18. Terug naar Arbaminch
Donderdag 8 december. We rijden terug naar Arba Minch en brengen een bezoek aan de Ari, Bena en Konsostammen. Verder zullen we een markt bezoeken in Key Afer. Wat het rijden betreft wordt het een rustig dagje, volgens ons reisprogramma slechts veertig kilometer.
We hebben dus een rustig dagje voor de boeg hoewel, veertig kilometer? Dan zou de afstand naar Arba Minch wel heel erg gekrompen moeten zijn. Op de heenreis was het nog tweehonderd vijfenveertig kilometer. Desondanks staan we voor ons doen laat op, half acht en we nemen de tijd om te ontbijten.
Ver weg of dichtbij, het Bekele Mola Hotel in Arba Minch is in ieder geval onze bestemming.
Na een klein uurtje stoppen we al in een kleine plaats om de markt te bezoeken. Toen we hier een paar dagen geleden stopten wist een jongen, die me aanschoot, al te vertellen dat we twee dagen later, vandaag dus, hier weer zouden stoppen.
“You are from Holland?” was z’n vraag geweest. Ik kon en wilde het niet ontkennen. “Yes, but now we are going to Jinka.”
“ I will see you when you come back. Then I will be your guide.”
Ik ben benieuwd of hij ons inderdaad zal opwachten. Het hele bezoek lijkt me wel leuk, vooral omdat ik een kleine polaroidcamera heb meegenomen om de mensen op de markt te verrassen.
We hebben onze auto nog maar nauwelijks verlaten of daar komt hij me al tegemoet. Of ik me hem nog herinner. “I am your guide.”
Ik benoem hem tot mijn gids voor dit bezoek en we lopen op ons gemak het pad op dat naar de markt leidt.
Het wordt tijd om de polaroid te demonstreren en ik begin maar met een plaatje van mijn kleine gids. Foto nemen, de strip waarin de foto zit uit het toestel trekken en laten ontwikkelen. Duurt een paar minuten maar dan komt het beeld op. Zoiets trekt natuurlijk aandacht en in notime staan er wel twintig grote en kleine jongens om me heen die ook allemaal een foto van zichzelf willen hebben. “I want to be your guide,” roept de grootste tegen me “And I want you to take a picture of me.”
Het kost even moeite om hem aan z’n verstand te brengen dat ik al een gids heb. ‘Dat kleine jongetje’ zie je hem denken. Om hem te troosten maak ik een foto van hem waarop hij in een bokshouding poseert. “Is that me?” roept hij verheugd.
“Yes that’s you and you look like a famous boxer.” Glimmend van oor tot oor loopt hij weg om de foto aan iedereen te laten zien.
Achtereenvolgens fotografeer ik op deze wijze nog een man of vijf. Het succes is groot. Op een gegeven moment voel ik dat iemand kusjes op m’n arm geeft. Het is een jochie van vijf of zes jaar dat op deze wijze m’n aandacht probeert te trekken omdat hij ook zo graag een fotootje van zichzelf wil hebben. Zoiets mag je natuurlijk niet weigeren en met een blik van verering in z’n ogen gaat hij voor me staan om vereeuwigd te worden.
We wandelen daarna verder en ik ontdek dat ik er een tweede begeleider bij heb gekregen.
Op aandringen van de jongens fotografeer ik ook nog twee meisjes in klederdracht. Die willen de foto echter niet hebben en eisen twee Birr omdat ik ze gefotografeerd heb. Ja doei, dat is niet de bedoeling. Vertel ze maar dat ze de foto kunnen krijgen maar dat er niet betaald wordt vandaag, geef ik als opdracht aan m’n twee begeleiders. Die kwijten zich onmiddellijk met verve van die taak en aan hun gebaren te zien vullen ze het op eigen initiatief aan met de opdracht om op te krassen.
De jongedames werpen me nog wat boze blikken toe maar lopen dan toch door. De foto willen ze niet hebben. Nou ja, dan niet.
Op de markt is het druk. Niet alleen met groente, fruit, rijst en andere etenswaren maar ook met kleding, pannen en nog veel meer. Ik besluit om de jongens te verrassen en vraag of ze een leuk petje willen hebben. Ze kijken me een beetje onzeker aan maar als ik het nog een keertje vraag willen ze wel. Bij de pettenkraam wordt het dan nog een hele uitzoekerij. Veertig Birr vraagt de koopman voor een exemplaar en na wat onderhandelen worden we het eens op twintig.
De koning te rijk volgen ze me tijdens het vervolg van m’n wandeling langs de kraampjes.
Een eindje verder tref ik Lia die aan het filmen is. Ik vertel haar het verhaal van de nieuwe petten en omdat zij ook twee begeleiders bij zich heeft moet ik die ook maar belonen. Dat wordt een derde petje; haar tweede volger die op blote voeten loopt, geeft de voorkeur aan een paar slippers.
Zo vliegt het uur om. Ik moet de adressen van m’n twee begeleiders natuurlijk opschrijven en na nog wat foto’s te hebben genomen lopen we naar het punt waar de auto’s staan om in een cafeetje wat te drinken. Limonade voor de jongens en net zoiets voor mezelf. M’n grootste begeleider wijst nog even op z’n kapotte schoenen maar ik vertel hem dat ie dat maar moet oplossen met de tien Birr, die ik ze allebei al heb gegeven.
Zo gaat dat dus in een klein dorp waar ze vandaag vrij van school hebben. Dat wil zeggen, mijn twee begeleiders vertelden me dat ze vrij hebben maar het is natuurlijk niet onmogelijk dat de heren even spijbelden omdat ze wisten dat wij op komst waren.
We gaan weer verder. Over stoffige wegen door een streek die best wat regen kan gebruiken maar het duurt nog heel wat maanden voor dat seizoen aanbreekt. Tijdens die periode schijnt het hier een groene vallei te zijn.
Van de beloofde Ari, Bena and Konso krijgen we niets te zien met uitzondering van een groepje huizen tijdens een fotostop. Maar wel een mooi landschap.
Er wordt hier ook heel wat afgesjouwd langs de weg. In deze streek gebruiken ze daar geen ezels voor maar moeten de vrouwen het doen. Met grote lasten op hun rug trekken ze bij tientallen voorbij.
We stoppen nog een keertje en onze aandacht wordt getrokken door een groepje jongedames dat zich, waarschijnlijk speciaal voor bezoekers zoals wij, mooi heeft uitgedost. Dat wordt dus weer fotograferen waarbij een oudere man op de achtergrond er nauwlettend op toeziet dat er voor elke foto betaald wordt.
Het wordt weer laat voor we in het hotel arriveren.
Tijdens en na het avondeten ontdekt de rest van de groep dat de laatste dag in Addis wel eens helemaal in het water kan vallen omdat er niet op zondagavond terug wordt gevlogen maar op maandag, sterker dat we misschien helemaal niet vliegen maar met de auto’s terug moeten rijden. Een rit van minimaal acht uur.
Dat geeft heel wat opwinding en Tesfaye krijgt opdracht om er voor te zorgen dat we zondag vliegen. Het bezoek aan Addis is tenslotte een van de hoogtepunten van de reis.
Ik heb er echter een hard hoofd in dat onze protesten veel zullen uithalen. Van de aangekondigde markt van vandaag in Key Afer hebben we bijvoorbeeld niets gezien en zo is het al met meer dingen gegaan.
Maar morgen gaan we weer rijden, vertelt onze Kofi daarna . Over een very good road, asfalt, behalve de eerste 250 kilometer. Maar dan overnachten we in een very good hotel.
Wait and see sprak de wijsgeer en omdat er wat muggen in de kamer zitten duikt hij onder z’n klamboe om de nacht door te brengen.