10 nov 2009

15. Mag het een onsje minder

0 Reacties

De weersverbetering waarop we de eerste dag van ons verblijf op Tam Hai eiland hadden gehoopt was de tweede dag helaas uitgebleven. Wat heet uitgebleven, als gevolg van een gigantische storing vanuit Australië was ons eilandje ’s nachts bijna ondergelopen door de aanhoudende regen. Helaas, wat volgde was dus geen relaxt verblijf aan een zonovergoten strand, geen verkenning van het eiland en ook geen party in het zwembad.In plaats daarvan vermaakten we ons met een beetje lezen, een middagdutje en een lang gesprek met een van de gasten. Deze, een oudere Duitse dame, was blij dat wij haar wat aanspraak boden en zo kwamen we er al snel achter dat ze namens of in opdracht van een of andere hulporganisatie regelmatig in Vietnam verbleef, haar bezittingen een aantal jaren geleden had verkocht en een deel van het jaar aan de Bodensee woonde.

Waar wij naar toe gingen wilde ze daarna weten. Pleiku. Ah, het binnenland. Daar kwam zij ook regelmatig. Er woonde daar veel minderheden maar we moesten er rekening mee houden dat men er veel minder op toeristen was ingesteld dan aan de kust. Het communistische regime met zijn strenge handhaving van regels was er nog in volle glorie aanwezig. Niet dat het onveilig was voor toeristen maar de bevolking werd onderdrukt en was als gevolg daarvan terughoudend tegenover buitenlandse bezoekers. Wij zouden daar als doorgaande toeristen nauwelijks iets van merken maar zij merkte dat bijna voortdurend bij haar werk voor de hulporganisatie.
Slecht weer vandaag? Ach, het weer was op deze plaats ’s winters vaak van slag omdat alle depressies naar dit deel van Vietnam, de binnenzijde van de zogenaamde elleboog, trokken.

Het was ’s nachts dan ook bar en boos geweest en de paden op het eiland stonden blank. Alle gasten zaten zwijgend aan het ontbijt en het jonge stel zat er helemaal sip bij. Niet de huwelijksreis van hun dromen leek me maar dat hoefde natuurlijk niet zo te zijn. Dat wil zeggen dat ze hier net zo goed een normale vakantie doorbrachten.
Onze Duitse vriendin, het was me niet duidelijk geworden wie of wat ze nou vertegenwoordigde, praatte maar door over Kontum en Pleiku. Waar we logeerden, dat dat inderdaad de beste hotels van die plaatsen waren en dat ze al twintig jaar geleden met hulpprojecten was begonnen in Japan. Geen onaardig mens maar wel een type dat eenmaal op gang gebracht nog maar moeilijk tot stilstand te brengen is. Ze wist in ieder geval veel van de streek waar wij heen gaan.

De rest van de dag brachten we in gepaste rust door.
Na twee dagen regen op het honeymoon-island waren we wel aan verandering toe. Vanochtend waren we om half zes opgestaan en na een kop thee hadden we om een uur of zeven met de speedboot de terugreis naar de vaste wal gemaakt. Met een ontbijtpakketje voor onderweg.
Vaarwel, liefelijk eiland met je vriendelijke manager en behulpzaam personeel. Jullie hadden het waarschijnlijk ook liever anders gewild.
We moeten een eindje lopen naar de bus omdat er markt is. Regen of geen regen, het leven gaat gewoon door in al die dorpen. Groente, fruit, vlees, kleding hebben de mensen altijd nodig.
Met ‘My name is Bao,’ stelt onze chauffeur en gids voor de komende weken zich voor. Met hem krijgen we tevens een prima busje tot onze beschikking. Bao ontpopte zich als een aardige knul die niets teveel was om het ons naar de zin te maken maar laat ik niet op het vervolg van onze reis vooruitlopen.

Nadat de bagage in de bus is geladen gaan we op weg. Eerst naar ‘highway number one’ en daarna langs de kust in zuidelijke richting. Op ons programma staat een bezoek aan My Lai, de plaats waar op 16 maart 1968 door een aantal compagnieën Amerikaanse soldaten een bloedbad werd aangericht.
Bao heeft er zin in en rijdt en rijdt. Als we na een uurtje stilhouden voor een sanitaire stop vragen we voor de zekerheid toch maar even hoe ver het nog naar My Lai is. We zien hem schrikken bij de vraag. My Lai? Maar daar zijn we allang voorbij. Dan moeten we weer 50 kilometer terug. Na wat heen en weer gepraat besluiten we het bezoek aan de plaats dan maar voor gezien te houden. Vervelend maar het is niet anders.
We verlaten trouwens de kustweg en gaan rechtsaf, het binnenland in, richting Kontum. Het landschap verandert, we passeren een aantal paaldorpen waar minderheden wonen. We naderen de bergen, de weg loopt met veel bochten omhoog en het aantal gaten in het wegdek neemt toe. Op een gegeven moment word ik wagenziek van het gehobbel. Een beetje eigen schuld. Ik had vanochtend maar een half reistabletje ingenomen en voor dit soort trajecten moet ik echt een hele nemen. Er volgen voor mij een aantal onplezierige uren tot we om een uur of een stoppen om wat te eten. Niet dat ik daar behoefte aan heb, veel liever zou ik een uurtje horizontaal doorbrengen, op een bed of een bank. Maar hebben ze een kamertje met een bed bij dit restaurant?

“Yes, yes,” antwoordt de ijverige eigenaar desgevraagd en voor ik het weet sta ik in een klein kamertje achter in het restaurant waar inderdaad een bed staat. Op een bank ernaast ligt iemand te slapen, de kok denk ik of iemand anders uit de keuken. Het doet er ook niet toe. Even heerlijk liggen, niet meer dat gehobbel en geslinger in de bus, geen haarspeldbochten.
Helaas moeten we na een uurtje weer verder, richting Pleiku waar we om vijf uur bij ons hotel arriveren. Waarschijnlijk is het een staatshotel maar het ziet er aardig nieuw en modern uit. We krijgen een kamer op de negende etage met veel uitzicht over de stad omdat het zo’n beetje het enige hoge gebouw is. Maar dat houd ik vandaag maar voor gezien. Ik voel me nog steeds beroerd en het enige wat me aantrekkelijk lijkt is een bed waarin ik weg kan drijven. In figuurlijke zin gesproken althans.
Australische depressies, bountyeilanden, uitgemoorde dorpen, de kerstgedachte, haarspeldbochten, paalwoningen, minderheden, het kan allemaal niet op deze dagen maar mag het een onsje minder zijn?
Morgen gaan we Pleiku verkennen, kijken hoe Vietnam er hier uit ziet. Maar nu even niet.

18-4-2009
erJeetje

p1030495

 

p1030505

 

p1030509

 

p1030512

 

p1030515

 

dscn0328

 

dscn0329

 

p1030526

 

p1030532

 

p1030533

 

dscn0335

 

dscn0339

 

dscn0349

 

 

 

 


[begin]