23. Dagje Nha Trang
Dinsdag 26 december. Een dagje om vrij te besteden. Bijvoorbeeld voor een bezoek aan het strand. Wij beginnen maar met een lange wandeling naar de markt en rijden vervolgens met een taxi naar de Cham tower. ’s Middags eten we bij Olivier en horen zijn visie op de gebeurtenissen in Viet Nam.
Voor onze ogen wordt daar ook een toneelstuk in twee bedrijven opgevoerd. Telefoon, klaar terwijl u wacht, zou je het kunnen noemen.
Wat doe je tijdens een eendaags bezoek aan een badplaats? Op het strand gaan liggen? Zou kunnen maar wij zijn toevallig niet zulke strandliefhebbers. Niet meer moet ik zeggen. Ik herinner me prachtige vakanties in Serignan Plage aan de Middellandse Zee maar dat speelde in een andere tijd.
Of je gaat snorkelen. Op de boulevard zijn bedrijfjes, die je, uiteraard tegen betaling, de uitrusting en begeleiding verschaffen die je nodig hebt.
Maar de echte zin in deze of andere strandgenoegens is afwezig en na het ontbijt besluiten we om wat dingen in de stad te gaan bekijken. Wandelend want dan zie je het meest. Als eerste bestemming kiezen we de overdekte markt uit.
We nemen een route langs de boulevard, die langer uitvalt dan ik op grond van een plattegrondje in een reisgids aannam. Beter gezegd, Nha Trang is groter dan ik dacht. Pff, die stemming van gisteren is nog niet helemaal bij me verdwenen. I’m lazy when I walk.
Bovendien maakt de recht boven ons staande zon het heet. Maar goed, op een gegeven ogenblik moeten we toch linksaf en daarna naar rechts en uiteindelijk bereiken we onze bestemming, de grote ronde overdekte markt.
Het is er druk, stoffig en warm en we gaan daarom eerst wat drinken. Terrassen ontbreken hier en we kiezen een eethuis dat niet echt inspirerend van inrichting is maar ze maken er vers geperste vruchtendrankjes die prima smaken.
We slenteren daarna een half uurtje door het marktgebouw waar echt alles te koop is. Maar ik heb niet echt trek in gedroogde zeepaardjes.
Weer buiten wordt m’n aandacht getroffen door een groot bord met een waarschuwing voor bezoekers van de markt. A special notice for foreign visitors.
“To guarantee the quality of items at reasonable price and to avoid overcharging please deal with the stall owners directly. Do not trust the interpretation and recommendation of the strange guides”.
Strange guides, wat moet ik me daar nu weer bij voorstellen?
Wij maken nog een rondje op het plein voor de markt en besluiten naar de Cham torens te gaan. Zullen we weer wandelen? Dat doen we maar niet. Een taxi lijkt beter. We hebben inmiddels gezelschap gekregen van een oude man, gepensioneerd leraar naar eigen zeggen, die zich daarbij verdienstelijk wil maken. Zou hij onder de categorie strange guides vallen. De onderhandelingen verlopen in ieder geval maar moeizaam. Het lijkt wel of de taxichauffeur eigenlijk geen zin in een ritje heeft. Uiteindelijk lukt het toch nog en gaan we op weg.
Na een minuut of tien zijn we er en spreken met de chauffeur af dat hij op ons wacht.
De torens van Po Nagar zijn volgens m’n reisgids “prachtige getuigenissen van de Chambeschaving en verschaffen door hun ligging op een heuvel een prachtig uitzicht over de stad. Van de oorspronkelijke acht torens staan er nog maar vier overeind. Voor de bouwperiode moet je een eind terug in de geschiedenis. Die viel tussen de zevende en twaalfde eeuw”.
Rond de tien eeuwen staan deze monumenten er al. Dat is ze wel aan te zien hoewel er delen gerestaureerd zijn. Ik geniet van de rust op deze plaats. Niet meer dan een handjevol andere toeristen brengt ook een bezoek. In een van de torens bidt een oud vrouwtje bij het beeld van de godin Uma met de tien armen.
Afwisselend strijkt ze daarbij over het beeld en haar eigen gezicht, haren en armen. Ik voel me een beetje een voyeur als ik haar gadesla en laat haar snel alleen.
Buiten is het uitzicht inderdaad mooi met zicht op de vissershaven en twee bruggen. Mogelijkheden genoeg om foto’s te maken.
Na een klein uur hebben we het wel gezien en we besluiten om terug te gaan richting hotel. Het is een uur of twaalf en we hebben zin om een keertje lekker te lunchen. Onze chauffeur heeft trouw op ons gewacht en met een stevig gangetje rijden we terug.
Een restaurant, er zijn er genoeg maar welke zullen we nemen? We laten ons leiden door een van de reisgidsen. Het is te warm om er eerst een hele serie te bekijken. Het eethuisje dat we kiezen ligt niet ver van ons hotel. We zoeken een plaatsje buiten en verdiepen ons in de menukaart die door een meisje wordt gebracht.
Ze hebben hier in ieder geval geen last van bescheidenheid. We are certified by the best French Cook in 2004, Marc Fouchet, vermeldt de kaart. Ik ben benieuwd of ze dat kunnen waarmaken.
Een grote dikke man waarvan ik aanneem dat hij de eigenaar is, komt daarna naar ons toe. Aan z’n Engels te horen is het een Fransman. Olivier informeert waar we vandaan komen en geeft daarna wat adviezen bij het bestellen. Of we het dagmenu willen? Mmm, nee, niet echt. Geen punt is zijn commentaar, we kunnen rustig volgens de kaart bestellen maar doe het dan rustig aan is zijn volgende raad. De porties zijn groot, bij het bestellen van bijvoorbeeld een voorgerecht als springrolls zijn twee porties ruim voldoende voor vier personen.
Wij maken onze keuze, doen er nog een flesje witte wijn bij en wachten daarna op de dingen die komen gaan.
Olivier zit binnen te praten met een gast. Hij voert het hoogste woord, in het Frans. Zo nu en dan komen er nog andere Franssprekende mannen langs. Voor een korte babbel of om wat te eten. Ik krijg het gevoel of ik in Frankrijk zit.
Zo nu en dan komt hij even bij ons om te informeren of alles naar wens is. En om onze vragen over zijn verblijf in dit land te beantwoorden. Op die manier komen we te weten dat hij hier al tien jaar zit. Dit restaurant heeft hij overgenomen van de vorige eigenaar, een Vietnamees uit Hanoi. Deze Vincent wordt genoemd in een van de reisgidsen. Volgens Olivier heeft deze de zaak na afloop van de Vietnamoorlog ingepikt van de oorspronkelijke eigenaar omdat die met de vijand geheuld zou hebben. Uit zijn verhaal begrijp ik dat deze handelswijze op grote schaal heeft plaatsgevonden. Hanoigetrouwen zoals hij ze noemt, die na het vertrek van de Amerikanen in 1975 hier als sprinkhanen waren neergestreken en beslag hadden gelegd op alle bedrijven in de stad. Voor zover ze er in de chaos niet in slaagden om tijdig te vluchten waren de eigenaars in opvoedingskampen geplaatst waar ze bij duizenden waren overleden.
Vincent was al oud, 79 nu, en de kennis om het restaurant tot bloei te brengen ontbrak hem. Pas nadat Olivier de leiding had overgenomen was het niveau gestegen en als gevolg daarvan het aantal klanten gestegen.
Hij drijft deze zaak met een Vietnamese waarmee hij echter niet getrouwd is. Zij woont op een van de etages boven het restaurant, hij niet. Als je niet trouwt met een Vietnamese mag je namelijk niet in een huis met haar wonen. Hij woont nu in een militaire kazerne maar vindt dat niet erg. Kan goed met de militairen overweg wat handig kan zijn omdat die een hekel hebben aan de lokale politie.
Het is duidelijk dat Olivier geen grote pet op heeft van het regime. De communistische partij zit overal in de leiding van bedrijven zonder ook maar over enige kennis van zaken te beschikken. Dat die bedrijven zich kunnen handhaven is vooral te danken aan de staf van echte deskundigen, vaak buitenlands.
Maar dan moet hij plotseling weg, stapt op zijn zware motorfiets en rijdt ronkend de straat uit.
Wij blijven nog een tijdje zitten om te kijken wat twee monteurs in een boom naast ons gaan doen. Bij afwezigheid van een echte telefoonpaal wordt deze gebruikt om allerlei kabels aan te bevestigen. Een van de monteurs klimt naar boven en knipt een paar draden in de nauwelijks te ontwarren kluwen draden en kabels door. De andere gaat naar binnen in het aangrenzende huis. Na een paar proefgesprekken maakt de monteur z’n werk af en ze verdwijnen met z’n tweeën. Op stap naar een nieuwe klus.
Vijf minuten na hun vertrek komt er een man uit het huis, de bewoner naar ik aanneem, die moeizaam in diezelfde boom klimt Nadat hij de door de monteur gemaakte onderbreking heeft gevonden verwijdert hij het isolatieband en herstelt de oorspronkelijke situatie. Wij kijken elkaar eens aan bij deze bijzondere vorm van particulier initiatief. Het lijkt er op dat de monteurs een clandestiene lijn verbroken hebben die inmiddels weer door de gebruiker hersteld is. Op dat moment komen die twee monteurs weer langs op de brommer. Zouden ze hun werk nog even komen controleren? Maar nee, ze hebben het te druk met een gesprek en het gebeuren in de boom ontgaat ze.
Wij beëindigen de zitting en besluiten om naar het hotel te gaan. Uurtje slapen, beetje bijkomen, ons voorbereiden op Saigon.