2. We vertrekken naar Addis Abeba
Met een lijnvlucht van Lufthansa vertrekken we op 23 november in alle vroegte naar Frankfurt. Daar stappen we over waarna we onze reis vervolgen. Na een tussenstop in Khartoum arriveren we dan ’s avonds tegen half tien in Addis Abeba waar we in hotel Lalibela overnachten.
Is het echt nodig dat we al drie uur voor vertrek op Schiphol aanwezig zijn had ik nog aan de aardige medewerkster van ons reisbureau gevraagd.
Oh ja, dat is het zeker, had die me verteld. Komt u asjeblieft niet later. Dat kan heel veel moeilijkheden geven, vooral als de vlucht overbooked is. En dus rijden we al om half vier richting vliegveld waar we even voor vieren arriveren.
Ondanks het vroege tijdstip is het al druk in de grote vertrekhal maar na een tijdje ontdekken we Jaap, die we tijdens een eerdere reis hebben leren kennen en die samen met ons deze reis maakt.
Zullen we dan meteen maar inchecken is m’n eerste vraag na de begroeting. Zwijgend wijst hij in de richting van de balies van Lufthansa die onbemand blijken te zijn.
We gaan er daarom maar bij zitten en proberen tussen andere wachtenden deelnemers aan onze reis te ontdekken. Aan de labels op hun koffers kan ik er maar een paar ontdekken.
Is die balie nou nog niet open? We moeten tot vijf uur, twee uur voor we zullen vliegen, wachten tot een vijftal nog wat slaperig uit de ogen kijkende dames komt opdagen. Natuurlijk sluit ik daarna bij de verkeerde rij aan. Er blijken aanloopproblemen te zijn met de computer waarop gisteren een nieuw systeem is geïnstalleerd. Als het dan eindelijk lukt kan ik nog net voorkomen dat onze reistassen ongelabeld op de transportband verdwijnen.
Pff, zouden we bijna zonder bagage in Addis arriveren.
Eenmaal binnen geven we ons zuchtend over aan een kopje slechte koffie.
Het echte gevoel van op reis zijn heb ik nog niet maar dat komt wel als ik eenmaal in het vliegtuig zit. Zeker weten.
Als je wel eens op het vliegveld in Frankfurt bent geweest weet je dat je daar soms uren moet lopen om bij je gate van vertrek te komen. Dat is ook deze keer het geval. Gelukkig was onze bagage al op Schiphol doorgelabeld en daar hadden we ook de instapkaarten voor Addis ontvangen.
Maar we vliegen naar een land buiten de Schengenzone en dat betekent dat we weer gecontroleerd moeten worden op wapen- en ander tuig. Twee in feldgrau geklede heren controleren onze passen en instapkaarten. Geen vrolijke medewerkers en als voor me twee op hun beurt wachtende dames te weinig tussenruimte aanhouden worden ze door de chagrijnigste van de twee met een snauwend “Hinter der gelbe Linie bleiben” tot de orde geroepen. Het doet me even denken aan gebeurtenissen die ruim zestig jaar geleden plaatsvonden maar ik ben aan de beurt en vergeet het verder. Was het trouwens nou hinter die gelbe Linie of hinter der gelbe Linie dat wil zeggen vierde of derde naamval? Mit, nach, nächst, nebst, samt, ……? Nou ja, laat maar.
De hal waarin we terecht komen maakt me niet echt vrolijk. Dan ziet het er op Schiphol toch een stuk beter uit. Zou je er iets te drinken kunnen krijgen? Met z’n drieën gaan we op zoek naar een restauratie maar met uitzondering van een soort blokhut is er niets te vinden. Taxfree shops overigens in overvloed maar ik had m’n inkopen al op onze eigen nationale trots gedaan.
We houden het maar op een flesje fris en binnen maken we kennis met drie dames die tot ons reisgezelschap blijken te behoren. Om redenen van privacy verstrekken sommige reisbureaus geen opgaven meer van de deelnemers waaruit een groep bestaat. Op Schiphol had ik echter van de dame van Lufthansa gehoord dat we met z’n twintigen zijn, er moeten er dus nog veertien rondlopen.
Er gaat geen Nederlandse reisleider met de reis mee horen we van onze reisgenoten in de Holzstube. Die werd inderdaad wel genoemd in het reisprogramma maar zij hadden bericht ontvangen van de reisorganisatie dat die geschrapt was. In Addis zullen we opgewacht worden door een Engels sprekende Ethiopische tourleader. Ja ja, we hebben al de nodige ervaringen opgedaan met al die Engels sprekende gidsen. Het zal deze keer wel Ethiopinglish worden.
Om de wachttijd te korten besluit ik nog maar even een bezoek aan het toilet te brengen. Dan hoef ik dat niet in het vliegtuig te doen. Ik vind het altijd een crime om me daar in zo’n nauw hokjes te persen. Maar Frankfurt blijkt al even karig van toiletten voorzien als van gelegenheden om je even met een drankje te verpozen. Daar zit wel een zekere logica achter. Wat er niet in komt hoeft er ook niet uit.
De dichtstbijzijnde toilet blijkt niet toegankelijk te zijn voor bezoekers dat wil zeggen, een vierkante Duitse madam verspert belangstellenden de weg omdat haar Kollegin binnen bezig is om de boel sauber zu machen. Na wat zoeken ontdek ik vijftig meter verder een bordje dat op een tweede gelegenheid wijst en daar wandel ik dan maar naartoe.
Binnen staan drie mannen met een uitdrukkingsloze blik naar de enige deur te kijken waarachter het toilettaire gebeuren kan plaatsvinden. Dit kan nog wel even gaan duren en ik neem een gemakkelijke wachthouding aan die jaren ervaring op dat gebied verraadt. Een Duitse nieuwkomer met een gezicht dat op krampachtig toegeknepen billen wijst probeert daarna voor te dringen maar wordt door vier paar koele ogen op zijn plaats gewezen. Achter in de rij dus.
Und hinter die gelbe Linie voeg ik hem in gedachten toe want ik leer snel.
Dat duurt hem te lang en hij verdwijnt weer maar niet nadat hij met een “Wahnsinn, warten für die Toilette” z’n ergernis heeft gespuid.
Of zei hij nou für der Toilette? De zuchtende vijftiger die uit de enige WC komt verdrijft verdere gedachten over de Duitse grammatica. Nog twee voor me, dat schiet op.
Dat je al op Schiphol kunt inchecken voor je overstapvlucht is best gemakkelijk. Minder leuk is echter dat Lia en ik uit elkaar zijn gerukt en niet naast elkaar zitten tijdens de vlucht. Maar het vliegtuig blijkt lang niet vol te zijn en met hulp van een van de aardige stewardessen op deze vlucht wordt het rechtgezet.
De start van het vliegen behoort niet tot mijn favoriete momenten tijdens een vlucht maar het valt deze keer mee en angeschnallt stijgen we snel naar grote hoogte. Het is de bedoeling dat je dan op je plaats blijft zitten maar een van de passagiers, een lange man, verkeert kennelijk in hoge nood en zoekt zich moeizaam een weg naar de toiletten. Dat mag natuurlijk niet en een van de stewardessen probeert hem van zijn tocht te weerhouden. Zonder succes overigens en omdat ze de wanhoop op zijn gezicht ziet laat ze hem maar begaan.
Aber bitte gut festhalten roept ze hem nog achterna. Gut festhalten.
Het veroorzaakt wat gelach bij een paar dames voor me en als de stewardess zich de dubbele betekenis va haar waarschuwing realiseert verschijnt er ook een grinnik op haar gezicht.
Bitte gut festhalten wordt later een van de uitdrukkingen waarmee we sommige gebeurtenissen tijdens deze reis karakteriseren.
We krijgen wat te drinken en onder het genot van een glaasje witte met een knabbeltje draai ik wat muziek op het Ipodje dat ik voor deze reis heb aangeschaft. Kjarkas met Peruaanse muziek brengt me dan helemaal in de juiste stemming. Flitsen van de reis die we jaren geleden naar Zuid-Amerika maakten, komen boven en ik laat me wegvoeren op die stroom van herinneringen.
De aankomst in Addis komt na een tussenstop in Khartoum dan toch nog vlugger dan verwacht. Het is even na negen en we worden opgewacht door een lange Ethiopiër die zich voorstelt als onze tourleader. De bus staat al klaar en nadat onze bagage op de bus is gestapeld en vastgesnoerd staat niets een vertrek naar het hotel in de weg. Dacht ik maar voorlopig gebeurt er niets. Het wachten is op onze tourleader die tevens de functie van chauffeur vervult. Na een minuut of tien komt hij met een verbaasde blik weer terug vanuit de aankomsthal. Er blijkt nog een man te ontbreken aan onze groep. Meneer Verboom. Of wij weten waar die gebleven is.
Uiteraard weten we dat niet, kunnen we het ook niet weten. Allerlei veronderstellingen gonzen door de bus. Misschien heeft hij de vlucht gemist of is hij in Khartoum uitgestapt.
Omdat verder wachten geen zin heeft vertrekken we toch maar naar het hotel.
Hotel Lalibela ligt maar een paar kilometer van het vliegveld.
Moeten we nog eten? Willen we nog eten? Het is al na tienen en Lia en ik houden het voor gezien. We moeten er morgen weer vroeg uit voor de binnenlandse vlucht naar het Tanameer. Vijf uur met een uurtje daarna vertrek naar het vliegveld.
Lekker naar bed, deze dag heeft lang geduurd. In gedachten zie ik meneer Verboom nog even door Khartoum dwalen, op zoek naar z’n reisgezelschap en dan dommel ik in.
Ethiopië wacht, ik ben er klaar voor.