee en plempen we de boel vol met zand?
Z’n vraag was een schot in de roos maar de discussie zwalkte al gelijk als een stuurloze tunnelboor door de Ingooi. Zoals te verwachten werden ze het niet eens over het nut of de noodzaak van de lijn maar iedereen was het er over eens dat het een belangrijk argument zou worden bij de komende gemeenteraadsverkiezingenen.
En het had nog uren kunnen doorgaan als haagse Karel niet iedereen met stomheid sloeg door de achteloos uitgesproken slogan voor z’n nieuwe partij.
Wat zouden jullie zeggen van “Weg met die koker, stem Karel de Moker” introduceerde hij z’n idee. En hoewel de meesten het niet met hem eens waren vonden ze het als trekker voor die verkiezingen toch wel aardig.
Haagse Karel, alias Karel de Moker. Dat kon nog aardig spannend gaan worden.
Gajus
25-1-2010