7. Day after day
Donderdag 14 december. Nog een ochtend varen en dan gaan we weer terug naar Hanoi. Daar is het gedaan met de rust en worden we meedogenloos ondergedompeld in de drukte van de grote stad. Want in Vietnam gaat dat altijd door. Day after day.
“Realiseer je je wel goed hoe mooi dit is,” zeg ik tegen mezelf als we in een roeibootje op een stuk zee varen dat volledig door rotsen is omgeven en alleen maar via een nauwe doorgang te bereiken. Want het is een heel bijzonder stuk natuur waarin we hier rond varen. Een stuk binnenzee waar niets anders te horen is dan het klotsen van het water tegen de boot en het gekrijs van een paar vogels.
Soms is het nodig dat ik mezelf even waarschuw. Ik wil er mee voorkomen dat ik het allemaal maar gewoon vind. Vaak realiseer ik me namelijk pas achteraf hoe bijzonder sommige dingen zijn.Wij maken na een vroeg ontbijt met warme broodjes en vruchtensap dit bijzondere uitstapje en gaan daarna weer aan boord. Nog wat varen staat op het programma, beetje bruin worden in de zon die steeds enthousiaster begint te schijnen. This is life, man.
We passeren Halong dat in het bezit is van een flinke haven met grote zeeschepen en bewonderen de hoge brug naar een van de eilanden die pas een jaar geleden geopend is. Gebouwd door een Japanse aannemer en gigantisch hoog omdat de zeeschepen er onderdoor moeten kunnen varen. Minder fraai is de aanleg van een weg langs de kust van dat eiland waardoor de fraaie gekleurde huizen op die plaats gedeeltelijk aan het zicht worden onttrokken. En de bewoners straks vergast zullen worden op een aanzienlijke toename van verkeerslawaai.
Wij varen verder en gaan op weg naar de plaats waar we gisteren vertrokken zijn. Eerst staat er echter nog een lunch klaar, als afscheid van een heerlijke cruise.
Om half twaalf leggen we aan, einde van de tocht, tijd om van boord te gaan maar eerst bedanken we de bemanning voor de service die ze geboden hebben. Ze zijn overigens al weer hard aan het werk met het schoonmaken van de hutten.
“A new group,” vraag ik aan de man in de salon die bezig is om nieuwe lakens op de tafels te leggen. “A new group, sir,” bevestigt hij m’n vraag. “Eighteen persons.”
“Every day a new group?” kan ik m’n nieuwsgierigheid niet bedwingen.
“Day after day, sir,” geeft hij te kennen en accepteert met een lichte buiging het bedrag dat ik hem overhandig om onze waardering uit te drukken.
Day after day. Wat ook geldt voor de bus die ons zal terugbrengen naar Hanoi.
Een bezoek aan Hanoi is niet volledig zonder een bezoek aan de Long Bien brug. Volgens m’n reisgids is hij gebouwd in 1902 door de Fransen. De Amerikanen hebben vanaf 1967 geprobeerd om hem met hevige bombardementen te vernietigen maar slaagden daar niet in hoewel wel zware schade werd toegebracht aan de pijlers. Nu doet hij nog steeds dienst als brug voor voetgangers, tweewielers en treinen. Day after day.
De rest van het verkeer gaat over de Chuong Duongbrug die een halve kilometer zuidelijker ligt.
Wij lopen na onze terugkomst in het hotel naar de brug. Mooi historisch exemplaar van grijs vakwerk. Op een metalen plaat staat dat hij in de jaren 1899 tot 1902 gebouwd is door de heren Daydé & Pillé uit Parijs. Een deugdelijk stuk werk mag je wel zeggen en we gaan op weg naar het midden van de brug. Het is druk met een stroom brommers in beide richtingen die onafgebroken blijft doorgaan. Voetgangers zijn er nauwelijks. In de vallende avondschemering kijken we uit over de Rode rivier, een flinke plas water maar in het regenseizoen waarschijnlijk nog veel breder dan nu. In de stad gaan hier en daar de lichten aan.
Daarna wandelen we weer terug en slaan een weg richting centrum in. Het is even na zessen en al bijna donker.
We zijn op weg naar het Ilycafe in de Ma May 97, dat in onze gids van Trotter zeer wordt aanbevolen.
Het kost even moeite om de straat te vinden waarin dit restaurant zit. Het contrast met gisteravond is gigantisch. Toen rustig dobberend in Halong Bay, nu de chaotische verkeersdrukte van een grote stad. Ma May vinden we dan nog onverwacht en een beetje besluitenloos drentelen we ten slotte voor nummer 97 heen en weer. Zie jij ergens Ilycafe staan? Nee en we besluiten om maar even te vragen of dat verhuisd is.
No, no, come in, yes, this is Ilycafe. Alleen heet het nu Bia Do, yes.
Het is er niet echt druk, Christmas heeft ook hier z’n onvermijdelijke intocht gedaan met een knipperende kerstboom en muziek – I wish you a merry Xmas – die wel wat zachter afgespeeld zou mogen worden. Nou ja, het eten schijnt hier erg goed te zijn en we bestellen allemaal iets aan de hand van de gekleurde plaatjes in de Menulijst.
Het verhaal in Trotter over de gerenoveerde eetzaal klopt wel maar ik ben er niet ondersteboven van. Achter in de zaal staan een paar grote koperen biergistingsketels. Zou hier echt bier gemaakt worden of is het alleen maar decoratie? Krijg de indruk dat het laatste het geval is.
Als het eten komt is dat niet echt slecht maar ook niet echt goed. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het voormalige Ilycafe een beetje op z’n retour is.
Nemen we nog koffie na afloop? Dat doen we niet. Er is vast wel een tentje in de buurt waar ze echte koffie schenken en we moeten nog kaartjes halen voor het waterpoppentheater en …. Maar daarover meer in het volgende hoofdstuk.
Of we het altijd zo druk hebben in een vakantie? Reken maar van yes. Hoe zei die man op onze jonk het ook alweer? Day after day.
Maar wel leuk. En daar gaat het toch om als je op reis bent.