125. Dagje herbronnen in Hengelo
Is Nederland nog een industrieland? Een maakland? Een land met grootindustrie, zware industrie? Ik denk het niet. Voor zover daar ooit sprake van was is het meeste vertrokken naar lagelonenlanden.Verdienen we ons geld dan alleen nog maar in de handel, het vervoer, tuinbouw en dienstverlening? Dat kan je ook niet zeggen. Ten minste elk groter dorp telt tegenwoordig een industriegebied waarop allerlei bedrijven in de weer zijn met het maken van over het algemeen kleine producten.
Maar eigenlijk wil ik het over een ander onderwerp hebben. Een andere vraag die wel met het vorige te maken heeft. Wat deden/doen we met al die leegstaande gebouwen van industrie die verdwenen is? En ik bedoel dan vooral de vaak hoge fabriekshallen die in het begin van de vorige eeuw gebouwd zijn.
Moet je die slopen en er een parkeerterrein van maken, een oplossing waarvoor sommige gemeentebesturen kiezen? Of moet je proberen ze te verbouwen, voor een museum of een sporthal.
We waren gisteren in een stad waar ze voor het laatste hebben gekozen.
Een dagje herbronnen in Hengelo noem ik deze aflevering. Ik doe dat met de bedoeling om je nieuwsgierig te maken. Hengelo? Dat staat nou niet echt bekend staat als een gezellige, spannende, boeiende, interessante plaats. Een stad zonder hart las ik ergens. Dat laatste als gevolg van een slordig uitgevoerd bombardement op 6 en 7 oktober 1944. De geallieerden wilden het spoorwegemplacement en de fabrieken van Stork en Holland Signaal vernietigen. Bij dit grootscheepse bombardement liet de precisie van de bommenwerpers alles te wensen over. De hele omgeving van het station werd met de grond gelijk gemaakt en er vielen 150 doden.
Na de oorlog bleek hoe moeilijk het is om dan een aantrekkelijk nieuw centrumgebied te ontwerpen. Als inwoner van Amstelveen hoef ik maar naar het stadshart van m’n eigen woonplaats te wijzen om aan te geven wat ik bedoel.
Maar ik dwaal af. We kwamen helemaal niet voor dat stadshart. Brachten gewoon een bezoek aan goeie vrienden. Echte Tukkers die ons altijd weten te verrassen met een bezoek aan een interessant object in de plaats zelf of in de omgeving. Want die zijn er in ruime mate aanwezig.
Zo ook deze keer. Ze hadden een leuk programma voor ons opgesteld met een bezoek aan het Twents Techniek Museum HEIM en als we voldoende tijd hadden wilden ze ook nog even met ons langs gaan bij het plaatselijk ROC. Om inspiratie op te doen, om nieuwe kracht te putten uit de bron van kennis. Daar komt dus dat herbronnen om de hoek kijken.
Is zo’n techniek museum dan leuk zie ik er een paar al denken? Of dat altijd het geval is weet ik niet. Dat in Hengelo was het in ieder geval wel.
HEIM is ondergebracht in de gerestaureerde, voormalige fabrieksschool van Stork en is onderverdeeld in afdelingen voor werktuigbouw, radar en detectie, telecommunicatie, textiel, educatie en procestechniek.
Voorbeelden van anderhalve eeuw industrie in Twente worden gepresenteerd onder het motto ‘Ontdek! Speel! Geniet!’. Routepijlen voeren je langs toestellen en machines die je zelf met een drukschakelaar in gang kunt zetten. Grote afbeeldingen aan de muur met voorbeelden van de producten die werden vervaardigd worden afgewisseld met schilderijen van fabriekshallen. Daartussen hier en daar een kop of borstbeeld van een industriële grootheid uit het verleden.
Kenmerkend voor de sfeer is dat er maar een verbod geldt in het museum. Het wordt met grote letters op een muur aangegeven. ‘Verboden af te blijven’.
Meestal is er wel een aantal gepensioneerde mensen van Stork, Heemaf of andere bedrijven aanwezig. Liefhebbers die er aardigheid in hebben om uitleg te geven aan belangstellende bezoekers. Onze man zorgde er bijvoorbeeld voor dat een grote scheepsdiesel in werking werd gesteld en dat was een indrukwekkende vertoning.
Op de bovenste etage worden de bezoekers aan het werk gezet met allerlei praktische toepassingen uit de techniek; bovendien heeft men daar een afdeling met interactieve E-games ingericht.
Voor de liefhebbers: het museum is geopend van 11.00 – 17.00 uur van dinsdag t/m vrijdag. Verder op zaterdag, zon- en feestdagen van 14.00 tot 17.00 uur.
Hadden we daarna nog tijd over voor het ROC? Het antwoord is natuurlijk dat je dan gewoon tijd moet maken. Het Regionaal Opleidings Centrum van Hengelo ligt op een steenworpafstand van het museum en is alleen al interessant door het gebouw waarin het is ondergebracht. Betrekkelijk nieuw en indrukwekkend.
Uitgangspunt van de initiatiefnemers van de bouw was dat het ROC van Twente een modern, multifunctioneel onderwijsgebouw moest worden voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Hun oog viel daarbij op het voormalige fabrieksterrein van Stork in het hart van Hengelo. In de plannen werd van de oude fabriekshallen het centrale gedeelte – de oude gieterij – gehandhaafd. Aan weerszijden werd daar als het ware nieuwbouw tegenaan geplakt van drie en vijf lagen hoog. De nieuwbouw moest meer zijn dan een school alleen en moest openstaan voor de buurt, voor de wijk, en eigenlijk voor de hele stad.
Een plan dat ongetwijfeld heel wat discussie heeft opgeroepen maar oh, mensen, wat is daar een interessant complex ontstaan.
Even wat getallen. Dit ROC heeft 1800 medewerkers in dienst die zowel middelbare beroepsopleidingen als educatie voor volwassenen verzorgen. Momenteel biedt het onderdak aan 30.000 studenten en cursisten.
Is dat niet erg massaal? In sommige opzichten misschien wel maar door de indeling van het gebouw in units per studierichting valt dat waarschijnlijk bijna weg. Wij vielen met de neus in de boter want er was open dag dat wil zeggen, gelegenheid voor iedereen die plannen heeft voor een vervolgstudie om een kijkje te nemen.
Druk inderdaad, elke studierichting was open om te laten zien wat ze te bieden hadden. Het klinkt misschien gek maar dat zag er zo uitnodigend uit dat ik gewoon zin kreeg om me ergens voor in te schrijven. Niet dat zoiets in mijn geval mogelijk was maar die immens grote centrale hal en de nieuwe aanbouw werkten puur inspirerend.
Een geslaagde dag dus en ’s avonds reden we met een goed gevoel weer terug richting Amsterdam. Daar wil het met de musea nog steeds niet goed lukken. Over de ROC’s lees ik wel eens dat het aantal afvallers zo groot is en over die voetbalclub kunnen we beter maar zwijgen.
Maar wel een stad met een prachtig stadshart.
26-1-2012
erJeetje