26 nov 2009

No pictures no food in the museum

0 Reacties

Verleden week maar weer eens een bezoekje aan het Haags Gemeentemuseum gebracht. De heren Cézanne, Picasso en Mondriaan ontmoeten elkaar daar in een speciale tentoonstelling en het Haags probeert de relatie tussen deze drie in een nieuw perspectief te tonen. De lijn die er ligt tussen het impressionisme van Cézanne en het kubisme van Picasso doorgetrokken naar de abstractie van Mondriaan. Het weer werkte niet echt mee en in een druilerig regentje was ik naar het museum gewandeld. Ik bleek niet de enige liefhebber, het was druk met een rij voor de kassa.

In nieuw perspectief dus. Ik besloot om me niet gelijk op de schilderijen te storten maar eerst naar de introductiefilm te kijken, een initiatief dat ik iedereen kan aanraden. Je hoort en ziet wat over de ideeën van de schilders, of en zo ja, hoe ze elkaar beïnvloed hebben en waar je als kijker op moet letten.

Maar goed, daarna was het toch zo ver en betrad ik de eerste zaal. Ik besloot om met een snelle ronde te beginnen. Ik kende de meeste werken wel, hoewel, hoofdzakelijk alleen als plaatjes in een boek. Als ik dan zo’n beetje zou weten hoe het werk was ingedeeld kon ik m’n favorieten in een tweede ronde op m’n gemak bekijken.

Het gemeentelijk museum stelt er zoals de meeste musea geen prijs op dat je het werk fotografeert en geeft dat op de bekende wijze aan met de afbeelding van een cameraatje waar een kruis over heen staat. Of ze daar tegenwoordig niet meer op letten omdat je met een moderne camera niet hoeft te flitsen weet ik niet maar het verbod werd door meerdere bezoekers genegeerd zonder dat er aanmerkingen werden gemaakt door het museumpersoneel. Dan houd ik me ook niet meer in, besloot ik. Als ik er een verhaal van maak is dat toch leuker als het van foto’s wordt voorzien.

Het werd een boeiend half uurtje waarin ik het werk van de drie heren bekeek en van een aantal schilderijen een foto maakte. Van dichtbij zagen sommige er anders uit dan ik verwacht had. Vooral de kleuren vielen tegen. Vaal, beetje gorig, alsof ze nodig een keer schoongemaakt moesten worden. Wat me nog meer verraste was het formaat van een aantal schilderijen, beter gezegd de geringe afmetingen. Waar ik bij een aantal werken van Cézanne aan grote doeken dacht bleken dat in werkelijkheid kleine schilderijtjes te zijn die vooral opvielen door hun grote lijsten. Maar afgezien daarvan was het toch een prachtige gelegenheid om zo’n verzameling in het echt te bekijken.

Of het door de schilderijen kwam weet ik niet maar ik kreeg op een gegeven ogenblik trek en herinnerde me dat ik een chocoladereep of iets dergelijks bij me had. Moest ergens in m’n tas zitten en ik ontdekte hem tussen m’n fototoestel en sleutelbos in een van de vakjes. Het “meneer, meneer” van een zaalsuppoost onderbrak m’n gezoek. Hij was onopgemerkt naderbij gekomen en wees op mijn tas met zo’n gebaar dat je maakt als iemand van plan is om iets te doen wat niet door de beugel kan. Zoals fotograferen bijvoorbeeld.

Nog een geluk dat ik m’n fotorondje al gemaakt heb was daarom m’n eerste gedachte en ik trok een vragend gezicht terwijl ik de reep verder uit de tas trok. Een handeling die de reden van de opmerking van de jeugdige zaalwachter duidelijk maakte.

“Sorry, meneer,” zei deze namelijk terwijl hij op de reep wees. “Het is verboden om te eten in de zaal.”

Ik toonde begrip en vroeg of het wel in de gang mocht. Eigenlijk liever in het restaurant zei hij bezorgd en verliet daarna plotseling gehaast de zaal. Ik borg m’n reepje daarom maar op, had voldoende van de heren van het nieuwe perspectief gezien en besloot om nog wat door het museum te wandelen.

Op goed geluk liep ik wat later door de verlaten gangen. Geen foto’s wel chocola, zei ik zachtjes in mezelf en knabbelend op een stuk reep onderbrak ik m’n verkenning om op een infobord te kijken wat er nog meer te zien was. Heel wat maar mijn blik viel bijna automatisch op Vlaho Bukovac. Niet dat ik die kende maar om een of andere reden werd ik getrokken door die naam. Vlaho was in 1855 in Kroatië geboren en had na een gedegen opleiding furore met zijn werk gemaakt in Europa en Amerika. Tijdens zijn leven – hij overleed in 1925 – verbleef hij langdurig in afwisselend Parijs, Amerika, Praag, Zagreb en andere steden en had daar succes met een omvangrijk oeuvre van landschappen, portretten en naakten.

Nog nooit in Nederland te zien geweest vertelde het gemeentemuseum en ik begreep dat ik deze kans niet mocht missen. Ik ging de zalen met zijn werk binnen en bevond me even later in een andere wereld. De wereld zoals die er rond 1900 moet hebben uitgezien. Dezelfde periode als die ik net verlaten had maar anders weergegeven. Waar de wereld van Cézanne, Picasso en Mondriaan voortdurend veranderde van vorm en weergave, uiteindelijk resulterend in een plat vierkant met gekleurde vlakjes – boogie woogie van Mondriaan – was de wereld van Bukovac er een die er herkenbaar uitzag. Met mensen die bijna van het doek af leken te lopen. Een weergave van een tijd waarin geluk nog heel gewoon leek te zijn.

  P1000081  

   

Na afloop van m’n bezoek bevond ik me buiten weer in de wereld van vandaag. Ik overwoog om een foto van het museum te maken als afsluiting van dit stuk maar liet het achterwege. Het regende nog steeds zachtjes en het begon al te schemeren.

“No food no pictures,” zei ik daarom tegen mezelf en ging op weg, richting Frederikstraat.

26 november 2009

erJeetje

P1000053

P1000055

P1000050

P1000051

 P1000053

P1000054

P1000055

P1000056

P1000057

P1000058

P1000059

P1000060

P1000063

P1000065

P1000067

P1000068

P1000070

P1000072

P1000074

P1000075

P1000076

P1000077

P1000082

P1000083

P1000084

P1000086

P1000087


[begin]