Jour de fête
Op 1 augustus start in een aantal Nederlandse filmtheaters een cyclus waarbij alle films van Jacques Tati worden vertoond las ik in de krant. Al zijn films zijn gedigitaliseerd er zien er weer als nieuw uit.
Ik word altijd een beetje kopschuw als ik dergelijke berichten lees. Zien er weer als nieuw uit. Ja ja.
Ik herinner me een film die ik laatst voor de tweede keer op de TV zag nadat ik er een paar jaar eerder flink van onder de indruk was geweest. Daar hadden ze (vraag me niet wie) zo in gesneden dat ik na afloop gewoon met een katterig gevoel achter bleef. De film was ingekort, er was in gesneden, omdat tegenwoordig alles snel moet, omdat hij anders niet in het zendschema paste. Zoiets.
Maar ik wil het over Jacques Tati hebben. Een lange onhandige Fransman die ons land in 1949 overrompelde met zijn eerste speelfilm, Jour de Fête.
Even over het verhaal van de film. Dat speelt zich een paar jaar na afloop van de oorlog 40-45 af in zo’n klein Frans dorp waar het een keer per jaar feest is met vuurwerk, een optocht van de plaatselijke harmonie en er is kermis met een draaimolen en een schiettent. Vaak is er ook een minicircus en in jour de fête heeft een reizende bioscoop z’n tenten opgeslagen.
Hoofdpersoon van de film is de plaatselijke postbode François, een wat maffe figuur, gespeeld door Tati zelf. François brengt natuurlijk ook een bezoek aan die bioscoop, ziet daar een film over de Amerikaanse posterijen en hoe snel die hun post rondbrengen en besluit om zijn werk voortaan ook op die wijze te gaan uitvoeren. A l’Americain. De gevolgen voor de postbestelling in het dorp zijn verrassend. En meer dan dat.
Zoals ik al zei werd de film in Nederland augustus 1949 in roulatie gebracht. Het was de tijd waarin het land nog steeds bezig was om overeind te krabbelen van de gevolgen van die rot oorlog, luxe was een nog onbekend begrip, maar er was voldoende te eten en als vermaak ging ik wel iedere week een keer naar de bioscoop en vaak twee keer. Dicht bij huis naar de Rialto, Cinetol of het Ceintuurtheater of in de stad naar Tuschinski, Roxy, de Royal.
Jour de fête zag ik met een paar vriendjes van school. Vijftien zestien jaar waren we en ’s jonge jonge, wat hebben we gelachen. Nog weken daarna was à l’Americain het nieuwe stopwoord dat te pas en te onpas gebruikt werd.
Tati had na het succes van deze film de smaak te pakken en in 1953 verscheen Les Vacanses de monsieur Hulot. Ook in deze film speelde hij de hoofdrol en ook deze keer was het een film met een minimum aan dialoog. Maar in mijn ogen overtrof hij Jour de Fête en werd het zelfs z’n beste werk. Wat hij in de jaren daarna maakte was nog steeds bijzonder maar vond ik toch minder. Misschien omdat het verrassingselement ontbrak, misschien omdat ik ouder werd en m’n smaak veranderde.
Hulot met vakantie werd jaren daarna een keer op de televisie uitgebracht. Twintig dertig jaar geleden. Een vernieuwde versie met een andere montage waarin geknipt was en scènes toegevoegd. ‘Nog verrassender dan het origineel’ werd geschreven. Het bleek een verminking van de originele film te zijn. Een verkrachting. Een ergernis voor degene die zich op deze herhaling verheugd hadden.
Dat brengt me op de vraag die bij me op kwam bij het lezen van het bericht over die cyclus met gedigitaliseerde beelden van alle films van de meester. De vraag of ik in ieder geval de twee films uit dit verhaal weer een keer wil zien. Is het achteraf niet allemaal erg gedateerd?
Ik aarzel daarom en ben er nog niet uit. Heeft men echt de originele banden gedigitaliseerd, zonder knippen of hermontage, of is er om welke reden dan ook eveneens in gesneden?
Misschien is het veel beter om m’n gouden herinneringen op te bergen in een doosje en ze daarin zorgvuldig te bewaren.
En ik fluister een paar keer de slogan van die malle postbode voor me heen. “A l’Americain, à l’Americain, à l’Americain.
Het slaat nergens op en toch eigenlijk wel. Schrijvend aan deze aflevering had ik in gedachten al een paar scènes uit Jour de Fête voorbij zien komen en als dan ook nog die autoband door de bladeren rolt en als grafkrans arriveert bij de begrafenis in ‘Hulot op vakantie’ weet ik dat ik er verstandig aan doe om niet te gaan. Koester je herinneringen. De herhaling kan nooit meer zo zijn als de eerste keer.
Maar misschien zijn die films wel iets voor m’n kleinzoon van 16. Samen met z’n ouders.
En reageert hij ook zoals wij het 63 jaar geleden deden. Met: à la Am……………….., opa.