129. Over Calder
Verleden week weer eens naar het Haags Gemeentemuseum geweest. Het was er meer dan druk, mogelijk door de naam van Calder maar de krokusvakantie zal ook wel een rol hebben gespeeld. Er meldden zich namelijk heel wat ouders met kinderen.
Alexander Calder, zoon van een beeldhouwer en een schilderes, dan krijg je de kunst als het waren met de paplepel ingegoten. De kunstacademie ligt dan voor de hand maar vreemd genoeg studeerde hij toch eerst af als werktuigbouwkundig ingenieur.
In 1926 vertrok hij vanuit Amerika naar Europa waar de wonden van the Great War nog maar nauwelijks hersteld waren. Een Europa dat op basis van het verdrag van Versailles was herverdeeld, waar de moderne kunst Parijs als ontmoetingspunt had gekozen en Piet Mondriaan de abstracte kunst zo mogelijk nog abstracter maakte. In Parijs begon de 28-jarige Calder z’n kunstzinnige loopbaan met het maken van sculpturen van metaaldraad en bewegende circusfiguren voor zijn Circus Calder.
Door z’n vernieuwende aanpak had hij succes en een ontmoeting met Mondriaan kon niet uitblijven. Deze vond plaats in 1930. Het jaar waarin duidelijk werd dat de vrede na de krankzinnige oorlog van ‘14-‘18 slechts een time out was. In Wallstreet was de beurs gecrasht met desastreuze gevolgen over de gehele wereld. Overal sloeg de werkeloosheid toe. In Duitsland dat als gevolg van torenhoge herstelbetalingen praktisch failliet was werden de Nazi’s met ruim 6 miljoen stemmen de tweede partij in de Rijksdag.
Maar dat zal geen onderwerp van gesprek zijn geweest bij hun eerste ontmoeting. Wel was de Amerikaan zo onder de indruk van het werk van Mondriaan dat hij radicaal zijn stijl van werken veranderde. Het Gemeente museum laat een aantal door hem in die tijd vervaardigde abstracte schilderijen zien maar hij maakte vooral gaandeweg naam met abstract vormgegeven constructies die uit meerdere zwevende onderdelen bestonden. In perfect onderling evenwicht, vrij hangend in de ruimte met de mogelijkheid om te bewegen door een luchtstroom of de wind.
De Mobile was geboren, later gevolgd door massieve sculpturen die, hoe kon het anders, de naam Stabile kregen.
In 1931 trouwde hij en met zijn Amerikaanse echtgenote reisde hij in de jaren daarna regelmatig door Europa, Azië en Afrika. In het jaar dat Adolf Hitler de macht greep in Duitsland verliet hij Parijs. Weer een paar jaar later werd de avant-garde kunst door het Naziregime als een gedegenereerde kunstvorm beschouwd. Of het werk van Calder ook bij deze ‘entartete’ kunst werd ingedeeld weet ik niet. Hij zou in ieder geval in goed gezelschap verkeerd hebben met namen als Klee, Chagall, Nolde, Marc, Kandinsky en vele anderen.
In het Gemeente Museum heeft men de ontmoeting met Mondriaan als keerpunt van zijn carrière gekozen met het nagebouwde Parijze atelier van Mondriaan als middelpunt van de tentoonstelling. In de zalen daaromheen staan draadplastieken, mobielen en sculpturen van Calder opgesteld afgewisseld met werk van Mondriaan.
Ik verbaasde me over de tegenstelling tussen het werk van die twee. Het voor mij vooral speelse werk van Calder tegenover de strenge strakke lijnen van Mondriaan met vooral dat nagebouwde atelier als prachtig voorbeeld.
Eerlijk gezegd had ik meer van het tentoongestelde werk verwacht maar misschien waren m’n verwachtingen door de enthousiaste besprekingen van deze tentoonstelling in de kranten te hoog gespannen.
Laat je daarom niet ontmoedigen door deze mening en breng een bezoek aan de tentoonstelling om het met eigen ogen te zien.
5-3-2012
erJeetje