3. Selected delights
Het is een koude decembermaandag en we zijn eindelijk op weg. Onze vlucht was gelukkig niet vertraagd. De mist die gisteravond werd verwacht was boven Schiphol weggebleven. De spanning van de afgelopen weken valt van me af. Laat nu alles maar komen zoals we gepland hebben.
De afgelopen weken heb ik me ’s nachts wel eens afgevraagd waarom ik dit doe. Die lange reizen maken bedoel ik. Ik geef er geen antwoord op, weet er geen goed antwoord op. Houd het maar op reiskriebels.Zou je dat nou wel doen, hadden de kinderen een paar keer gezegd. Waarom blijf je niet lekker thuis, of ga je naar Barcelona of iets dergelijks?
Pff, had ik gedacht. Waarom zou ik niet gaan. Ik voel me goed, heb veel gefietst het afgelopen halfjaar, ik wil dit gewoon. Spanje kan altijd nog wel eens.
De lijnvlucht naar Parijs is lang niet vol en hoewel het maar een klein uurtje vliegen is wordt er toch iets te eten uitgedeeld. Ik dacht eigenlijk dat men daar binnen Europa mee gestopt was maar de KLM gaat kennelijk nog even door. Iets te drinken en twee broodjes. Eén bolletje met kaas en een met een niet te definiëren zoetige massa. Koud omdat ze net uit de koeling komen en taai omdat ze qua ouderdom te vergelijken zijn met mezelf.
Ben je niet erg kritisch spreekt m’n alter ego me vermanend toe. Lees nou eerst eens een keer wat op de verpakking van dat brood staat. Trattoria stands for culinary enjoyment, lees ik met volle mond. Fresh and tasty food and beverages, through simple preparation using the highest quality authentic ingredients.
Dat liegt er niet om. Selected delights by KLM staat aan de andere kant. De stem van de vriendelijke captain zorgt daarna voor de ware vreugde. Verwachte aankomst vijf over half tien en terwijl ik de rest van m’n broodjes consumeer met een kop thee filosofeer ik wat voor me weg over veiligheid tijdens het vliegen.
Ook deze keer waren de lieve jongedames die tot taak hebben om ons te verzorgen tijdens het begin van de vlucht in de weer met de instructie over het gebruik van zuurstofmaskers, zwemvesten en wat al niet meer.
Dat zuurstofmasker schijnt in geval van nood vanzelf te voorschijn te komen, uit een opbergvakje boven je hoofd. Naar je toe trekken luidt de instructie en het mondstuk op je mond of neus plaatsen. En doorgaan met ademhalen lijkt me voor de hand te liggen want je weet maar nooit. Kinderen moet je indien nodig helpen maar denk erom dat je dan wel eerst zelf je masker opzet.
Het klinkt allemaal zo logisch als wat maar ik vraag me toch af wat er gebeurt als er echt gevaar dreigt. Paniek in de tent, denk ik. Iedereen rukt aan een masker. Of dat van z’n buurman. Hé joh, afblijven, je hebt er zelf een maar hij hoort het niet. In paniek trekt hij zo hard aan het ding dat het afbreekt. Op de plaatsen voor me is het helemaal mis. Hoe het kan weet ik niet maar daar blijven de maskers kennelijk steken in hun opbergvak.
Eigenlijk zouden bij zo’n instructie die maskers al tijdens die demonstratie aan het begin van de vlucht naar beneden moeten komen. Om te testen of ze het doen. En je kunt daarna gelijk even oefenen. Vervolgens berg je ze gewoon weer op in het vakje waar ze uit kwamen. Zoiets moet toch simpel te verwezenlijken zijn maar het is vijf over half tien, we gaan landen. Charles de Gaulle, here we come.
Op Ch. de G. komt u aan op terminal 2F en u vertrekt vanaf terminal 2C waar u kunt inchecken voor uw vlucht met Vietnam Airlines staat in onze reisinstructies. Gaan we wandelen of nemen we de bus? We geven de voorkeur aan de wandeling, zitten kunnen we nog voldoende in de komende uren.
Er zijn geen andere liefhebbers bij de balie van VNA en even later ontvangen we vier instapkaarten waarvan er echter maar een van een seatnummer is voorzien. Op onze vraag daarover krijgen we te horen dat we ons daarvoor moeten melden bij gate 81. Ik vind het een beetje vreemd en we besluiten om dat maar gelijk in orde te maken.
Bij de betreffende gate is het nog rustig. Achter de instapbalie tronen twee dames die na de uitleg over de ontbrekende seatnummers onze kaartjes bekijken. Ze gaan onmiddellijk op zoek in hun computersysteem. Zonder succes, om een of andere reden komen we niet voor en we moeten maar even wachten. Na een paar minuten schijnt een van de twee iets gevonden te hebben en ze wil nog een keer op onze instapkaarten kijken. Hoofdschuddend gaat ze aan het werk maar een oplossing blijft nog even uit. We wachten, ik krijg visioenen van een vlucht die overbooked is en zie ons al onverrichter zake naar Amsterdam terugkeren. Ondertussen krijgen we het verzoek van een medewerker van de luchthaven om vijf meter met onze handbagage op te schuiven en daar te wachten. Niet de eerste de beste merk ik. De man gaat over de afzettingen en vat z’n taak serieus op. Men werkt op dit vliegveld met een systeem van verplaatsbare paaltjes waaraan banden kunnen worden vastgehaakt en zonodig weer verwijderd. Je kunt op deze wijze looppaden creëren, delen van een ruimte afzetten en nog veel meer. Een taak van niet te onderschatten gewicht en hij is duidelijk niet helemaal tevreden over de situatie die hij bij z’n komst aantreft. Paaltjes worden verschoven en weer teruggeplaatst, wij moeten op een gegeven moment ook weer twee meter verder plaatsnemen en zijn dan zodanig ingebouwd dat we niet meer weg kunnen. Of dat positief is weet ik niet maar ik neem aan dat er in ieder geval aan onze kaarten wordt gewerkt.
Vijf minuten later lijkt het dat er beweging in de zaak komt. Gatenummer 81 wordt gewijzigd in 83, de man van de paaltjes, we noemen hem inmiddels le Paleur, wijst ons een andere plaats om te wachten en onder het motto dat nooit geschoten altijd mis is informeer ik bij hem maar eens naar de stand van zaken rond onze instapkaarten. Helpt het? Hij meldt het in ieder geval bij een kantoortje waarin een juffrouw ijverig achter een computerscherm in de weer is. Het geruststellende gebaar dat hij daarna in mijn richting maakt neemt een stukje van m’n ongerustheid weg.
Achter ons zit een deel van de passagiers te wachten in ongemakkelijke kuipstoeltjes, de rest staat of drentelt wat heen en weer. Veel oudere mensen van Vietnamese afkomst, jongere stellen met kinderen. Twee oude dames in rolstoelen krijgen voorrang en verdwijnen met hun begeleiders in de slurf die naar het vliegtuig voert. Is het inmiddels geen tijd om in te stappen? Een waarneming die volledig klopt, we zijn al een minuut of tien over het boardingtijdstip heen. De Paleur verschuift ondertussen nog wat paaltjes, de juffrouw achter de computer hamert met een verbeten gezicht op haar toetsenbord en wij vragen ons af wat er gebeuren gaat.
Dan lijkt er toch schot in de zaak te komen als de Paleur naar ons toekomt. Het gaat, hoe kan het ook anders, om onze instapkaarten die we hem zwijgend overhandigen. Hij geeft ze op zijn beurt aan de juffrouw in het kantoortje die ze met een fronsende blik een paar keer omdraait voor ze ze op een stapeltje naast haar neerlegt. Wij wachten gelaten op de dingen die komen gaan.
Er verstrijken nog tien minuten, de juffrouw heeft assistentie gekregen van een collega die over haar schouder meekijkt, maar dan lijkt het of ze een oplossing heeft gevonden. Er volgen nog een paar laatste aanslagen op haar toetsenbord en dan rollen er uit de printer naast haar kaartjes, waarvan ze er vier aan de toegesnelde Paleur geeft. Zou het toch nog gebeuren dat we echte instapkaarten krijgen? Met een brede glimlach komt hij naar ons toe en overhandigt ze met een gebaar alsof hij het allemaal persoonlijk voor ons geregeld heeft. Vier instapkaarten met een seatnummer, naast elkaar.
Ik vrees nog even helemaal achter in het vliegtuig te komen zitten maar we mogen in ieder geval mee. Al met al heeft het meer dan een uur geduurd, het is twaalf uur, na de Businessclass mogen we als eersten van de Economymeute instappen, vijf over half een rijden we naar de startbaan en kwart voor een maken we met brullende motoren snelheid om op te stijgen.
Ruim elf uur vliegen naar Hanoi. Geen delight maar we hebben het zelf zo uitgezocht. En ik installeer me voor een lange nacht.
23-1-2009
erJeetje