99. Van vlak naar ruimte. Of omgekeerd
Schilderen. Ik begon er een jaar of twintig geleden mee, samen met Lia. Omdat het ons wel leuk leek om te doen, om te kijken hoe ver we er mee zouden kunnen komen. Je weet maar nooit of er al jaren een verborgen talent in je sluimert.
De gebruikelijke start is dat je wat cursussen volgt aan de volksuniversiteit en/of wat workshops volgt bij een echte kunstenaar, dat wil zeggen, bij iemand die beroepsmatig het schilderen beoefent.
Dat deden wij dus ook. Het aardige is dat je daardoor in contact komt met andere liefhebbers en op een gegeven moment sloten we ons bij een clubje in Hilversum aan.
Jaren met schilderen gingen voorbij. We versleten vijf of zes juffen en één meester en waagden ons zelfs een paar keer aan het exposeren van de gezamenlijke werken. De grote doorbraak kwam echter niet. Wel geroepen dus maar we behoorden niet tot de uitverkorenen.
Ik vergelijk mijn manier van schilderen wel eens met schrijven, maar dan met verf. Net zoals ik een verhaal in een aantal stappen opbouw, zinnen weghaal en andere omschrijvingen voor een gebeurtenis toevoeg zo groeit bij mij een schilderij gaandeweg en lijkt soms als het klaar is (eigenlijk is het nooit klaar) nog maar nauwelijks op het idee waar mee ik begon.
Een paar jaar geleden ging ons clubje in Hilversum ter ziele. Pogingen om ons aan te sluiten bij een groep in onze woonplaats wilden daarna niet echt lukken. En het schilderen kwam op een laag pitje te staan hoewel we incidenteel nog wel eens een workshop volgen. Een paar maanden geleden was het bijvoorbeeld weer zo ver. Schilderden we met de leden van ons oude groepje een lang weekend in Drenthe.
Het werden weer een paar heerlijke dagen. Marijke, we kennen haar al jaren, had als opdracht een verkenning van het begrip ruimte gekozen. Daarbij was het de bedoeling dat we een aantal schilderijen zouden maken van een individueel gekozen vorm, die zowel vlak als ruimtelijk weergegeven moest worden. Dat kan bijvoorbeeld in een werk waarin ruimte geen rol speelt maar ook als combinatie van een ruimtelijk geschilderde vorm gecombineerd met een decoratieve achtergrond.
Alles is daarbij bruikbaar als vorm. Een blad, een tak, een hand, vaas, beeld etc. Je kunt daarbij het onderwerp van je keuze op allerlei manieren afbeelden. Door het bijvoorbeeld te herhalen, door met vergrotingen of verkleiningen te werken, door het overlappend weer te geven.
Tot zo ver het stenciltje dat Marijke ons na de inleiding in haar atelier overhandigde en inderdaad, ga d’r maar aan staan.
Terwijl ik m’n schildersplank op de ezel zette probeerde ik m’n hoofd leeg te maken zodat er vanzelf een vorm bij me zou aankloppen. Er schijnen mensen te bestaan bij wie zoiets lukt. Die kunnen als ze dat willen ook volkomen gedachteloos zijn. Vraag waar ze aan denken en ze zullen je antwoorden dat ze nergens aan denken. Best mogelijk dat zoiets te leren is. Een soort yoga waarbij je door een ultieme vorm van concentratie de activiteiten van je grijze cellen stil legt.
Ik kan dat dus niet. Ook deze keer marcheerden m’n gedachten in een ordeloze stroom voorbij. Dat het zo stil was in Drenthe, dat het plakband bijna op was, dat het nieuwe kabinet nog wel even op zich zou laten wachten, dat ik niet moest vergeten om te tanken voor we terug gingen, dat …
Een vorm, een vorm, wat zou ik nou eens als vorm kiezen. Terwijl ik een stuk papier op m’n schildersplank bevestigde probeerde ik een spin weg te vegen. Een exemplaar met lange poten dat echter hardnekkig tegenstand bood. Bijna ontging me het bijzondere van de gebeurtenis maar in een flits zag ik de kans die me geboden werd. Die spin was natuurlijk de boodschapper van een vorm en zelfs meer dan dat. Die spin was zelf de ruimtelijke vorm waarmee ik me aan de opdracht van Marijke kon wijden.
Het werd een leuke schilderdag in Drenthe. Iedereen stortte zich vol ijver op de opdracht en werkte dat op zijn of haar wijze uit. Ik hield me bezig met twee onderwerpen waarbij de spin als vorm optrad. In de eerste zat hij te loeren in, hoe kan het anders, z’n web. In het tweede had ik een aantal spinnen geabstraheerd tot een mozaïekachtige weergave.
’s Nachts droomde daarna ik van reusachtige spinnen die kleine mensjes in hun netten vingen en vervolgens tussen hun kaken vermorzelden. Dat ik dat op de tweede schilderdag moest weergeven in een of andere vorm lag voor de hand. Het worldwide spinnenweb dat ik voor ogen had kwam echter niet helemaal uit de verf en ik parkeerde het als onderwerp omdat ik omdat ik nog iets geheel anders wilde maken.
Neem een vorm als uitgangspunt was de opdracht en om de keuze te vergemakkelijken waren een aantal bestaande of in ieder geval herkenbare vormen als toelichting genoemd. Een voor de hand liggende keuze maar waarom geen fantasievorm en op deze wijze ontstond bij mij het idee voor de mars van de UMO’s. Unidentified marching objects.
Weer thuis, een aantal weken later, bekeek ik het werk nog een keer. Afgezien van de constatering dat het niet af was viel het resultaat me eigenlijk niet mee en ik besloot om er uitgaande van de opdracht nog een keer mee aan de gang te gaan. Als eerste kwam de spin in het web aan de beurt. Via Google leerde ik dat Araneae in het bezit zijn van acht poten, die aan het borststuk vast zitten. Omdat ik mijn voorbeeldspin niet goed had bekeken had ik de poten maar zo’n beetje aan het lijf vastgeplakt. Jammer, jammer, om het te herstellen zou ik bijna alles moeten wegschilderen. Dat deed ik dus maar niet, vooral omdat ik het decoratieve web dan moest vernielen.
Aan m’n abstracte weergave van een aantal spinnen hoefde ik niet zo heel veel te doen. De plaats van poten en lichaamsdelen deed er hier ook niet zoveel toe. Die waren slechts de aanleiding geweest voor een kleurrijke weergave. Je mag er een vlieger in zien, een ruimtestation of de scheikundige weergave van het recent ontdekte element Algajus.
Het derde werk, het World Wide Web, verlangde meer uitwerking. Ik wilde dat de aarde er een centrale plaats in zou krijgen. De aarde in het jaar 2500 die ondanks alle groene voornemens om het klimaat te beschermen in een bijna onbewoonbare planeet is veranderd. De mens heeft zich teruggetrokken onder het aardoppervlak en reusachtige spinnen breien hun web over de kale vlaktes. Een weinig aantrekkelijk perspectief maar het is bedoeld als waarschuwing zonder dat ik de illusie heb dat het zal helpen.
Wat ik met deze werken doe? Pff, opbergen waarschijnlijk. Misschien krijgt de vlieger tijdelijk een plaatsje in m’n kamer omdat ie zo lekker kleurig is.
UMO had ik voor het laatst bewaard. Als toetje hoewel? Hoe meer ik hier aan werkte hoe meer het de hoofdmaaltijd werd. En nog steeds is. UMO komt waarschijnlijk nooit gereed.
Ik was met een fijn pennetje aan de gang gegaan in de decoratieve achtergrond waardoor er iets ontstond dat je een landschap zou kunnen noemen. Hoewel landschap, dan toch een ander landschap dan wij kennen. En daarin trekken acht bont gekleurde vormen aan je voorbij.
Het aardige is dat die al allerlei kleuren hebben gehad. Blauw, wit, op dezelfde wijze met een fijn pennetje ingetekend als de achtergrond maar tevreden was ik er niet mee. Ik maakte er daarom een foto van die door Lia vervolgens met photoshop werd bewerkt en ze maakte een paar prachtige ontwerpen die na het nodige proberen te moeilijk waren om in verf te verwezenlijken. Toch moest ik iets met die figuren doen en ik kreeg vervolgens inspiratie aangedragen door een TV-programma over Jean Tinguely en Niki de Saint Phalle, twee geweldenaren op kunstgebied.
Daar ben ik nu mee bezig. Of dit de definitieve vorm wordt weet ik echter niet. Kijk er daarom niet van op als het volgend jaar toch volledig is veranderd. Dat de achtergrond helemaal verdwenen is of de UMO’s afgemarcheerd.
Van vlak naar ruimte of omgekeerd noemde Marijke de workshop. Het waren twee leuke dagen waarin we allemaal hard gewerkt hebben met een rijke productie als resultaat.
Zou iedereen eigenlijk een keertje moeten doen. Die workshop. Je bewegen van het platte vlak naar de ruimte of omgekeerd. Werkt heel verruimend en brengt sluimerende talenten tot ontwikkeling.
28-9-2010
erJeetje