29 jan 2010

Zondag, 17 december. Was het gisteravond inderdaad zo koud? Of had de schrijver wellicht een dipje? Of laat hij zich beïnvloeden door de zon die vandaag schijnt. Tijd voor een hoofdstukje met als titel Contrasten.
’s Jonge, jonge, wat zag dat Sapa er gisteravond mistroostig uit. Koud, handjevol toeristen dat door de straten dwaalde. Op zoek naar warmte en vertier.
De souvenirzaken waren voor een deel al gesloten, andere waren nog open hopend op die ene klant. Ook nog open, dat wil zeggen op straat lopend, Dhong of Mhongvrouwen die probeerden hun waar aan de man/vrouw te brengen.Toen we bij restaurant Camelia aan het eten waren kwamen ze zo nu en dan voor de ramen staan om hun handel aan te prijzen. Een hardnekkig vrouwtje kwam steeds weer terug. Ik dacht in het begin dat ze haar spulletjes op haar rug droeg, in een omslagdoek maar het bleek een baby te zijn waarvan de handjes en voetjes, blauwrood van de kou, uit de omslag bengelden. Omdat ik met m’n gezicht naar het raam zat kon ze me moeilijk ontgaan. Geen vrolijk beeld. Ik houd niet van dit soort dingen, zo hoort het leven niet te zijn, voor niemand.
Toen we na een uurtje uitgegeten waren en naar buiten gingen schoot ze ons onmiddellijk aan en ik gaf haar in een opwelling een paar Dollar. Daar kan ze in dit land een week eten van kopen. Ze bedankte met het lachje van de aanhouder die wint. Wat er verder gebeurde had ik kunnen weten. Ze liep ons achterna en probeerde wat te verkopen van de geborduurde tasjes die ze bij zich had. Ach ja, zo ging het in India en Zuid Amerika en ook hier.
Wij waren de plaats ingewandeld en hadden even een kijkje genomen in de Bamboobar waar een gigantische op muziek lijkende herrie werd geproduceerd door kastgrote geluidsboxen. Op de dansvloer schuifelde een eenzaam meisje rond, afwisselend veranderend van groen in rood als gevolg van felle schijnwerpers aan de zoldering. Hebben wij hier iets te zoeken hadden we aan elkaar gevraagd? Dat hadden we niet, wij waren veel gelukkiger bij de ontdekking van een koffiebar die in het bezit was van een veel warmte verspreidende gaskachel.
Maar waarom waren jullie dan naar Sapa gegaan? Goeie vraag, wat deden wij in Sapa?
Heel simpel, wij hadden deze plaats in ons reisschema opgenomen omdat er minderheden, zogenaamde bergvolkeren, wonen. Interessant om die te bezoeken, bovendien kan je lekker in deze streek wandelen. En dat waren we ook wel van plan maar dan hadden we wel liever een warm hotel gehad en kamers met voldoende licht in plaats van die twee 20Watt pitjes in het Catcathotel.
Maar was dat dan zo erg voor een nacht? Eh, eigenlijk niet. Misschien was er gewoon sprake van een dipje bij de schrijver.
Hoe laat is het? Acht uur. Mmm, heerlijk geslapen vannacht, als een vorst. Wat een licht buiten, zou de zon schijnen? Die prikt inderdaad zo nu en dan door de bewolking. En het uitzicht over het dal en de stad is mooi omdat de nevel van gisteren bijna verdwenen is. Dit is echt een hotel voor de zomer als je op het brede terras in de zon kunt zitten. Maar nu is het nog steeds koud. Gelukkig hebben ze daar in het eetzaaltje een oplossing voor gevonden. Een ouderwetse kachel snort, broodjes worden warm gemaakt op de kachelplaat, vruchtensap en veel fruit zorgen voor een stevige basis en alle voortekenen wijzen op een mooie dag. Life is beautyful. En m’n mineurstemming van gisteren is in een flits veranderd in exuberant. Ik bedoel uitbundig, uitgelaten. Overvloeiend van energie. Zo snel kan dat bij mij gaan.
We gaan er op uit. Mensen kijken, wandelen, genieten.
Ons eerste bezoek geldt de overdekte markt. De drukte is ongelooflijk, je kunt er over de hoofden lopen. Het leeft en bruist hier en het contrast met gisteravond is groot. Veel mensen die tot de zwarte Dhong behoren, mannen en vrouwen, allemaal vrij klein van stuk en gekleed in zwarte kleding. Indigozwart dat wel af lijkt te geven op de huid van hun armen. De meisjes en vrouwen met zwarte beenwindsels en plastic sandaaltjes.
Door de zon wordt de temperatuur plezierig. Ook plezierig is dat niemand bezwaar maakt als we foto’s maken.
Wij delen ballonnen uit aan de kleintjes en ik maak me verdienstelijk door ze op te blazen. Alsof de Kerstman persoonlijk op bezoek is. Hoe het ook zij, de brede lach is hier niet van de lucht. Bij een van de stalletjes blaas ik een mooie gele op voor een moeder met kind. Yes, thank you en ze wijst voor de zekerheid ook nog even op haar koopwaar. Kleine doosjes waarop blote Vietnamese jongedames zijn afgebeeld. Zo blijft een goeie daad dus nooit onbeloond.
Half twaalf tijd vinden we het tijd worden voor koffie en die drinken we in de koffieshop van gisteravond. The red dragon pub. Het ziet er hier nieuw uit, je kunt zowel beneden als boven zitten en alles ziet er perfect uit.
Het is zelfs een genoegen om even wat tijd in de toiletruimte door te brengen. Die is namelijk heel stijlvol ingericht. De zaak heeft maar een handicap. Hij ligt nogal achteraf waardoor het niet storm loopt. Jammer, ze verdienen beter.
De wandeling ’s middags voert ons langs het kerkje van Sapa. Omdat we de klanken van een orgel horen besluiten we even naar binnen te kijken. De deuren staan tenslotte uitnodigend open.
Er is geen dienst aan de gang maar voorin, bij het altaar, is een groepje jongelui aan het oefenen. Een speelt op een keyboard en met ze drieën zingen ze. Dat zouden natuurlijk best voorbereidingen voor een middagdienst kunnen zijn. Onze veronderstelling blijkt juist. Als Wil vraagt of zij even spelen mag zijn ze meteen enthousiast voor dat voorstel. Na wat proberen klinkt Stille nacht, heilige nacht door de kerk. Nu met een koortje van vijf mannen en twee vrouwen. Dat klinkt in zo’n grote ruimte al gauw aardig. In ieder geval komt een oudere man, kan de pastoor zijn, uit een vertrekje naderbij om te zien wat er aan de hand is.
We gooien er nog een tweede lied tegenaan onder groot enthousiasme van de jongens die daardoor bijna vergeten om de klok van een uur te luiden. Dat kan natuurlijk niet en we besluiten om maar afscheid te nemen want voor je het weet gooi je de hele dagindeling van de kerk in de war.
Ondertussen is een van de jongens naar de ingang gerend en een paar tellen later klinkt het bommmm, bommm, over de stad. Drie minuten over een.
Een ding valt me wel op, deze kerk heeft dringend behoefte aan onderhoud. De dakbetimmering zit vol gaten. Boven het altaar is een zeil aangebracht omdat het lekt en de gebruikelijke beelden en schilderijen die in een katholieke kerk aanwezig zijn, beperken zich hier tot drie of vier stuks. Kortom, deze vestiging van Rome kan wel wat stun gebruiken.
’s Middags splitst ons groepje zich op in liefhebbers voor een bezoek aan de botanische tuin waarbij geklommen moet worden, een wandeling naar de terrasvormige rijstvelden, nog een rondje markt en een bezoek aan de kerk waar een dienst wordt gehouden. Het resulteert in een aangenaam vermoeid gevoel in de benen, veel foto’s en een stevige trek.
Omdat we voor een flitsbezoek aan Sapa hebben gekozen moeten we ’s avonds al weer terug naar Hanoi. Half zes, een half uur eerder dan aanvankelijk opgegeven, zal een bus ons komen ophalen voor een rit van anderhalf uur naar Lao Cai waar de trein om kwart over negen zal vertrekken.
Eten, wat zullen we met het eten doen? We nemen niet aan dat we iets in de trein krijgen en om nou tot morgenochtend op een houtje te bijten lijkt niet aantrekkelijk. Iets eten in Lao Cai lijkt een optie maar als de rit daar naartoe langer duurt dan in onze beschrijving staat, komt daar misschien niets van. En we besluiten om nog maar een keertje in Camelia te eten. Daar staat de grote stoof met gloeiende kolen nog steeds op de grond en we laten ons verwennen met loempiaatjes en nog veel meer lekkers. Alleen jammer dat we ons moeten haasten.
Als we even voor half zes bij ons hotel arriveren, lijkt daar een lichte vorm van paniek uitgebroken. Hurry, hurry, de bus staat op ons te wachten. Bus, bus, welke bus? Die blijkt in een zijstraatje te staan en is al gevuld met een aantal passagiers. Sorry jongens, eerst was het zes uur, toen half zes en nou hebben jullie er kwart over vijf van gemaakt. Die paar minuten zullen het toch ook niet uitmaken en we hebben zeeën van tijd.
Maar de chauffeur blijft zenuwachtig gebaren dat we ons moeten haasten. Yes, no, yes, no six o’clock, gauw instappen please, dan kunnen we vertrekken.
OK, kan gebeuren, maar het lijkt me allemaal veel drukte om niets, vooral als we er daarna maar een uurtje over doen en even over half zeven in Lao Cai bij een eethuis worden afgezet. Dat betekent dat we ruim anderhalf uur met wachten mogen doorbrengen. Zijn we daar blij mee? Nee, daar zijn we helemaal niet blij mee. Als we dat van te voren hadden geweten hadden we ons niet hoeven haasten met eten in Camelia. En we wandelen daarom maar richting station om te zien hoe laat we kunnen instappen.
Op het stationsplein is het meer dan druk, veel Vietnamezen, veel toeristen. Het wordt me nu ook duidelijk waarom we zo vroeg zijn weggegaan, er gaat ook nog een trein om acht uur en het is natuurlijk best mogelijk dat een deel van de mensen in de bus daarmee moeten. Wij gaan pas om kwart over negen en zullen volgens de dienstregeling om vijf uur in Hanoi aankomen. Wat te doen? Er zit niets anders op dan maar ergens een zitplaats zoeken en die vinden we in een soort cafeetje naast het station.
De tijd verstrijkt met wachten, een beetje lezen, mensen kijken, zo nu en dan een wandelingetje naar de ingang om te kijken of er al een beetje schot in zit.
Om kwart over acht denken we dat het zo ver is en dat we naar binnen mogen. Maar dat valt tegen. No no, stop. Maar we hebben toch een ticket? Yes no, no good. Ons kaartje schijnt nog te moeten worden voorzien van een stempel of zoiets. Een behulpzame conducteur wijst ons dat we die buiten, voor het station, moeten halen en daar gaan we weer. Inderdaad staat er voor het station een tafeltje waaraan twee mensen zitten die iets met ons kaartje doen nadat ze op een lijst hebben gechecked dat het kennelijk klopt. Ik denk dat het een soort bevestiging is die aan het treinkaartje wordt geniet. Zo leer je er elke reis weer wat bij.
Maar goed, met een slaapcoupé zoals op de heenreis overleven we de terugreis wel. En hoewel een beetje optimisme nooit kwaad kan valt dat ook tegen. Deze coupé is echt een stuk minder dan de vorige. Proberen te slapen, dat lijkt ons het beste en als de trein om kwart over negen vertrekt zijn we al bijna zover. Zoals ik al zei, het uitstapje naar Sapa is er een van uitersten, contrasten zo je wilt.


[begin]